The Big Five

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Afrikaanse dieren

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Wat is 'The Big Five'?
A
Een groep jagers
B
Een groep dieren
C
Vijf soorten jagers
D
Vijf soorten dieren

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heten de mensen die vroeger dieren van 'The Big Five' dood maakten?
A
Jagers
B
Toeristen
C
Voetballers
D
Dierenverzorgers

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Hoe heet het als een leeuw niet alleen leeft?
A
In groepen
B
In klassen
C
In kuddes
D
In scholen

Slide 7 - Quizvraag

Waar leeft een leeuw?
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

Wat eet een leeuw?
A
Vlees (zoals mensen en dieren)
B
Gras, bomen, struiken

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Waar leeft een Luipaard?
A
Op de grond
B
Op de grond en in de boom
C
In de boom
D
Onder de grond

Slide 11 - Quizvraag

Waar leeft een luipaard niet?
A
In het bos
B
In de woestijn
C
In een grasvlakte
D
In het water

Slide 12 - Quizvraag

Waar houd een luipaard van?
A
Kleine dieren (zoals mieren)
B
Grote dieren (zoals olifanten)
C
Middelgrote dieren (zoals hijzelf)
D
Planten

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Welke soorten neushoorns hebben we in Afrika?
A
Witte
B
Zwarte
C
Grijze
D
Gele

Slide 15 - Quizvraag

Wie is de grootste vijand van de neushoorn?
A
Leeuwen
B
Toeristen
C
Jagers
D
Niemand

Slide 16 - Quizvraag

Wat is er bijzonder aan de hoorn van een neushoorn?
A
Hij is heel buigbaar
B
Hij is heel zacht
C
Hij is giftig
D
Hij werkt genezend

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de olifant als hij zijn laatste kiezen verliest?
A
Hij krijgt nieuwe
B
Hij leeft verder, maar kan alleen nog maar drinken
C
Hij gaat direct dood als ze eruit vallen
D
Hij gaat langzaam dood aan honger

Slide 19 - Quizvraag

Hoe oud wordt een olifant?
A
10 jaar
B
50 jaar
C
70 jaar
D
100 jaar

Slide 20 - Quizvraag

Wie is de vijand van de olifant?
A
De Luipaard
B
De leeuw
C
Niemand
D
Andere olifanten

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Hoe zie je de Kaapse Buffel vaak?
A
B

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een herbivoor?
A
Een dier die vlees eet
B
Een dier die planten eet
C
Een dier die vlees en planten eet

Slide 24 - Quizvraag

Wat denken mensen snel bij een Kaapse Buffel? (Wat niet klopt)
A
Heel lief
B
Heel snel
C
Heel agressief
D
Heel rustig

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide