§1: Historische achtergrond 500-1500

Pak je telefoon erbij en gebruik zometeen je eigen naam in LessonUp
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Pak je telefoon erbij en gebruik zometeen je eigen naam in LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Wat is je laatst gelezen boek? (misschien in de vakantie?)

Slide 2 - Open vraag

Wat is je favoriete serie / film op dit moment?

Slide 3 - Woordweb

Nederlands in de bovenbouw
  • NETL i.p.v. NE
  • Minder toetsen
  • PTA
  • Literatuurgeschiedenis
  • Verhaalanalyse
  • Leesvaardigheid
  • Portfoliocijfer

Slide 4 - Tekstslide

Planner volgt volgende week

Slide 5 - Tekstslide

Literatuurgeschiedenis Middeleeuwen

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je over de middeleeuwen (namen / begrippen / gebeurtenissen ... etc.)

Slide 7 - Woordweb

Het Frankische rijk
Frankische
rijk
Karel de Grote
O.l.v. Karel de Grote ontstond een groot rijk na de val van het West-Romeinse rijk (3e / 4e eeuw n.Chr.)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Het feodale stelsel

Slide 10 - Tekstslide

Karel de grote wordt ook wel de vader van Europa genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Karel de Grote streefde naar eenheid in zijn rijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Het leenstelsel uit de middeleeuwen wordt ook wel het ___ stelsel genoemd.

Slide 13 - Open vraag

Binnen het feodale stelsel was de opperste leenheer:
A
God
B
Koning
C
Leenman
D
Onderleenman

Slide 14 - Quizvraag

Verder met §1 (Historische achtergrond 500-1500)

Slide 15 - Tekstslide

Eerste stand
De geestelijkheid. Zij bezaten de geestelijke (kerkelijke) macht, maar hadden daarnaast ook wereldlijke macht.
Tekst
Tekst
Tekst
Tweede stand
De adel. Zij hadden wereldlijke macht (grond).
Derde stand
Burgerij (vanaf de Hoge Middeleeuwen). Zij hielden zich bezig met handel en nijverheid.
Overig
De grootste groep mensen (boeren / arbeiders) behoorde niet tot een stand. Zij stonden buiten de wereld van onderwijs, kunst en cultuur.
1

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer waren de Vroege Middeleeuwen?
A
300 - 500 n.Chr
B
500 - 1000 n.Chr
C
1000 - 1300 n.Chr
D
1300 - 1500 n.Chr

Slide 17 - Quizvraag

Vroege Middeleeuwen


  • Theocentrisch karakter
  • Ridderlijk karakter



2

Slide 18 - Tekstslide

De Hoge Middeleeuwen (1000-1300)
Steden
In deze tijd ontstonden de eerste steden. Ook begon de literatuurgeschiedenis in deze periode.
Derde stand
Ontstond in deze tijd.
3

Slide 19 - Tekstslide

Late Middeleeuwen (1300-1500)
  • Burgerij wordt steeds machtiger
    (kenmerk 3: het burgerlijke)


  • Nationale staat krijgt steeds meer gestalte


  • Leenstelsel verdwijnt langzaam
4

Slide 20 - Tekstslide