H 1.4 Cilinder en cirkel

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Rekenbreak
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Rekenbreak
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk controleren


H 1.3 

opdr. 27, 28, 29, 33, 34, 37 

 

(In de rechthoek van opdr. 37 ook de diagonalen tekenen).

 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
- Ik weet dat een balk is opgebouwd uit rechthoeken.  
- Ik kan de letters bij de hoekpunten van een balk en een      rechthoek zetten. 
 
- Ik kan de uitslag van een balk herkennen.  
- Ik ken de term diagonaal en kan ik dit toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Rekenbreak H 1.3

Slide 4 - Tekstslide

Aan het eind van deze les:

- Ken ik de vlakke vormen van een cilinder.

- Ken ik diameter, middellijn, straal en middelpunt van een  

   cirkel. 

- Kan ik mbv de passer een cirkel tekenen (De leerling kan  

   omgaan met de passer). 

- Ken ik het begrip cilindermantel. 

- Kan ik de uitslag van een cilinder herkennen.


 

Slide 5 - Tekstslide

KGT boek blz. 28

Slide 6 - Tekstslide

Werkblad

De uitslag van een cilinder bestaat uit  cirkels en een rechthoek.


Knip de uitslag op het werkblad uit en vouw er een cilinder van.


1. De uitslag van een cilinder bestaat uit  cirkels en een rechthoek.



2. Knip de uitslag op het werkblad uit en vouw er een cilinder van.

Werkblad
3. Smeer 1 van de rondjes in met lijm en plak de uitslag in je schrift.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

cilindermantel
grondvlak

Slide 9 - Tekstslide

Opdr. 39a - De twee platte vlakken van een cilinder hebben de vorm van een cirkel. Zijn de twee cirkels even groot?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Opdr. 39b - Welke van de zeven wiskundige ruimtefiguren heeft één vlak in de vorm van een cirkel?
A
bol
B
kegel
C
cilinder
D
piramide

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Opdr. 43 - Jonny zegt: 'Je kunt op meer dan 100 plaatsen een straal in een cirkel tekenen.' Marieke zegt: 'Nee hoor, dat kan maar op één plaats.'
Wie heeft volgens jou gelijk?
A
Jonny
B
Marieke

Slide 13 - Quizvraag

(blz. 33)

Slide 14 - Tekstslide

(blz. 34)

Slide 15 - Tekstslide

(blz. 34)

Slide 16 - Tekstslide

(blz. 34)

Slide 17 - Tekstslide

Aan het eind van deze les:

- Ik ken de vlakke vormen van een cilinder.

- Ik ken diameter, middellijn, straal en middelpunt van een  

   cirkel. 

- Ik kan mbv de passer een cirkel tekenen (De leerling kan  

   omgaan met de passer). 

- Ik ken het begrip cilindermantel. 

- Ik kan de uitslag van een cilinder herkennen.


 

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk


H 1.4 

opdr. 40, 41, 44, 

47, 48, 49, (E)





Slide 19 - Tekstslide