6.2: 6 en 11 januari

Welkom!
We gaan verder met de stof van voor de vakantie. Even jullie geheugen opfrissen:

1. Kies het jaartal wat je het meest van belang vindt voor de wording van de Nederlandse staat; kies je 1588, of 1579 of 1581 of 1648? Waarom?

2. Beschrijf aan de zelfgekozen spotprent waar de strijd tussen Maurits en Johan van Oldebarneveld over gaat. Er zijn op internet verschillende te vinden; kies er een van en leg uit waar de prent over gaat en waar de strijd tussen Maurits en de raadspensionaris over gaat.

3. Maak van 6.2 vraag 1 en 3. 


1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
We gaan verder met de stof van voor de vakantie. Even jullie geheugen opfrissen:

1. Kies het jaartal wat je het meest van belang vindt voor de wording van de Nederlandse staat; kies je 1588, of 1579 of 1581 of 1648? Waarom?

2. Beschrijf aan de zelfgekozen spotprent waar de strijd tussen Maurits en Johan van Oldebarneveld over gaat. Er zijn op internet verschillende te vinden; kies er een van en leg uit waar de prent over gaat en waar de strijd tussen Maurits en de raadspensionaris over gaat.

3. Maak van 6.2 vraag 1 en 3. 


Slide 1 - Tekstslide

1 Kies het jaartal wat je het meest van belang vindt voor de wording van de Nederlandse staat; kies je 1588, of 1579 of 1581 of 1648?
De docent vraagt om een toelichting, dus bedenk goed waarom je dat jaartal kiest.
A
1588
B
1579
C
1581
D
1648

Slide 2 - Quizvraag

Waarover gaat de strijd tussen Maurits en Johan van Oldebarneveld ook alweer? Schrijf hieronder de strijdpunten.

Slide 3 - Open vraag

Johan van Oldebarneveld
We bekijken beeldmateriaal van Johan van Oldebarneveld. Ook de strijdpunten met Maurits komen hier naar voren. Ga voor jezelf na of je ook deze strijdpunten kunt verklaren:
- waarom was Maurits vanuit zijn positie als stadhouder tegen het 12-jarig bestand en waarom was Johan van Oldebarneveld juist voor? 
- Waarom was van Oldebarneveld voor particularisme? 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

vraag 5
We gaan in een drietal vraag 5 behandelen. Ik zal jullie in een subteam 'zetten' (hopelijk lukt dat ;-).Na 15 minuten zie ik jullie graag weer terug inde stream. 

Slide 6 - Tekstslide

Noem twee voorbeelden van een tolerante Republiek

Slide 7 - Open vraag

Noem twee voorbeelden waaruit blijkt dat de Republiek niet tolerant was.

Slide 8 - Open vraag

leerdoelen:
- Je kunt uitleggen dat in staatkundig opzicht de Republiek uniek is 
- je kunt uitleggen dat dankzij de unieke staatkundige inrichting, er meer tolerantie is naar bijvoorbeeld andere geloven.
- je kunt uitleggen met voorbeelden dat er geen volledige godsdienstvrijheid was in de Republiek

Slide 9 - Tekstslide

De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in  economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
Wat betekent deze zin eigenlijk? 
Wat is staatkundig opzicht? 

Slide 10 - Tekstslide

Wat maakt de Republiek in staatkundig opzicht uniek?
A
Er is geen koning aan de macht
B
Er zijn vaste grenzen
C
Het land ligt voor het grootste gedeelte aan ze
D
De stadhouder en raadspensionaris delen de macht

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Wat heeft de staatkunde te maken met tolerantie? wie kan wat bedenken? 

Bekijk straks het filmpje tot minuut 11:00.
Pak ondertussen even koffie/thee/fris, loop lekker een rondje om huis. Ik zie jullie over een kwartiertje terug.


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Huiswerk
Jullie maken opdracht 8 van paragraaf 6.2 en je leert paragraaf 6.2. Verder werk je de leerdoelen uit. Dan gaan we de volgende les verder met het culturele aspect van de Gouden Eeuw. 

