Fictie klas 2 - Hoofdpersonen

Fictie

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Fictie

Slide 1 - Tekstslide

Dit gaat over

Hoofdstuk 1, 3, 5 en 6


hoofdpersonen en bijfiguren (h1)
poëzie en rijm (h3)
historische verhalen (h5)
plaats en tijd (h6)

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al?
  •  Fictie: verhalen die verzonnen zijn (om je te amuseren)

  • Non-Fictie: informatieve teksten (om je te informeren)

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdpersonen
  • De belangrijkste persoon of personen uit een verhaal.
  • Van deze persoon kom je veel te weten, je leert hem heel goed kennen in het verhaal.
  • Het grootste deel van het verhaal beleef je vanuit deze persoon.
  • De hoofdpersoon heeft in het verhaal een duidelijk probleem dat opgelost moet worden.

Slide 4 - Tekstslide

Bijfiguren

  • Bijfiguren zijn minder belangrijk dan de hoofdpersoon.
  • Over bijfiguren kom je minder te weten.
  • Bijfiguren leer je minder goed kennen dan een hoofpersoon.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 1 en 2 
Fictie hoofdstuk 1, blz. 37

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Opdracht 
Maak opdracht 4
Fictie hoofdstuk 1, blz. 40

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Genre: een verhaalsoort
Er zijn verschillende verhaalsoorten / genres:  je weet bij welk genre een boek hoort door te kijken naar het belangrijkste onderwerp van het boek

Bijvoorbeeld: avonturenverhaal / oorlogsverhaal / liefdesverhaal / probleemverhaal / grappig verhaal / meidenverhaal / historisch verhaal  of een sprookjes

Slide 10 - Tekstslide