De laatste les voor de meivakantie: Wat hebben we gedaan?
Grammatik A: voorzetsels met de vierde naamval (durch, für, gegen, ohne, um)
Grammatik B: persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval (mich, dich, ihn, sie, es...)
Grammatik C: bezittelijk voornaamwoord (meine Tasche, dein Auto, unsere Kinder...)