Slide 15 - Tekstslide

13 januari
wat gaan we vandaag doen:
- nakijken opdracht 8 van 6.2 en kort bespreken leerdoelen.
- kenmerkend aspect verdiepen: De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
- favoriete schilderij van mevr. Visscher bekijken ;-)

Slide 16 - Tekstslide

antwoord opdracht 8,om na te kijken
a A Bestuur Republiek: Staten-Generaal, Gewestelijke Staten, stadhouder, raadspensionaris (leerdoel 1 en 5). In de Staten-Generaal, waarin afgevaardigden van de Gewestelijke Staten bijeenkwamen, was de raadspensionaris van Holland een machtige man. De stadhouder was legerbevelhebber.


 B Bestuur Republiek: particularisme, Oranjegezinden, Willem III, staatsgezinden (leerdoel 1, 2 en 5). In de tijd van Willem III kregen de Oranjegezinde regenten, die meer macht wilden geven aan de stadhouder, steeds meer bestuursfuncties. Dit ging ten koste van de staatsgezinden die particularisme nastreefden.

 C Geloof Republiek: orthodoxen, gematigden, Maurits, Oldenbarnevelt (leerdoel 1 en 2). In het Twaalfjarig Bestand stonden twee richtingen binnen de protestantse kerk tegenover elkaar: de gematigden met raadspensionaris Oldenbarnevelt als politiek leider en de orthodoxen met stadhouder Maurits aan hun zijde.

 D Bestuur Republiek: 1672, Keulen, Engeland, Münster (leerdoel 3). Tijdens het Rampjaar 1672 werd de Republiek aangevallen door Frankrijk, Engeland, Münster en Keulen.

Slide 17 - Tekstslide

 E Bestuur Frankrijk: absolutisme, Bossuet, koning, droit divin (leerdoel 3 en 5). In het bestuur van Frankrijk gold het absolutisme als uitgangspunt, met bijzonder veel macht voor de koning. Dit was gebaseerd op het droit divin geformuleerd door bisschop Bossuet.

 F Geloof Frankrijk: katholiek, Edict van Nantes, Lodewijk XIV, hugenoten (leerdoel 3). In Frankrijk schafte de streng katholieke koning Lodewijk XIV het Edict van Nantes af, waardoor de hugenoten hun burgerrechten en recht op gewetensvrijheid verloren.

 G Bestuur Engeland: Jacobus I, Jacobus II, Maria Stuart, Anglicanen (leerdoel 4 en 5). In Engeland waren de Anglicanen bang dat de katholieke koningen Jacobus I en later Jacobus II te veel macht en rechten toekenden aan de katholieken. Daarom gaven zij er de voorkeur aan om te worden geregeerd door de protestantse Willem III die gehuwd was met de protestantse Engelse prinses Maria Stuart.

 H Geloof Engeland: parlement, Glorious Revolution, Bill of Rights, Willem III (leerdoel 4 en 5). Willem III en Maria Stuart, zijn echtgenote, mochten in 1688 van het Engelse Parlement het bestuur over Engeland op zich nemen nadat zij instemden met de Bill of Rights, waarmee de macht van de koning werd beperkt. Deze gebeurtenis heet de Glorious Revolution.

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
1 Je kunt beschrijven hoe het streven naar particularisme de staatsinrichting van de Republiek heeft beïnvloed. (Zin A, B, C)
2 Je kunt uitleggen waarom de stadhouders probeerden hun macht te vergroten. (Zin A, B, C)
3 Je kunt beschrijven hoe en waarom de Franse koning zijn macht vergrootte. (Zin D, E, F)
4 Je kunt beschrijven hoe in Engeland de strijd om de bestuursmacht tussen koning en parlement verliep. (Zin G, H)
5 Je kunt overeenkomsten en verschillen noemen tussen de staatsinrichtingen van de Republiek, Frankrijk en Engeland. (Zin A, B, E, H)


Slide 19 - Tekstslide

schilderij
Waarom ik dit schilderij zo fascinerend vind...

