Filmgeschiedenis Jaar 1 - Les 4.1 - Jaren 90

FIG Periode 4
De vorige twee periodes gingen over het ontstaan van de film en belangrijke ontwikkelingen tot en met de jaren '80. Deze periode kijken we naar de filmgeschiedenis vanaf de jaren '90 tot aan nu. Wat zijn de ontwikkelingen & trends? Welke filmmakers & films hebben een belangrijke rol gespeeld? 


1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilmMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 65 min

Onderdelen in deze les

FIG Periode 4
De vorige twee periodes gingen over het ontstaan van de film en belangrijke ontwikkelingen tot en met de jaren '80. Deze periode kijken we naar de filmgeschiedenis vanaf de jaren '90 tot aan nu. Wat zijn de ontwikkelingen & trends? Welke filmmakers & films hebben een belangrijke rol gespeeld? 


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JAREN '90
De jaren '90 was de opkomst van individuele filmmakers die niet alleen unieke visies hadden, maar zij openden ook deuren naar nieuwe mogelijkheden van filmische vertellingen. Regisseurs zoals David Lynch en Quentin Tarantino hebben de cinema op hun eigen manier opnieuw uitgevonden. Daarnaast lieten enkele regisseurs en films zien hoe technologie kan worden gebruikt om films te maken. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CGI
Een belangrijke ontwikkeling in de filmwereld is CGI.  Voor de jaren 90 bestonden de meeste visuele effecten in films uit stopmotion, mensen in pakken, geschilderde achtergronden en  gebruik van blue/greenscreens. Er werd computeranimatie gebruikt in Star Wars en Tron (fragment van Tron gezien in eerdere les) en in titelsequenties zoals Superman. Maar pas in de jaren ’90 gebruikten makers meer en meer CGI (computer generated imagery) en werd deze gemixt met live action. De special effects werden met behulp van computers steeds realistischer. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terminator 2 (1991)
Het vervolg op de lowbudget klassieker The Terminator uit 1984 was de eerste film waarin een belangrijk personage alleen kon voorkomen door CGI: de Terminator T-1000.
De jonge John Connor wordt bedreigd door de vloeibaar-metalen T-1000, die zijn lichaam in vaste vorm kan veranderen, kan veranderen in de vorm van andere personen en kan camoufleren met de achtergrond. Een ouder model Terminator T-800 (Arnold Schwarzenegger) wordt vanuit de toekomst gestuurd om hem te beschermen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij van de CGI die hier gebruikt is?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jurassic Park
Steven Spielbergs film Jurassic Park (1993) over een themapark met gekloonde dinosaurussen lieten met behulp van geavanceerde CGI-technologie dinosaurussen er voor het eerst in de geschiedenis van de cinema realistisch uitzien. Er zijn slechts 15 minuten aan visuele effecten met dinosauriërs, waarvan er ongeveer 6 minuten met een computer zijn gemaakt. De overige 9 minuten is een combinatie van robots en acteurs in een dinopak. Toch was het publiek overweldigd en de impact van het gebruik van CGI blijvend. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Forrest Gump
Forrest Gump (Robert Zemeckis, 1994) is een ongewone tijdreis door het verleden. Samen met George Lucas’ special-effectbedrijf Industrial Lights & Magic (ILM) zorgde de regisseur en de crew met  archiefbeelden en CGI voor de illusie dat Forrest allerlei belangrijke historische gebeurtenissen zelf heeft meegemaakt. 

Kijk het volgende fragment om te zien hoe CGI gebruikt is bij het maken van de film. Het fragment srtop vanzelf. Dan klik je op de pijl naar rechts om naar volgende slide te gaan. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

En zo ziet de scène er uiteindelijk uit...

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit hoe deze scène gemaakt is.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Toy Story
Ga je een film kijken en kies je voor een animatiefilm? Dan is er zo’n 96% kans dat deze uit de computer komt. Het gekke is dat het nog helemaal niet zo gek lang geleden is dat de overgang van traditionele tekenfilms naar computer-animatie is gemaakt. Voor jullie misschien niet makkelijk om te begrijpen, maar toen Toy Story in 1995 uitkwam was dat revolutionair: het was de eerste volledig lange film die helemaal digitaal tot stand kwam. In plaats van handgetekende beelden die in snelle volgorde werden gefilmd (zoals animaties vroeger gemaakt werden), gebruikten kunstenaars van Toy Story alleen hun computer.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

POSTMODERNISME
Naast technologische vernieuwingen verwees ik in de intro ook naar andere veranderingen in filmische vertellingen. Maar wat zijn dan de veranderingen die we zien in/vanaf de jaren '90? De veranderingen kunnen we zien in het licht van het postmodernisme - de stroming waar de films van (eind jaren '80,) de jaren '90 en de jaren '00 bekend om staan. Filmmakers mixen genres, stijlen, en experimenteren met nieuwe filmische vertellingen. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

