Hoofdstuk 7

Hoofdstuk 7
Indeling van stoffen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7
Indeling van stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling chemisch rekenen
ρ =   m  / V
volume
massa
mol
via de dichtheid
via de molaire massa

Slide 2 - Tekstslide

M=nm
Molaire massa (formule)
Mol is ook te combineren met de dichtheid ( ρ )
Wanneer het volume en dichtheid van een stof bekend zijn kun je de massa (m) daaruit gebruiken om het aantal mol (n) te berekenen.
ρ =   m  / V
dichtheid =   massa  / Volume

Slide 3 - Tekstslide

Stroomgeleiding
Voor stroomgeleiding moet aan twee voorwaarden worden voldaan:
1) de stof moet bestaan uit geladen deeltjes.
2) de geladen deeltjes moeten vrij kunnen bewegen.


Slide 4 - Tekstslide

Soorten stoffen
stroomgeleiding
  • vast: - vloeibaar: -
  • vast: + vloeibaar: +
  • vast: - vloeibaar: +

Slide 5 - Tekstslide

Metalen
Kenmerken van metalen:
-Glimmend oppervlak
-Geleiden warmte en elektrische stroom
-Kunnen vervormd worden
-Kunnen in gesmolten toestand worden gemengd (legering)

Slide 6 - Tekstslide

Metaalrooster
-Een metaal is opgebouwd uit metaal atomen. 
-De atomen zijn gerangschikt volgens een regelmatig patroon.
-Metalen geleiden in elektrische stroom in vaste en vloeibare toestand.

 

Slide 7 - Tekstslide

Metaalrooster 


  • Plaatje is atoommodel van Bohr (positieve kern en elektronen)
  • Het elektron in buitenste schil noem je een valentie-elektron.
  • De valentie-elektronen kunnen vrij door het metaalrooster bewegen, ze zitten niet meer vast aan het atoom waar ze bij horen
  • Als een atoom 1 of 2 valentie-elektron(en) loslaat uit de buitenste schil, blijft een positief geladen atoom achter
  • Een positief geladen atoom heet een ion

Slide 8 - Tekstslide

Metaalrooster
  • Een metaalrooster ontstaat doordat de metaalatomen elektronen loslaten, waardoor ze veranderen in positieve ionen. 
  • De vrije elektronen bewegen langs de positieve ionen, waardoor er een aantrekkingskracht ontstaat tussen de positieve en negatieve geladen deeltjes.
  • Daardoor zit een metaalrooster stevig in elkaar.
  • Binding tussen metaalionen en vrij bewegende elektronen heet metaalbinding
  • https://www.youtube.com/watch?v=dl32GTyl9xM 

Slide 9 - Tekstslide

Vast vs. vloeibaar
  • In vaste fase zijn de positieve metaalionen gerangschikt in een metaalrooster
  • In vaste fase zijn er in het metaal vrij bewegende negatief geladen elektronen, dus metaal kan elektrische stroom geleiden
  • In de vloeibare fase is geen metaalrooster meer maar zitten de positieve ionen nog steeds dicht bij elkaar. 
  • Er zijn in vloeibare fase zowel negatieve elektronen als positieve ionen die kunnen bewegen
  • Dit verklaart waarom zowel vaste als
    vloeibare metalen goede elektrische
    geleiders zijn

Slide 10 - Tekstslide

Vervormbaarheid van metalen
  • Bij vervormen van een metaal verander je het metaalrooster, maar het patroon verandert nauwelijks. 
  • De aantrekkingskracht blijft er, dus het metaal vervormt en breekt niet.

Slide 11 - Tekstslide

De aantrekking tussen positieve kernen en negatieve elektronen wordt ..... genoemd
A
metaalrooster
B
ion
C
metaalbinding
D
metaal

Slide 12 - Quizvraag

Metalen zijn regelmatig opgebouwd. Deze opbouw noem je een metaalrooster
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Verschillen tussen metalen
Zware en lichte metalen (op basis van dichtheid en giftigheid):
- vergelijk Uranium: 19,1 g/cm³ met Titanium: 4,4 g/cm³

-Corrosie: is een ingewikkeld proces waarbij metalen met stoffen uit de omgeving reageren, zoals water en zuurstof.

Verschil in edelheid (gevoeligheid voor corrosie)
- Edele metalen: goud, platina
- Half edele metalen: koper, lood
- Ondele metalen: ijzer, zink
- Zeer ondele metalen: natrium, lithium

Slide 14 - Tekstslide

Legeringen
Een legering is een afgekoeld mengsel van samengesmolten metalen

Een legering heeft andere stofeigenschappen dan de afzonderlijke metalen

Slide 15 - Tekstslide

Metaalrooster legeringen
-Microniveau van een metaalrooster die vervormt wordt door het inbouwen van een groter of kleiner atoom.
-Verhouding waarin grotere en kleinere atomen voorkomen in het rooster is van invloed op de eigenschappen van de legering

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn zware metalen? Zware metalen zijn metalen die:
A
een hoge dichtheid hebben
B
erg giftig zijn
C
heel goed met andere stoffen reageren
D
een hoge dichtheid hebben én erg giftig zijn

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn legeringen?
A
Vaste stoffen van metaal.
B
Zijn mengels van metaal.
C
Oplossingen van metalen.
D
Residu van metalen.

Slide 18 - Quizvraag

Wat moet je weten over metalen

Slide 19 - Tekstslide