2.7 grammatica

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in


Huiswerk 
H.2.7 opdracht 16
 Grammatica blz. 153
Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in


Huiswerk 
H.2.7 opdracht 16
 Grammatica blz. 153
Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4

Slide 1 - Tekstslide

woordsoort


Wie ziet het taalvoutje?

Slide 2 - Tekstslide

2.7 Grammatica
Doel: 
Je kent en herkent een zelfst. naamwoord, lidwoord en werkwoord
Je weet dat er 2 verschillende soorten lidwoorden zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Aantekeningen 2.7
*zinnen bestaan uit zinsdelen( pv-ow)

*zinnen bestaan ook uit losse woorden (zn-ww-lw)
dat noem je WOORDSOORTEN


Slide 5 - Tekstslide

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in


Huiswerk 
H.2.7 opdracht 16
 Grammatica blz. 153
Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4

Slide 6 - Tekstslide

Routeboekje H.2.7 Grammatica
  1. Je schrijft de aantekeningen over van de gele dia's
  2. Bekijk het filmpje over de volgende dia
  3. Daarna maak je de opdrachten 2.
  4. Je maakt 6 of 7 (ZN) 
  5. je maakt 8 of 9 of 10 (LW)
  6. je maakt 13 of 14
  7. je maakt 16-20-21
  8. Kijk welk woordsoort je nog niet beheerst> maak meer oefeningen.

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling woorden
Ken jij de woorden van H.2.5 nog?

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent:
praktisch
A
veel met theorie
B
doen met je handen

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent:
combineren
A
samenvoegen
B
apart leggen
C
losse dingen neer leggen
D
fanatiek

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent:
sociaal

Slide 11 - Open vraag

opdracht
Maak een zin met sociaal, schrijf deze in je schrift.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Herken de samenstelling
leermethode                                                                  onderzoek
buitengewoon
                                                   ontvangen                    
ontwikkelen                                                                gemotiveerd
               
      bewegen                                           muizenval

Slide 14 - Tekstslide

 woorden 1.5
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in


H.2.7 Grammatica blz. 153

Schema bespreken
Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4

Slide 16 - Tekstslide

zelfstandig nw.
lidwoord
Werkwoord
voorbeeld
kenmerk
kenmerk
tip
                Samen aantekeningen maken

Slide 17 - Tekstslide

persoonlijkheid
verbaasd
aanvaarden
uitkomst
karakter
verbijsterd
accepteren
resultaat

Slide 18 - Sleepvraag

Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
de =
A
ww
B
zn
C
bn
D
lw

Slide 19 - Quizvraag

Geef mij de verf eens aan?
verf=
A
lw
B
zn
C
ww
D
voorzetsel

Slide 20 - Quizvraag

Ik verf het liefst de muren.
verf=
A
lw
B
zn
C
ww
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 21 - Quizvraag

Routeboekje H.2.7 Grammatica
  1. Je schrijft de aantekeningen over van de gele dia's
  2. Bekijk het filmpje over de volgende dia
  3. Daarna maak je de opdrachten 2.
  4. Je maakt 6 of 7 (ZN) 
  5. je maakt 8 of 9 of 10 (LW)
  6. je maakt 13 of 14
  7. je maakt 16-20-21
  8. Kijk welk woordsoort je nog niet beheerst> maak meer oefeningen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in


H.2.7 Grammatica
Huiswerk bespreken 2.7
Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4

Slide 24 - Tekstslide

zinsdelen
woordsoorten
onderwerp
lijdend voorwerp
persoonsvorm
ww.gezegde
bijwoordelijke bepaling
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
lidwoord
bezittelijk voornaam woord

Slide 25 - Sleepvraag

Zelfstandig werken
Heb jij nog vragen over de 3 woordsoorten?

Benoem in 30 sec zoveel mogelijk.......

Maak vervolgens de quizvragen 16 t/m..
met de klassencode

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

LIDWOORD
GEEN 
LIDWOORD
de
in
een
twee

Slide 28 - Sleepvraag

LIDWOORD
GEEN 
LIDWOORD
van
het
‘n 
‘t

Slide 29 - Sleepvraag

Er zijn dus drie lidwoorden. Welke?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Tekstslide

Welke woorden zijn zelfstandige naamwoorden?
A
woorden voor dingen
B
woorden voor mensen
C
woorden voor dieren

Slide 34 - Quizvraag

Welk zelfstandig naamwoord is ook een verkleinwoord?
A
baby
B
bloemetje
C
tekkel
D
zangeres

Slide 35 - Quizvraag

Wat kun je voor een zelfstandig naamwoord zetten?
A
een vraagteken
B
een verkleinwoord
C
een lidwoord
D
een koelkast

Slide 36 - Quizvraag

Welk zelfstandig naamwoord staat in het meervoud?
A
politie
B
liefde
C
goederen
D
postzegel

Slide 37 - Quizvraag

zelfstandig
naamwoord
geen zelfstandig
naamwoord
auto
John
aardig
cavia

Slide 38 - Sleepvraag

zelfstandig
naamwoord
geen zelfstandig
naamwoord
leuk
wens
heelal 
duwt

Slide 39 - Sleepvraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Slide 42 - Tekstslide

Welk woord in de zin is een werkwoord?
A
vliegen
B
fruitvliegjes
C
verrotte
D
fruit

Slide 43 - Quizvraag

Welk woord in de zin is een werkwoord?
A
Italiaanse
B
tomatensoep
C
bevat
D
verse

Slide 44 - Quizvraag

Welk woord in de zin is een werkwoord?
A
danste
B
avond
C
swingende
D
muziek

Slide 45 - Quizvraag

Welk woord in de zin is een werkwoord?
A
graag
B
mayonaise
C
patat
D
lust

Slide 46 - Quizvraag

bespreken
praten
spreken
tegenspreken
besprak
gesproken
praatte
sprak tegen

Slide 47 - Sleepvraag

Maak een goede zin met het woord fietsen waaruit blijkt dat dit woord een werkwoord is.

Slide 48 - Open vraag

Maak een goede zin met het woord fietsen waaruit blijkt dat dit woord een zelfstandig naamwoord is.

Slide 49 - Open vraag

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?
A
haar tegengehouden
B
word tegengehouden
C
door tegengehouden
D
ik tegengehouden

Slide 50 - Quizvraag

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?
A
wij zullen
B
zullen tegenkomen
C
niet tegenkomen
D
zullen haar

Slide 51 - Quizvraag

tegenwoordige tijd
verleden tijd
Ik loop.
Wij sliepen.
Job zaagt.
Vera loog.
Het waaide.
U wenst.

Slide 52 - Sleepvraag

Zoek op internet een foto van een zelfstandig naamwoord (mens, dier of ding).

Slide 53 - Open vraag

Ik beheers de woordsoorten LW-ZN-WW
0100

Slide 54 - Poll

Slide 55 - Tekstslide

herhaling

Slide 56 - Tekstslide