hst 6 paragraaf 4 "Olie, gas en steenkool"

Hst 6.4 "Olie, gas en steenkool"
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hst 6.4 "Olie, gas en steenkool"

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe fossiele brandstoffen zijn gevormd. 
  • Je kunt de gevolgen voor het milieu beschrijven die kunnen optreden als gevolg van de uitstoot van schadelijke gassen.
  • Je kunt een aantal fossiele brandstoffen beschrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
herhaling voorgaande paragrafen
filmpje over 6.4
extra uitleg 6.4

Slide 3 - Tekstslide

Sommige metalen kunnen zeer heftig met water reageren. Welke twee metalen zijn dat?
A
ijzer en koper
B
natrium en kalium
C
lood en tin
D
cadmium en kwik

Slide 4 - Quizvraag

Wat is corrosie van metalen? Corrosie is:
A
een metaal mengen meteen ander metaal
B
het aantasten van metaal door een zuur
C
de aantasting van metalen door stoffen uit de lucht
D
een laagje zink over een metaal aanbrengen

Slide 5 - Quizvraag

Er zijn onedele metalen en edelmetalen. Wat uitspraak over edelmetaal is waar?
A
Hoe edeler des te duurder het proces is om het te winnen
B
Hoe edeler des te beter het metaal reageert met andere stoffen
C
Hoe edeler des te slechter het metaal reageert met andere stoffen
D
Hoe edeler des te zwaarder het metaal is

Slide 6 - Quizvraag

Welke stof zit er in bauxiet?
A
Ijzer
B
Koper
C
Aluminium
D
Zwavel

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het voordeel van legeringen ten opzichte van zuivere metalen?
A
legeringen zijn harder
B
legeringen zijn zachter
C
zuivere metalen zijn goedkoper

Slide 8 - Quizvraag

een gouden sieraad bevat 60% goud.
Hoeveel karaat is dit?
A
9,6 karaat
B
12 karaat
C
14,4 karaat
D
20 karaat

Slide 9 - Quizvraag

hoeveel gram goud zit er in een
14 karaats gouden sieraad van 25 g?
A
12,5 g
B
20,4 g
C
14,6 g
D
17,8 g

Slide 10 - Quizvraag

 6.4 "Olie, gas en steenkool"

Slide 11 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen
Aardolie, aardgas en steenkool zijn fossiele brandstoffen.


Slide 12 - Tekstslide

Onstaan fossiele brandstoffen

Slide 13 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:

- aardgas
- aardolie
- steenkool

Slide 14 - Tekstslide

Steenkool
Steenkool (verbrandt om warmte) bevat behalve koolstof en waterstof ook zwavel. 
Bij verbranding ontstaat behalve CO2 + H2O ook zwaveldioxide (uitstoot leidt tot zure regen). 

Slide 15 - Tekstslide

Aardgas, aardolie en steenkool zijn voorbeelden van...
A
...fossiele brandstoffen
B
...natuurlijke producten
C
...herbruikbare grondstoffen
D
...metalen

Slide 16 - Quizvraag

Uit welk element bestaat steenkool voornamelijk?
A
H (waterstof)
B
O (zuurstof)
C
S (zwavel)
D
C (koolstof)

Slide 17 - Quizvraag

Aardgas

Slide 18 - Tekstslide

Aardgas
Aardgas komt in Nederland vooral uit Groningen. 

Aardgas bestaat 80% uit methaan (CH4) en 20% uit stikstof (N). 

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het reactieschema bij volledige verbranding van aardgas?
A
aardgas (s)+ zuurstof (g) --> water (l) + koolstofdioxide (g)
B
aardgas (g) --> water (g) + koolstofdioxide (g)
C
aardgas (g)+ zuurstof (g) --> water (l) + koolstofdioxide (l)
D
aardgas (g)+ zuurstof (g) --> water (g) + koolstofdioxide (g)

Slide 20 - Quizvraag

Aardgas bestaat voornamelijk uit...
A
...butaan
B
...pentaan
C
...methaan
D
....ethaan

Slide 21 - Quizvraag

Aardolie

Slide 22 - Tekstslide

Aardolie
Aardolie wordt gebruikt voor het maken van:
  • benzine en diesel

  • make-up
  • medicijnen
  • plastics 
  • asfalt 
  • nog veel meer

Slide 23 - Tekstslide

Aardolie is ontstaan doordat planten heel lang geleden onder de aarde zijn gaan rotten.
Is aardolie een organische stof?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Waarom is aardolie geen hernieuwbare grondstof?

Slide 25 - Open vraag

Samenstelling van een fossiele brandstof
De samenstelling van een fossiele brandstof is wat elementen betreft vaak gelijk:
Aardgas ->  methaan CH4
Steenkool -> C (Koolstof)
Aardolie -> bijvoorbeeld Benzine (octaan) C8H18
Je ziet nu dat er eigenlijk altijd wel een C of een C+H in zit. 

Slide 26 - Tekstslide

Koolwaterstoffen
Aardgas en aardolie hebben altijd een C of een C+ H er in zitten, daarom noemen we deze stoffen “koolwaterstoffen”. 
C= koolstof
H= waterstof

Slide 27 - Tekstslide

Koolwaterstoffen

Slide 28 - Tekstslide

Verbranding van een koolwaterstof

Als je een koolwaterstof verbrand krijg je altijd water en koolstofdioxide (bij volledige verbranding). 

Slide 29 - Tekstslide

Volledige verbranding methaan

Slide 30 - Tekstslide

Koolstofmonoxide (CO) is een koolwaterstof
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

fossiele brandstoffen zijn eindig...


En dan?


Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

aan de slag
lezen en maken 6.4

Slide 34 - Tekstslide