Conflicthantering les 1 & 2

Conflicthantering
Digibib: B1-K1-W8
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Conflicthantering
Digibib: B1-K1-W8

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les: 
1. Ken je de conflicthanteringsstijlen van Thomas &  Kilmann

2. Weet je wat de roos van Leary inhoud

3.Ben je je bewust van je eigen voorkeursmanier voor het omgaan met conflicten

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer hebben we
het over een conflict?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Van wat voor conflict is sprake in het filmpje?

Slide 7 - Open vraag

Wanneer je met een collega een verschil van mening hebt over de regels op de groep is dit een:
A
Inhoudelijk conflict
B
Belangenconflict
C
Sociaal- emotionele conflict

Slide 8 - Quizvraag

Bij dit type conflict staan gevoelens en emoties centraal.
A
Inhoudelijk conflict
B
Belangen conflict
C
Sociaal- emotionele conflict

Slide 9 - Quizvraag

(On)Zichtbare conflicten 
In een onzichtbaar conflict komen de partijen en er nog niet openlijk voor uit dat er een conflict is. 
Ze spreken niet uit wat hen dwars zit, ze gaan het conflict 
uit de weg.

Zichtbaar conflict zit wel aan de oppervlakte. 
Beide partijen weten duidelijk waarover ze een conflict hebben

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Roos van Leary 
De roos van Leary is een model die de relaties tussen mensen in kaart brengt. 

De roos van leary kan inzicht geven in hoe bepaald gedrag ander gedrag oproept, en hoe je je gedraagt in relatie tot anderen.

De Roos van Leary is een handig hulpmiddel als de communicatie moeizaam verloopt of als bepaalde gedragspatronen ingesleten zijn.

De Roos van Leary helpt bij het analyseren van iemands gedrag. Hierdoor kan je de ander beter begrijpen. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Thomas & Kilmann
Thomas & Kilmann ontwikkelden een veel gebruikt model om conflictstijlen te omschrijven. In hun model beschrijven ze vijf stijlen. 

 Iedereen heeft een ‘voorkeursstijl’ waar hij/zij zich het meest in thuis voelt. Doe de test.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

 Thomas-Kilmann model 
Thomar 5 Stijlen beschreven: 

1. De haai stijl
De stijl van de haai is zeer assertief en heeft nauwelijks kenmerken van coöperatie in zich. 
In een leidinggevende functie werkt deze stijl uitstekend in crisissituaties, omdat er hierdoor geen tijd wordt verspild aan overleg. 

2. De schildpad stijl 
De stijl van de schildpad is vermijdend. Hij is niet assertief maar ook niet coöperatief. Eigenlijk is hij zeer passief. De schildpad vermijdt het liefst conflicten en wil er niets mee te maken hebben.
                                                                                                                                                                                              .........

Slide 17 - Tekstslide

Thomas-Kilmann model 
.....
3. De uil-stijl

De stijl van de uil is zowel assertief als coöperatief. De uil streeft naar een win-winsituatie, weet de relaties goed te houden kan ook doelen realiseren. 

4. De teddybeer-stijl
De stijl van de teddybeer is zeer coöperatief maar niet assertief. De teddybeer bekommert zich vooral om de relatie met de ander. Zijn omgeving vindt hem meestal aardig. Hij kan zich goed inleven in anderen en is daarom ook een goede gesprekspartner. Maar hij realiseert zijn eigen doelen niet.
                                                                                                                                                                         ...........


Slide 18 - Tekstslide

Thomas-Kilmann model 
...........
De kwal-stijl

De stijl van de kwal is die van de berekenende onderhandelaar. Op elk punt waarop de kwal kan scoren, zal hij dat doen. Niet op basis van principes, maar om zijn zin te krijgen. Hij wil tenminste een paar punten scoren.

Slide 19 - Tekstslide

Het Thomas-Kilmann model kun je gebruiken om een onderscheid te maken tussen conflicten. Wil je er energie in steken of niet? 
De effectiviteit van een stijl is afhankelijk van de situatie:


  • Doordrukken (de haai) is alleen effectief als je zeker weet dat je het bij het juiste eind hebt.
  • Samenwerken (de uil) is effectief wanneer het belangrijk is om samen te werken met de ander.
  • Toegeven (de teddybeer) is effectief wanneer je niet zeker bent van je zaak of als je mensen te vriend wilt houden.
  • Vermijden (de schildpad) is effectief als je geen invloed hebt op de situatie of als je het conflict niet belangrijk vindt.
  • Compromis sluiten (de kwal) is effectief wanneer je een tijdelijke oplossing nodig hebt. Dit hoeft niet per se de perfecte oplossing te zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Tijd voor wat vragen! 




https://create.kahoot.it/share/conflicthantering/d4f7f96a-91eb-4df4-9c6d-acefc6335909

Slide 21 - Tekstslide

Individuele opdracht 

Slide 22 - Tekstslide

The end 

Vragen? 

Slide 23 - Tekstslide

                   Les 2 

Omgaan met conflicten 

B1-K1-W8

Slide 24 - Tekstslide

Terugblik huiswerk 
Het Thomas-Kilmann model

  • Doordrukken (de haai) is alleen effectief als je zeker weet dat je het bij het juiste eind hebt.
  • Samenwerken (de uil) is effectief wanneer het belangrijk is om samen te werken met de ander.
  • Toegeven (de teddybeer) is effectief wanneer je niet zeker bent van je zaak of als je mensen te vriend wilt houden.
  • Vermijden (de schildpad) is effectief als je geen invloed hebt op de situatie of als je het conflict niet belangrijk vindt.
  • Compromis sluiten (de kwal) is effectief wanneer je een tijdelijke oplossing nodig hebt. 


Slide 25 - Tekstslide

(Niet-)effectieve conflicthanteringsstijlen
Niet-effectieve conflicthanteringsstijlen
  • Forceren en vechten
  • Ontlopen en vermijden
  • Aanpassen en toegeven

 Effectieve conflicthanteringsstijlen
  • Samenwerken en oplossen
  • Onderhandelen en een compromis zoeken

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld

Wedijveren/doordrukken : De taart is van mij
Aanpassen: Jij mag de taart
Compromis: Allebei een halve taart
Samenwerken: Waarom is die taart belangrijk voor je?
Vermijden: Welke taart?



Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Op welk onderdeel van conflicthantering scoor jij het hoogst?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Alle communicatie verloopt op 2 niveaus
Inhoudsniveau: 
                                  Heeft betrekking op WAT er gezegd wordt, Letterlijke inhoud van een bericht. 
                                  Gesproken of geschreven boodschap. Woorden die te lezen of te horen zijn

Betrekkingsniveau
                                         Hoe moet de boodschap worden opgevat. (De wijze waarop je de vraag stelt)
                                         Welke relatie heb je met de ander? Gelijkwaardig?
                                         Hoe moet de boodschap opgevat worden?
                                         Hoe zie je jezelf ten opzichte van de ander? onbewuste strijd tussen elkaar?

Slide 31 - Tekstslide

Je zegt : zó.. die jas zal flink wat gekost hebben!
De ander hoort : 

  •  Wat een mooie jas is dat!
  • Die jas heb je bij een veel te duur adres gekocht!
  • Jij bent veel te makkelijk met je geld.
  • Ik zou willen dat ik ook zo’n jas had
  • Die jas ziet er duur uit, maar ik vind hem eigenlijk niet mooi.

Slide 32 - Tekstslide



  • Als iemand op je werk of thuis zegt “Die prullenbak is nogal vol”, sta je dan op om ‘m te legen? (betrekkingsniveau)

  • Of reageer je met “Ja, inderdaad, de prullenbak is vol” en laat je het daarbij? (inhoudsniveau)

Slide 33 - Tekstslide

Nog een voorbeeld. 

Man en vrouw zitten op de bank in de huiskamer. 
Man zegt: “Ik zou eigenlijk wel een kop koffie lusten.” Vrouw staat op en zet koffie. (betrekkingsniveau -hoe zit de relatie in elkaar?)

 “Ja, ik lust ook wel een kop koffie. Lekker!” En blijft zitten. (reageert op inhoud)

Slide 34 - Tekstslide

Als je communiceert, breng je een boodschap op zowel inhoud als betrekkingsniveau.
Het betrekkingsniveau zegt iets over...
A
Hoe je relatie met de ander is
B
Hoe je naar jezelf en naar de ander kijkt
C
Alle antwoorden zijn juist
D
Hóe je iets zegt.

Slide 35 - Quizvraag

Communiceren op inhoudsniveau..
Leg in je eigen woorden uit!

Slide 36 - Open vraag


Beschrijf kort de begrippen betrekkings-, en inhoudsniveau?

Slide 37 - Open vraag

Individuele/Huiswerk opdracht
1. Zoek voor de volgende les, de escalatieladder van Glasl op. 

Zorg ervoor dat je de volgende les in eigen woorden kan uitleggen en toelichten wat de escalatieladder is. 

2. Casus Henk maken (inleveren op it`s learning) 

Slide 38 - Tekstslide

Einde les


Zijn er vragen?
Hebben we de leerdoelen behaald?

Bedankt en tot de volgende les!

Slide 39 - Tekstslide