1.4: reading

1.4: reading
Today
Finish Unit 1.3
Start Unit 1.4
Exercises
Grammar

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.4: reading
Today
Finish Unit 1.3
Start Unit 1.4
Exercises
Grammar

Slide 1 - Tekstslide

Learning objectives
At the end of this lesson you will be able to understand small conversations about the mall.
At the end of this lesson you will be able to use intensifier words.
At the end of this lesson you will know the prepositions of place.

Slide 2 - Tekstslide

Go to page 20 exercise 4
In pairs!

let's hear it!

Slide 3 - Tekstslide

Go to page 28 exercise 2 & 3

Slide 4 - Tekstslide

Intensifiers

Slide 5 - Tekstslide

Intensifiers

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een intensifier?
A
Om een woord aan te vullen
B
Om een woord te versterken
C
In de verleden tijd
D
Om aan te geven waar iets is

Slide 7 - Quizvraag

Which one is the intensifier?
A
Car
B
Big
C
Extremely
D
Child

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de intensifier?
My cat is so fast that I lost him
A
Fast
B
So
C
Lost
D
Cat

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de intensifier?
John is very ill

A
John
B
Is
C
Very
D
Ill

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste intensifier:

Thank you perfectly / very / seriously much!
A
Perfectly
B
Very
C
Seriously

Slide 11 - Quizvraag

Prepositions of place

Slide 12 - Tekstslide

Prepositions of place

Slide 13 - Tekstslide

Prepositions of place
Voorzetsel
Vertaling
Gebruik
in
in
landen, plaatsen, afgesloten ruimtes
on
op 
oppervlaktes, openbaar vervoer
at
op / bij
adressen, specifieke locaties (bijv: ziekenhuis, bioscoop)

Slide 14 - Tekstslide

Prepositions of place
Julie is ____ school.
A
on
B
in
C
at
D
by

Slide 15 - Quizvraag

Prepositions of place

Pick the right answer!
A
under
B
in front of
C
between
D
below

Slide 16 - Quizvraag

Prepositions of place

Pick the right answer!
A
under
B
on
C
in
D
behind

Slide 17 - Quizvraag

Prepositions of place:
I'm ______ my car.
A
at
B
in
C
on

Slide 18 - Quizvraag

Prepositions of place

Pick the right answer!
A
next to
B
among
C
over
D
between

Slide 19 - Quizvraag

Do exercise 7, 9 & 11
Online until you have yellow or green!

Slide 20 - Tekstslide