X-chromosomale overerving

Een fruitvlieg met een zwart lichaam wordt gekruist met een fruitvlieg met een grijs lichaam. Alle individuen van de F1 zijn grijs. Deze F1-individuen worden onderling gepaard.
Van de 113 individuen van de F2 zijn er 84 grijs en 29 zwart.

Hoeveel van de 84 grijze individuen van de F2 zullen er, naar verwachting, heterozygoot zijn?
A
28
B
42
C
56
D
Alle 84
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Een fruitvlieg met een zwart lichaam wordt gekruist met een fruitvlieg met een grijs lichaam. Alle individuen van de F1 zijn grijs. Deze F1-individuen worden onderling gepaard.
Van de 113 individuen van de F2 zijn er 84 grijs en 29 zwart.

Hoeveel van de 84 grijze individuen van de F2 zullen er, naar verwachting, heterozygoot zijn?
A
28
B
42
C
56
D
Alle 84

Slide 1 - Quizvraag

Zwart: a         Grijs: A
P: aa x AA
F1: Aa
P: Aa x Aa
geslachtscellen: A of a voor beide
F2: 1/4 AA - 2/4 Aa - 1/4 aa
Hoeveel uit 84 grijze zijn heterozygoot? 2/3 x 84 = 56
(de aa individuen zijn zwart...)

Slide 2 - Tekstslide

Havo / VWO 4
Uitleg: x-chromosomale overerving

Slide 3 - Tekstslide

karyogram:
autosomen en geslachtschromosomen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

B = kleurenziend                b = kleurenblind
Moeder is drager

Slide 6 - Tekstslide

X-chromosomale overerving
- Zonen krijgen het x-chromosoom altijd van hun moeder
- Dochters krijgen altijd een x-chromosoom van hun vader


Kruisingsregel x-chromosomale overerving:
'zieke dochters hebben zieke vaders'

Slide 7 - Tekstslide

Het gen voor een autosomale eigenschap kan liggen op:
A
Het X-chromosoom
B
Het Y-chromosoom
C
Chromosoom 1
D
Elk van chromosoom 1 t/m 22

Slide 8 - Quizvraag

Is uit de stamboom af te leiden of dit allel autosomaal of X-chromosomaal overerft?
A
Ja, de ziekte erft autosomaal over.
B
Ja, de ziekte erft X-chromosomaal over.
C
C. Nee, dit is niet hieruit op te maken.

Slide 9 - Quizvraag

Stel nu dat een kleurenblinde man, kinderen krijgt met een vrouw die drager is van het gen voor kleurenblindheid. Dat wil zeggen dat ze heterozygoot is. Ze is niet kleurenblind, maar heeft wel het gen voor kleurenblindheid. Vul de onderstaande kruisingstabel in.
Xa
XA
XAXa
XAY
Y
XAXA
XaXa
XA
XAXY
XaY
Xa

Slide 10 - Sleepvraag

Kijkend naar de kruistabel, hoe groot is nu de kans op een zoon die kleurenblind is? En hoe groot is dat bij een dochter? Leg uit.

Slide 11 - Open vraag

Denk mee..
  • Het gen voor kleurenblindheid is recessief en is X-Chromosomaal.
  • Een kleurenblinde man en een homozygoot (niet-kleurenblinde) vrouw krijgen een kind.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de kans op kleurenblinde kinderen?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

  • Het gen voor kleurenblindheid is recessief en is X-Chromosomaal.
  • Een kleurenblinde man en een heterozygoot (niet-kleurenblinde) vrouw krijgen een kind.

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel procent van de nakomelingen is kleurenblind?
A
25% alleen de mannen
B
25% alleen de vrouwen
C
50% mooi verdeeld
D
100% zowel mannen als vrouwen

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

  • Stel je voor: de donkergekleurde eigenschap is X-chromosomaal en recessief. 
  • X-Chromosomaal dus X met een willekeurige letter   (F of f)

Slide 18 - Tekstslide

Welke opties zijn er mogelijk voor persoon 5 als dit een man is?
A
XF Y-
B
Xf Y-
C
XF XF
D
XF Y- en Xf Y-

Slide 19 - Quizvraag

Die biologietoets komt helemaal goed!
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Succes met de voorbereiding
Bij vragen kan je altijd een mailtje sturen!

Slide 21 - Tekstslide