hoofdstuk 4: verkiezingen

verkiezingen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

verkiezingen

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
Aan het einde van de les:
  1. kan de verschillende verkiezingen in Nederland benoemen.
  2. kan ik in eigen woorden in minimaal één zin het begrip mediacratie omschrijven en voorbeelden geven.
  3. kan minstens twee van de voornaamste redenen om op een partij te stemmen benoemen.
  4. in eigen woorden in één zin omschrijven wat evenredige vertegenwoordiging en de kiesdeler zijn.

Slide 2 - Tekstslide

koppensnellen

Slide 3 - Tekstslide

'Meisjes en jonge vrouwen vaak slachtoffer van online intimidatie'
  • 58 procent van alle meisjes en vrouwen tussen de 15 en 25 jaar oud wereldwijd is slachtoffer van online intimidatie (14.000 meisjes en vrouwen uit 31 landen). Ook in Nederland is dit 58 procent.
  • Veel meisjes voelen zich bedreigd, bijvoorbeeld door denigrerende opmerkingen of dreigementen over verkrachting.
  • het heeft effect op het zelfvertrouwen en een gevoel geeft van onveiligheid. Bij sommigen leidt het tot mentale en fysieke klachten als stress en slapeloosheid.

Slide 4 - Tekstslide

welke verkiezingen zijn er?
Nederland kent in eigen land de volgende verkiezingen:
  • het Europees Parlement.
  • de Tweede Kamer.
  • Provinciale Staten.
  • de gemeenteraad.
  • de waterschappen.

Slide 5 - Tekstslide

kiesrecht


passief:                      actief:
- verkiesbaar          - stemmen

Beide mogen vanaf je 18e.

Slide 6 - Tekstslide

vragen

  • Wat zouden bij de verschillende verkiezingen nog meer de eisen kunnen zijn?
  • Vind jij deze eisen terecht en waarom?

Slide 7 - Tekstslide

Verkiezingsprogramma
  • Elke partij heeft een partijprogramma waarin alle standpunten staan.
  • De lijsttrekker (nummer één op de lijst) is de belangrijkste woordvoerder.
 

Slide 8 - Tekstslide

campagne
Tijdens verkiezingen maken lijsttrekkers gebruik van spindoctors.

 Communicatiedeskundigen die kandidaten adviseren over een zo positief mogelijk imago.


Slide 9 - Tekstslide

mediacratie
Via de media proberen partijen vooral de stemmen van de zogenaamde zwevende kiezer te winnen.
Media spelen een grote rol in de verkiezings-campagne. Denk aan:
  • Tv-debatten.
  • Talkshows en amusementsprogramma’s.
  • Social media als Twitter en Facebook.
Er wordt door politieke wetenschappers gesproken over een mediacratie.

 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

opiniepeilingen
Opiniepeilingen: tussentijdse peilingen over de verwachte uitslag.

https://www.allepeilingen.com

Slide 12 - Tekstslide

Op welke partij ga je stemmen?
De voornaamste redenen om op een partij te stemmen:
  • De standpunten van de partij komen overeen met jouw ideeën.
  • De partij let goed op jouw belangen.
  • Je stemt strategisch: je kijkt welke partij kans maakt om in de regering te komen.
  • De persoon van de lijsttrekker spreekt je aan.

Slide 13 - Tekstslide

stemmen
  • In Nederland stem je op een persoon, niet op een partij.
  • De meeste kiezers stemmen op de lijsttrekker.
  • Sommigen kiezen bewust voor een andere kandidaat.
  • Door voorkeursstemmen kan een kandidaat die laag op de lijst staat toch in de Tweede Kamer komen.

Slide 14 - Tekstslide

jouw voorkeur
ga naar stemwijzer.nl en ondervind welke partij bij jou past bij de Europese Parlementsverkiezingen.

Je krijgt 10 minuten. 
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

zeterverdeling
In Nederland worden verkiezingen gehouden volgens een stelsel van evenredige vertegenwoordiging.


Elke partij krijgt het aantal zetels dat in verhouding is met het totaal aantal uitgebrachte stemmen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide