hst 5 paragraaf 1 "oplossen en indampen van zouten"

Planning
Intro Hoofdstuk 9: Zouten 

Introductie maken op blz. 172
uitleg 9.1 
Aan de slag met de opdrachten van par. 9.1 


1 / 59
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 59 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning
Intro Hoofdstuk 9: Zouten 

Introductie maken op blz. 172
uitleg 9.1 
Aan de slag met de opdrachten van par. 9.1 


Slide 1 - Tekstslide

tribune-ionen
Ionen die er wel zijn maar die niet meedoen met de reactie.
Als je het neerslag filtreert dan zitten de tribune-ionen in het filtraat.

Slide 2 - Tekstslide

hst 9.1 Oplossen en indampen van zouten

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling:
  1. Zouten bestaan uit positieve en negatieve ionen.
  2. De ladingen bij elkaar opgeteld: nul (ongeladen).
  3. Zoek dus de verhouding tussen + en - ionen waardoor de totale lading nul wordt.
  4. Deze verhouding zie je terug in de indexen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Welke groep vaste stoffen geleiden stroom? 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Oplossen van een zout

Slide 10 - Tekstslide

Zoek in je binas..
SO PracticumSO Practicum
wat valt op bij de pijlen?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen
1. Je gaat het zout NaCl oplossing in water. 
Geef de oplosvergelijking. 

2. Je gaat het zout zinknitraat oplossing in water.
Geef de oplosvergelijking. 


Slide 13 - Tekstslide

Indampen van zout oplossingen.
Geef de indampvergelijking van de volgende zout oplossingen:

koperchloride-oplossing


aluminiumbromide-oplossing

Slide 14 - Tekstslide

Indampen van zout oplossingen.
Geef de indampvergelijking van de volgende zout oplossingen:

koperchloride-oplossing


aluminiumbromide-oplossing

Slide 15 - Tekstslide

vervolg van de les:
1.  Zijn er nog vragen? 

2. Ga zelfstandig verder, lees en/of bekijk de uitleg en maak de bijbehorende opdrachten.





 

Klaar?! 
a. Kijk par. 9.1 na met een andere kleur pen
b. Lees proef 1 op blz. 239
c. Oefen online in de methode





Slide 16 - Tekstslide

proef 1 blz. 239 

Slide 17 - Tekstslide

hst 9.2 "zoutoplossingen bij elkaar brengen"

Slide 18 - Tekstslide

Planning
Uitleg 9.2 
Werken aan opdrachten
Uitvoeren proef 2 blz. 240

Slide 19 - Tekstslide

2 zoutoplossingen mengen
Als je 2 zoutoplossingen met elkaar mengt, kunnen er 2 dingen gebeuren: 
  • Het blijft een heldere oplossing: alle ionen blijven in oplossing
  • Het wordt een troebele suspensie: 2 soorten ionen reageren met elkaar en worden een slecht oplosbaar zout. Dit heet een neerslag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

. . . .
. . . . 
. . . .
. . . .

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Zelf oefenen

Je mengt oplossingen van

  1. koperchloride en zilvernitraat
  2. kaliumchloride en natriumsulfaat
  3. bariumchloride en natriumcarbonaat

Slide 27 - Tekstslide

vervolg van de les:
1.  Zijn er nog vragen? 

2. Ga zelfstandig verder, lees en/of bekijk de uitleg en maak de bijbehorende opdrachten.



 

Klaar?! 
a. Maak een overzicht van wat jij moet onthouden voor het SE. 
b. Oefen online in de methode





Slide 28 - Tekstslide

Hst 9.3 "een slecht oplosbaar zout maken"

Slide 29 - Tekstslide

Planning
Uitleg 9.3 
Werken aan opdrachten
Uitvoeren proef 3 blz. 242

Slide 30 - Tekstslide

Neerslag kun je gebruiken! 
Als er een neerslag ontstaat, heb je eigenlijk een zout gemaakt! 

Hoe doe je dat?

Slide 31 - Tekstslide

Goed leren!
  • Alle zouten met kalium, natrium en ammonium lossen goed op in water
  • Alle zouten met nitraat lossen goed op in water

Slide 32 - Tekstslide

Loodcarbonaat maken
Loodcarbonaat is slecht oplosbaar (BINAS).
Om loodcarbonaat te maken moet je Pb2+ ionen
mixen met CO32- ionen.

Slide 33 - Tekstslide

Je wilt dus Pb2+ met CO32- ionen mixen.
De Pb2+ moet dus opgelost zijn, net als de CO32-.

Slide 34 - Tekstslide

De Pb2+ moet dus opgelost zijn, net als de CO32-. Loodnitraat en natriumcarbonaat zijn goede keuzes.

Slide 35 - Tekstslide

Pb2+
CO32-
s
?
?

Slide 36 - Tekstslide

De Pb2+ moet dus opgelost zijn, net als de CO32-. Loodnitraat en natriumcarbonaat zijn goede keuzes.

Slide 37 - Tekstslide

Planning:
1.  Zijn er nog vragen? 
2. Ga zelfstandig verder, lees en maak de bijbehorende opdrachten af: 
9.1 opdr. 1 t/m 13
9.2 opdr. 1 t/m 6
9.3 opdr. 1 t/m 5 
9.5 lezen maken opdr. 1 t/m 6 



 Klaar?! 
a. Maak een overzicht van wat jij moet onthouden voor het SE. 
b. Oefen online in de methode





Slide 38 - Tekstslide

hst 9.4 "ongewenste ionen verwijderen"

Slide 39 - Tekstslide

Planning
Uitleg 9.4 
Werken aan opdrachten
Uitvoeren proef 4 blz. 244

Slide 40 - Tekstslide

leerdoelen
  • Je kunt met behulp van een oplosbaarheidstabel verklaren hoe uit een oplossing een ionsoort verwijderd kan worden.

Slide 41 - Tekstslide

Neerslag kun je gebruiken! 
Als er een neerslag ontstaat, heb je eigenlijk een zout gemaakt! (vorige les)

Je kunt een neerslag ook gebruiken om een ion uit de oplossing te halen. 

Hoe doe je dat?

Slide 42 - Tekstslide

voorbeeld
Stel, je wilt fluoride-ionen verwijderen uit een oplossing 

Maak dan een oplossing van een zout naar keuze
Voeg jouw gekozen oplossing toe aan de oplossing met F-
Filtreer de neerslag 

Slide 43 - Tekstslide

Hoe kies je dat zout?
Hoe kies je het zout waarvan je een oplossing gaat maken?
  • Zoek een ion dat met F- een s vormt in tabel 35



welk ion zou je kunnen kiezen?

Slide 44 - Tekstslide

van ion naar gekozen zout
je kiest bijvoorbeeld voor het calcium-ion

Ca2+ zit niet los in een potje. Dat moet een zout zijn.
Dat  zout moet goed oplosbaar zijn, dus kies voor NO3-
Het zout is dus Ca(NO3)2

Slide 45 - Tekstslide

Ca2+
F-
s
NO3-
g

Slide 46 - Tekstslide

Reactievergelijking
Ca2+ (aq) + 2 F- (aq) --> CaF2 (s)

Slide 47 - Tekstslide

Oefen nu zelf
1.  Je wilt Broom-ionen verwijderen uit een oplossing

2. Je wilt Aluminium-ionen verwijderen uit een oplossing

Slide 48 - Tekstslide

vervolg van de les:
1.  Zijn er nog vragen? 

2. Ga zelfstandig verder, lees en/of bekijk de uitleg en maak de bijbehorende opdrachten.



 

Klaar?! 
a. Maak een overzicht van wat jij moet onthouden voor het SE. 
b. Oefen online in de methode





Slide 49 - Tekstslide

Planning
Uitleg 9.6
Werken aan opdrachten
Uitvoeren proef 6 blz. 248

Slide 50 - Tekstslide

Hst 9.6 "een zout herkennen"

Slide 51 - Tekstslide

Binas
Zoek de juiste tabel waarin de vlamkleuringen staan.

Slide 52 - Tekstslide

koperionen zijn blauw

Slide 53 - Tekstslide

ijzerionen zijn bruin

Slide 54 - Tekstslide

Positieve ionen die verhit worden gaan licht uitzenden. Ieder ion zijn eigen kleur. 
(zie BINAS 38)

Slide 55 - Tekstslide

1. Wat is de formule van de ijzerionen in FeBr

2. Tot welke stof behoort Aluminiumoxide? 
a. Atomaire stoffen
b. Moleculaire stoffen
c. Zouten 
 

Slide 56 - Tekstslide

3. Kopercyanide bestaat uit koper en cyanide ionen in de verhouding 2:1. Wat is de lading van het cyanide als koper een
lading heeft van 2+ 

4. Geef de triviale naam van een oplossing van natriumhydroxide 


Slide 57 - Tekstslide

vervolg van de les:
1.  Zijn er nog vragen? 

2. Ga zelfstandig verder, lees en/of bekijk de uitleg en maak de bijbehorende opdrachten.



 

Klaar?! 
a. Maak een overzicht van wat jij moet onthouden voor het SE. 
b. Oefen online in de methode





Slide 58 - Tekstslide

Slide 59 - Tekstslide