DISK Thema 3 woorden oefenen

thema DISK 3 
doel : herhaling van de woorden uit oefenschrift.  

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

thema DISK 3 
doel : herhaling van de woorden uit oefenschrift.  

Slide 1 - Tekstslide


Ik - vorm afzeggen

A
zegt af
B
zeg af
C
zeggen af
D
zegden

Slide 2 - Quizvraag

wat is goed ?
A
vanmorchen
B
vanmorgen
C
vanmorggen
D
vanmorgens

Slide 3 - Quizvraag

in de ochtend is
A
s' ochtends
B
's ochtends
C
:s ochtends
D
*s ochtends

Slide 4 - Quizvraag

De tijd van 24:00 uur tot 06 :00 uur is
A
's nachts
B
de nochten
C
de nachten
D
de ochtend

Slide 5 - Quizvraag

meervoud van achternaam
A
achternomen
B
achternaamen
C
agternamen
D
achternamen

Slide 6 - Quizvraag

ik ben er niet !
A
afteken
B
afkeren
C
afwezig
D
afzijdig

Slide 7 - Quizvraag

ik kan niet, ik moet de afspraak ..........
A
opzeggen
B
heen brengen
C
weg zetten
D
afzeggen

Slide 8 - Quizvraag

deze deur gaat ? welk woord
is goed ?
A
automatisg
B
automatike
C
automatisch
D
outomatisch

Slide 9 - Quizvraag

de beslissing
meervoud ?
A
het beslissings
B
de beslisingen
C
het beslissing
D
de beslissingen

Slide 10 - Quizvraag

wat is een beslissing
A
lezen
B
keuze
C
koken
D
nadenken

Slide 11 - Quizvraag

beschikbaar
A
ik kan niet helpen
B
ik wil niet helpen
C
ik ga wel helpen
D
ik kan wel helpen

Slide 12 - Quizvraag

meervoud van de bezoeker
A
het bezoekeren
B
het bezoekers
C
de bezoekers
D
de bezoekeren

Slide 13 - Quizvraag

iemand die ergens komt kijken bij een museum.
A
is een leraar
B
is een bezoeker
C
familie
D
is een leerling

Slide 14 - Quizvraag

meervoud van : de datum


A
de datumen
B
de datums
C
de daatums
D
het datums

Slide 15 - Quizvraag

12 december 2019
A
de maand
B
het jaar
C
de datum
D
de dag

Slide 16 - Quizvraag

de controle
meervoud =

A
de controles
B
de controleren
C
de controlees
D
de controules

Slide 17 - Quizvraag

wat is een controle
A
de afspraak die je hebt, om te kijken hoe het met je gaat
B
een afspraak die je hebt om iets te kopen
C
iets kopen wat je wil
D
een afspraak die je hebt op school

Slide 18 - Quizvraag

doorgeven

ik - vorm....
A
geven het door
B
geeft het door
C
geef het door
D
gefen het door

Slide 19 - Quizvraag

eindigen

ik vorm - ........
A
ik eindig als eerste
B
ik eindigt als eerste
C
ik eindigen als eerste
D
ik eindigd als eerste

Slide 20 - Quizvraag

Ik eindigt deze les

= ik vorm goed ?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Een papier waarop je informatie schrijft ?
A
het form
B
het formulier
C
de formulier
D
de form

Slide 22 - Quizvraag

dit is een .....
A
de hanttekening
B
het handtekening
C
de handtekeing
D
de handtekening

Slide 23 - Quizvraag

de huisarts

meervoud ?
A
het huisartsen
B
de huisartsen
C
de huisartsses
D
de huisarttsen

Slide 24 - Quizvraag

helaas

A
het is leuk
B
het is stom
C
het is jammer
D
het is moeilijk

Slide 25 - Quizvraag

een huisarts
A
B
C
D

Slide 26 - Quizvraag

het is moeilijk om te doen !
A
ingewiekeld
B
ingewikkeld
C
ingewukkig
D
ingewuidend

Slide 27 - Quizvraag


ik ga het later wel maken, morgen misschien ?

A
niet nu
B
nooit
C
gisteren
D
soms

Slide 28 - Quizvraag

maximaal
A
niet meer dan ...
B
niet minder dan.....
C
weinig
D
veel

Slide 29 - Quizvraag

De mogelijkheid



A
het mogelijkheden
B
de mogelijkheiden
C
het mogelijkheiden
D
de mogelijkheden

Slide 30 - Quizvraag

de mogelijkheden
A
iets wat wel kan
B
iets wat niet kan
C
iets wat nooit kan

Slide 31 - Quizvraag

onbekend
A
de buurvrouw
B
iemand die je kent
C
familie van jou
D
iemand die je niet kent

Slide 32 - Quizvraag

noteren
A
B
C
D

Slide 33 - Quizvraag

onmogelijk

A
B
C

Slide 34 - Quizvraag