POSTMODERNISME (2)
Duidelijk te zien is de impact van televisie op cinema (en vice versa). De videoclips leidden bijvoorbeeld tot snellere beelden (kortere shots / snellere montage) in films. Daarnaast zien we dat niet-lineaire vertelvormen steeds meer gebruikt worden. En vanaf de jaren '90 citeren steeds meer regisseurs uit andere films.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Videoclips & Beeldversnelling
Videoclips, maar ook games en reclamekunst, zorgen voor een nieuwe bron voor jonge makers. De zogenaamde 'videostore-generation' groeit op met verschillende media en zetten deze in bij het maken van hun films. Ze gaan op dezelfde manier monteren als videoclips: snelle, korte shots met dikwijls sprongen in tijd of ruimte. Een speciale vorm hiervan is de Hip-Hop Montage: een korte, zeer snel gesneden reeks gestileerde (meestal extreme close-up) opnames, meestal vergezeld van accentuerende geluidseffecten. (En voor de duidelijkheid hoeft deze montage GEEN hip hop muziek te bevatten.)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Niet-lineair
Vanaf de jaren 90 zien we steeds meer films waarbij het verhaal niet linair verteld wordt. De maker gebruikt dan dus geen chronologische vertelling waarbij het verhaal achter elkaar, van begin tot eind, van A tot Z verteld wordt. Hij gebruikt daarentegen vooruitwijzingen en flashbacks die meestal niet direct te doorzien zijn maar pas in de loop van de film begrijpelijk worden.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lola Rennt / Run Lola Run
Lola Rennt is een Duitse film uit 1998 van Tom Tykwer. De film heeft een speciale vertelvorm. Het vertelt niet één vast verhaal met één duidelijk einde, maar er worden drie mogelijke scenario’s rondom dezelfde situatie getoond.  Ook is de invloed van videoclips goed te zien in de film. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In dit fragment zagen we dat Lola een telefoontje krijgt van haar vriend Manni. Hij is 100.000 Duitse mark kwijtgeraakt doordat  hij de zak met geld in de metro liet liggen. Hij zal waarschijnlijk vermoord worden door de gangsters aan wie hij het geld moest geven. Om snel aan vervangend geld te komen wil hij een winkel overvallen, tenzij Lola binnen 20 minuten op een andere manier het geld kan bemachtigen.
In dit fragment zagen we dat Lola een telefoontje krijgt van haar vriend Manni. Hij is 100.000 Duitse mark kwijtgeraakt doordat hij de zak met geld in de metro liet liggen. Hij zal waarschijnlijk vermoord worden door de gangsters aan wie hij het geld moest geven. Om snel aan vervangend geld te komen wil hij een winkel overvallen, tenzij Lola binnen 20 minuten op een andere manier het geld kan bemachtigen. Ze wil geld bij haar vader halen. 
De kijker krijgt nu te zien hoe Lola reageert en welk effect dat heeft. Maar dan niet een keer, maar wel drie keer. Telkens met andere gevolgen. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je zag twee keer de start van Lola's race naar geld. Welk(e) verschil(len) zag je in haar "run" naar geld? En welk effect had dat in deze fragmenten op de vrouw met de kinderwagen?

Slide 26 - Open vraag

De regisseur probeerde door middel van de film te tonen dat de keuzes die iemand maakt effect heeft op wat jezelf bereikt of op wat anderen bereiken. 
Citeren
Postmoderne filmmakers verwijzen naar zowel popcultuur als "hoge" cultuur. En verwijzen steeds meer naar andere films. Filmmakers "citeren" als het ware uit bekende klassiekers of populaire films uit de filmgeschiedenis. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quentin Tarantino
Tarantino is een van de meest bekende (misschien wel de bekendste) postmoderne filmmakers. De regisseur is een expert op het gebied van filmcitaten. Dat hij zo veel films kent is niet zo gek, op zijn zestiende stopte hij met school om in een videotheek te werken. Bovendien verwijst hij in zijn films naar zowel popcultuur als elitairdere kunst/cultuur. En in veel van zijn films maakt hij gebruik van een niet-lineaire vertelvorm. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pulp Fiction
Tarantino's tweede film, Pulp Fiction (1994), is een postmodern meesterwerk. De film bespreekt en parodieert elementen uit de popcultuur en citeert aan de lopende band uit de filmgeschiedenis. Zelfs de rolbezetting is geïnspireerd door de filmhistorie. Zo verwijst John Travolta (Vincent) met de dansscène met Uma Thurman (Mia) naar het succes dat hij had met Saturday Night Fever (1977). De scène is trouwens ook een verwijzing naar de film 8 1/2 (1963). De openingsscène waar jullie zo naar gaan kijken, verwijst naar de film Bonnie & Clyde (zag je fragment van in eerdere les), die ook begint in een restaurant. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pulp Fiction (2)
Pulp Fiction is daarnaast een goed voorbeeld van een niet-lieaire verhaalstructuur. Het in blokken verdeelde verhaal verspringt steeds in plaats en tijd. Pas aan het eind van de film begrijp de kijker hoe de gebeurtenissen in de tijd hebben plaatsgevonden. 
En Tarantino heeft een uitstekend gevoel voor dialoog: de gesprekken van zijn personages zijn even banaal als het leven zelf. Ze gaan over alledaagse dingen. De gangsters (John Travolta en Samuel Jackson) discussiëren op weg naar een executie over onder andere voetmassages en cheeseburgers. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

We zijn bijna bij het einde...
Nog een paar vragen! 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke trends - die in deze les besproken zijn - zie je in de jaren '90 ?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat CGI voor?
A
Computer Generated Interface
B
Could Get In
C
Creative General Image
D
Computer Generated Imagery

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was bijzonder aan Terminator 2 toen deze in 1991 uitkwam?
A
1e personage dat niet kon bestaan zonder CGI
B
1e personage dat geheel digitaal was
C
1e film die gebruik maakte van CGI
D
1e film met digitale achtergrond

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De dinosauriers in Jurassic Park zijn...
A
volledig gemaakt met CGI
B
een combi van CGI en stopmotion
C
een combi van CGI, robots en pakken
D
volledig gemaakt met stopmotion en pakken

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was bijzonder aan Toy Story toen deze in 1995 uitkwam?
A
1e animatiefilm over speelgoed
B
1e lange animatiefilm van Disney
C
1e lange film geheel digitaal gemaakt
D
1e film met realistische digitale effecten

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke postmoderne elementen zie je terug in Lola Rennt van Tom Tykwer?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke postmoderne elementen zie je terug in Pulp Fiction van Quentin Tarantino?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies