H7 Arbeidsmarkt

H7 Arbeidsmarkt
Toets in de toetsweek
SO over H7
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H7 Arbeidsmarkt
Toets in de toetsweek
SO over H7

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij de arbeidsmarkt?

Slide 2 - Woordweb

Mensen die werkloos zijn, die zijn lui!
Ja dat klopt!
Niet altijd, want soms is het niet hun eigen keuze!

Slide 3 - Poll

De vraag naar arbeid komt van de
A
Werknemers
B
Werkgevers

Slide 4 - Quizvraag

H7.1 Vraag en aanbod
Vraag naar arbeid > door werkgevers (bedrijven en overheid)
Aanbod van arbeid > door de beroepsbevolking

Beroepsbevolking = de werkenden en werkzoekenden.
(dus niet die vrijwillig niet werken bijv. huisman/vrouw, student)

Slide 5 - Tekstslide

H7.1 Vraag en aanbod
 Alle beschikbare betaalde banen bij elkaar zijn de arbeidsplaatsen
De arbeidsplaatsen zijn bezet of onbezet. Dan is er sprake van een vacature.

Werkgelegenheid = alle bezette en onbezette arbeidsplaatsen bij elkaar.

Slide 6 - Tekstslide

7.2  Arbeidsmarkt
Arbeidsmarkt = totale aanbod van arbeid en vraag naar arbeid bij elkaar. (dus bijvoorbeeld in Nederland)

Werkloos? Dan inschrijven bij het UWV voor een uitkering.
- je moet wel werk blijven zoeken
-direct beschikbaar zijn voor werk
-als je weer naar dagschool gaat stopt je uitkering

Slide 7 - Tekstslide

7.2 Arbeidsmarkt
Werklozen kunnen voor hulp terecht bij Werk.nl en bij de gemeente.
- hulp bij het vinden van een baan.
-sollicitatietraining.

Werk is belangrijk voor je ervaring en ritme. 

Slide 8 - Tekstslide

7.2 Werkloosheid
Regionale  werkloosheid > in sommige regio's (delen) van Nederland is moeilijker werk te vinden.

Verborgen werkloosheid > werklozen die niet zijn ingeschreven bij het UWV, en dus ook geen uitkering krijgen.

Slide 9 - Tekstslide

Als je werkloos raakt dan moet je je melden bij
A
Arbeidsburo
B
UWV
C
AOW
D
Werk.nl

Slide 10 - Quizvraag

De gemeente helpt met het zoeken naar werk voor werklozen.
Dat is goed, want dan kunnen werklozen ervaring opdoen
Dat is niet goed, werklozen moeten zelf leren om werk te zoeken.

Slide 11 - Poll

Peter woont in de provincie Groningen. Hij verhuist naar Rotterdam omdat daar meer werk is.
In Groningen is er sprake van:
A
Frictie werkloosheid
B
Verborgen werkloosheid
C
Regionale werkloosheid
D
Seizoenwerkloosheid

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

7.3 Kans op werk
Goede opleiding zorgt voor een goede positie op de arbeidsmarkt.
Maar ook ervaring, leeftijd, talent en vakkennis.

Leidinggevende functie (bijvoorbeeld manager, directeur)
Uitvoerende functie (doen wat gezegd wordt)

Slide 15 - Tekstslide

H7 rekenen met salaris en vakantiegeld
Je krijgt over je jaarloon 8% vakantiegeld. (vaak in mei betaald)
Dus als je € 1.200 per maand verdient dan krijg je ook nog aan vakantiegeld: € 1.200 x 12 = € 14.400 + 8%
€ 14.400 : 100 x 8 = € 1.152 vakantiegeld. 

Loonsverhoging van 1,5% = € 1.200 : 100 x 101,5 = € 1.218
(0f € 1.200 : 100 x 1,5 = € 18 + € 1.200 = € 1.218)

Slide 16 - Tekstslide

7.4 Werkloos
Seizoenwerkloosheid > zomer/winter
Frictiewerkloosheid > tijdelijke werkloosheid (tussen banen in) 

Nederlandse bedrijven en buitenlandse bedrijven hebben concurrentie.
Banen naar het buitenland omdat daar de lonen laag zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Sara is klaar met het mbo en kan over 1 maand beginnen met werken bij de gemeente Zaandam
A
Regionale werkloosheid
B
Seizoenwerkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Verborgen werkloosheid

Slide 18 - Quizvraag

Jaap kan geen baan vinden in Limburg en zoekt werk in Utrecht
A
Regionale werkloosheid
B
Seizoenwerkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Verborgen werkloosheid

Slide 19 - Quizvraag

Rogier stopt met werken om de komende 3 maanden voor zijn vader te gaan zorgen.
A
Regionale werkloosheid
B
Seizoenwerkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Verborgen werkloosheid

Slide 20 - Quizvraag

Fatma werkt bij een bootjesverhuur in Amsterdam. Vanaf de herfst moet zij ander werk zoeken.
A
Regionale werkloosheid
B
Seizoenwerkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Verborgen werkloosheid

Slide 21 - Quizvraag

Op welke manier kan de werkgelegenheid in Nederland dalen door concurrentie met het buitenland?

Slide 22 - Woordweb

Infrastructuur
Infrastructuur zijn voorzieningen (voorzieningen zijn alle zaken waar je gebruik van kunt maken) in een gebied (of land) waardoor het beter kan functioneren, zoals wegen, spoorlijnen, internetkabels, havens, bruggen en vliegvelden. 

Hierdoor zullen bedrijven makkelijker op die plek gaan beginnen. En daardoor krijg je dus ook meer werkgelegenheid in dat gebied (of land).

Slide 23 - Tekstslide