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Video

Maak een samenvatting van paragraaf 6.3 door bij elk tussenkopje een passende afbeelding te zoeken. Uit onderzoek is gebleken dat het onthouden van beelden in combinatie met tekst, een heel goede manier is om stof te leren/te onthouden. Jullie lezen dus paragraaf 6.3en zoeken bij elk tussenkopje een afbeelding. Vervolgens leg je de relatie tussen de afbeelding en het stukje tekst. 

Slide 23 - Tekstslide

inleveren
Deze opdracht, samenvattingen maken aan de hand van zelfgekozen afbeeldingen, leveren jullie in magister in. Hier krijg je een week de tijd voor, dus 20 januari leveren jullie dit in. Jullie maken deze opdracht alleen. De opdracht is al aangemaakt in magister.

Slide 24 - Tekstslide

welkom 18 januari
Wat gaan we vandaag doen:
- bespreken opdracht; hoe gaat het met het zoeken van afbeeldingen?
- introductie nieuwe opdracht. 

Slide 25 - Tekstslide

Kunst en wetenschap
Paragraaf 6.3 gaat over kunst en wetenschap. Twee domeinen waar de Republiek in uitblinkt. We gaan enkele voorbeelden hiervan bekijken.  We beginnen met een kort fragment over kunst in de Gouden Eeuw.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Waar denk je aan bij kunst in de
Gouden Eeuw?

Slide 28 - Woordweb

Slide 29 - Video

Voorbeelden van wetenschap
in de Gouden Eeuw

Slide 30 - Woordweb

uitleg opdracht

Je mag deze opdracht in tweetallen of alleen, dat mag je zelf weten. Je kiest een onderwerp: kunst in de Gouden Eeuw of wetenschap inde Gouden eeuw.  Vervolgens bekijk je (en dat doe je wel alleen) een aflevering van de serie de Gouden Eeuw. Je bekijkt een aflevering over kunst in de Gouden Eeuw (titel; de prijs van kunst) of je bekijkt een aflevering over wetenschap in de Gouden Eeuw (titel; een nieuwe wetenschap)

Slide 31 - Tekstslide

documentaire opdracht
Je schrijft vervolgens een korte samenvatting van een half A4 van de documentaire. Verder maak een screenshot van het moment van de documentaire wat je het meest interessant vindt, meest opvallend, meest leerzaam. Iets dat je is bijgebleven. Dit screenshot van het fragment (zet erbij per minuut nauwkeurig) zet je onder de samenvatting en je vertelt erbij waarom je voor dit fragment hebt gekozen. 

Slide 32 - Tekstslide

inleveren.
Je mag hier het gehele lesuur aan werken vandaag, en ik wil graag dat je het volgende week maandag inlevert. Het bestand kun je delen via magister. (een opdracht wordt aangemaakt)

Slide 33 - Tekstslide

link website
de sheet hierna is een linkje naar de documentaire over wetenschap in de Gouden eeuw.
Het tweede linkje is naar kunst uit de Gouden Eeuw.

Veel succes en plezier!

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Slide 36 - Link

20 januari
- bespreken documentaire opdracht, hoe gaat het? Loop je ergens tegenaan? Heb je al een favoriet fragment?
- Groepsopdracht;werken aan leerdoelen

Slide 37 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
we gaan vandaag in groepjes in de leerdoelen van paragraaf 6.3 uitwerken.  Je krijgt hiervoor 15 minuten de tijd. Daarna gaan we klassikaal dit kort bespreken. Bedenk alvast wie van jou groepje welk leerdoel kan uitleggen in de stream. 

Slide 38 - Tekstslide

leerdoelen 6.3
- Je kunt uitleggen dat bij de wetenschappelijke revolutie een nieuwe manier van onderzoek hoort.
- Je kunt beschrijven hoe burgers en overheid wetenschappelijk onderzoek bevorderen
- Zoek een passend schilderij uit de Gouden Eeuw bij de wetenschappelijke revolutie en leg uit waarom dit er goed bij past.
Zoek een passend schilderij uit 17e eeuws Frankrijk en leg uit waarom dit schilderij goed past bij Frankrijk in die tijd. 
timer
20:00

Slide 39 - Tekstslide

Ben je klaar?
Dan kun je verder werken aan het uitwerken van de documentaire opdracht. 

Slide 40 - Tekstslide