Shakespeare quiz



"De grootste toneelschrijver aller tijden"
William Shakespeare 1564 - 1616


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



"De grootste toneelschrijver aller tijden"
William Shakespeare 1564 - 1616


Slide 1 - Tekstslide

Welke van de volgende begrippen is NIET kenmerkend voor een Comedy?
A
Verkeerde identiteiten
B
Een slimme bediende of vriend
C
Kleurrijke kostuums
D
Woordspelingen

Slide 2 - Quizvraag

QUIZ!

Slide 3 - Tekstslide

Welke van de volgende begrippen is NIET kenmerkend voor een Tragedie?
A
Wraak
B
Lange dialogen
C
Interne dialogen
D
Bovennatuurlijke elementen

Slide 4 - Quizvraag

Wat was naam van de koningin van Engeland?
A
Elizabeth de 2de
B
Elizabeth de 1ste
C
Juliet de 1ste
D
Toetanchamon

Slide 5 - Quizvraag

William Shakespeare leefde in de...
A
15de eeuw
B
16de eeuw
C
17de eeuw
D
18de eeuw

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel toneelstukken heeft Shakespeare ongeveer geschreven?
A
58
B
43
C
37
D
150

Slide 7 - Quizvraag

Wie bezocht de toneelstukken in The Globe theatre?
A
allerlei soorten mensen
B
Alleen mensen van het hof
C
Alleen mannen
D
Alleen arme mensen

Slide 8 - Quizvraag

Romeo en Juliet...
A
is een comedy
B
is een historisch toneelstuk
C
zijn een Instagram Influence koppel
D
is een tragedie

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor een toneelstukken heeft Shakespeare NIET geschreven?
A
Tragedies
B
Musicals
C
Historische toneelstukken
D
Comedies

Slide 10 - Quizvraag

The Globe was buiten London gebouwd omdat....
A
De toneelstukken zorgde voor veel geluidsoverlast
B
theaters waren verboden binnen de stadsmuren
C
Het was illegaal om naar een toneelstuk te gaan.
D
Er was in de stad geen ruimte voor een theater

Slide 11 - Quizvraag

1. Rond 1600 hadden theaters geen dak.
2. Een groot gedeelte van het publiek stond tijdens het kijken naar de toneelstukken.
A
1 is waar, 2 is fout
B
2 is waar, 1 is fout
C
beide beweringen zijn waar
D
beide beweringen zijn fout

Slide 12 - Quizvraag

Hoe is Shakepeare's Globe Theatre afgebrand?
A
Rokers in het publiek
B
Een bliksemschicht
C
De koningin stak het aan
D
Een canons schot vatte vlam.

Slide 13 - Quizvraag

BONUS!
"To be or not to be, that is the question".
Deze zin komt uit.. welk toneelstuk?
A
Hamlet
B
Julius Caesar
C
Macbeth
D
Romeo & Juliet

Slide 14 - Quizvraag