Spelling gr 5 - Blok 3, week 3, les 3

Blok 3, week 3, les 3
Opfrissen & oefenen
Dicteetje
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Blok 3, week 3, les 3
Opfrissen & oefenen
Dicteetje

Slide 1 - Tekstslide

Ik heb zin in een lekker ontbijtje.
Wat is het werkwoord?
A
ik
B
heb
C
zin
D
ontbijtje

Slide 2 - Quizvraag

Ik heb zin in een lekker ontbijtje.
Wat is het lidwoord?
A
ik
B
een
C
lekker
D
ontbijtje

Slide 3 - Quizvraag

Ik heb zin in een lekker ontbijtje.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
ik
B
zin
C
lekker
D
ontbijtje

Slide 4 - Quizvraag

De lieve jongen helpt de oude oma. Wat is het werkwoord?
A
lieve
B
de
C
helpt
D
oma

Slide 5 - Quizvraag

Ik heb zin in een lekker ontbijtje.
Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
ik
B
zin
C
lekker
D
ontbijtje

Slide 6 - Quizvraag

De lieve jongen helpt de oude oma. Wat is het lidwoord?
A
de, lieve
B
de, de
C
de, oude
D
jongen, oma

Slide 7 - Quizvraag

De lieve jongen helpt de oude oma. Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
de, lieve
B
de, de
C
de, oude
D
jongen, oma

Slide 8 - Quizvraag

De lieve jongen helpt de oude oma. Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
lieve, oude
B
lieve, helpt
C
de, oude
D
jongen, oma

Slide 9 - Quizvraag

Heb jij het huiswerk al gemaakt?
Wat is het lidwoord?
A
het
B
al
C
jij
D
heb

Slide 10 - Quizvraag

Heb jij het huiswerk al gemaakt?
Wat is het werkwoord?
A
heb
B
gemaakt
C
heb, gemaakt
D
heb, huiswerk

Slide 11 - Quizvraag

Heb jij het huiswerk al gemaakt?
Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
heb
B
huiswerk
C
jij
D
al

Slide 12 - Quizvraag

Heb jij het huiswerk al gemaakt?
Staat huiswerk in enkelvoud of meervoud?
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 13 - Quizvraag

meester visser gaat morgen naar maastricht.
Welke woorden moeten met hoofdletter?
A
meester, maastricht
B
visser, maastricht
C
meester, visser, morgen
D
meester, visser, maastricht

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide