Werkwoordstijden

Lesplanning
Doel van de les
Instructie
Aantekeningen maken
Zelfstandig werken
Nakijken
SO bespreken (volgende week)
Einde van de les
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning
Doel van de les
Instructie
Aantekeningen maken
Zelfstandig werken
Nakijken
SO bespreken (volgende week)
Einde van de les

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les

Aan het einde van de les weet je de verschillen tussen de vier werkwoordstijden en kun je dit toepassen tijdens het zelfstandig werken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent 'voltooid'?

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent 'onvoltooid'?

Slide 4 - Open vraag

Waar staan de afkortingen 'tt en vt' voor?

Slide 5 - Open vraag

Werkwoordstijden

Onvoltooid = iets is nog niet gebeurd of afgerond
Voltooid = iets is al gebeurd of afgerond
TT = tegenwoordige tijd
VT = verleden tijd


Slide 6 - Tekstslide

Werkwoordstijden
Tijd van de zin = de persoonsvorm geeft aan in welke tijd de zin staat.

Voltooid = er zit een hulpwerkwoord van hebben of zijn in en een voltooid deelwoord.

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoordstijden
OTT = Ik volg de les.
VTT = Ik heb de les gevolgd.

OVT = Ik volgde de les.
VVT = Ik had de les gevolgd. 

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel werkwoordstijden onderscheiden we?
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 9 - Quizvraag

In welke tijd staat de onderstaande zin?

In de vakantie is hij van zijn fiets gevallen.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 10 - Quizvraag

In welke tijd staat de onderstaande zin?

De aannemer moet morgen het huis opleveren.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 11 - Quizvraag

In welke tijd staat de onderstaande zin?

Had je de afwas al gedaan?
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 12 - Quizvraag

Ik snap nu wat werkwoordstijden zijn en kan nu zelfstandig aan het werk?
A
Ja
B
Nee, ik wil graag extra instructie

Slide 13 - Quizvraag

Wat ga je doen?
Maken opdr. 5/6
Zelfstandig of samen met mij
Stilte
Vragen? Steek je vinger op
Klaar? Maken opdr. 4
10 minuten - daarna nakijken

Slide 14 - Tekstslide