H1.4 De 10 Tijdvakken

H1 'Mijn eigen omgeving
cursus 1.4 'de 10 tijdvakken'
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H1 'Mijn eigen omgeving
cursus 1.4 'de 10 tijdvakken'

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen lesdoelen 1.3
  • Lesdoelen 1.4
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen lesdoelen 1.3

Slide 3 - Tekstslide

De geschiedenis is in te delen in 5 verschillende perioden. Welke?

Slide 4 - Open vraag


Het jaar 200 n.chr. hoort bij welke periode? 
A
De Middeleeuwen
B
De Oudheid
C
De Prehistorie
D
De Moderne Tijd

Slide 5 - Quizvraag

1 eeuw is:
A
10 jaar
B
50 jaar
C
1000 jaar
D
100 jaar

Slide 6 - Quizvraag

Lesdoelen 1.4
  • Je kunt de 5 perioden benoemen.
  • Je kunt 5 van de 10 tijdvakken benoemen
  • Je kunt een tijdvak herkennen aan het pictogram.

Slide 7 - Tekstslide

De 10 tijdvakken
  1. De tijd van jagers en boeren ( tot 3000 v.chr.)
  2. De tijd van de Grieken en Romeinen (3000 v.chr-500 n.chr.)
  3. De tijd van monniken en ridders (500-1000)
  4. De tijd van steden en staten (1000-1500)
  5. De tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
  6. De tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
  7. De tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)
  8. De tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)
  9. De tijd van wereldoorlogen (1900-1950)
  10. De tijd van televisie en computers (1950-nu)

Slide 8 - Tekstslide

De 10 tijdvakken op een tijdlijn

Slide 9 - Tekstslide

Tijdvakken en pictogrammen

Kies uit:

  • Memory:

       Zoek het juiste pictogram bij

       het juiste tijdvak.

of:

  • Combinatiespel:

       Zoek het juiste pictogram bij

       het juiste tijdvak



Slide 10 - Tekstslide

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van monniken en ridders
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van burgers en stoommachines
D
Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 11 - Quizvraag

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van wereldoorlogen
D
Tijd van televisie en computers

Slide 12 - Quizvraag

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van ontdekkers en hervormers
C
Tijd van jagers en verzamelaars
D
Tijd van regenten en vorsten

Slide 13 - Quizvraag

Oefenen met tijdvakken


  • 10 tijdvakken




  • 5 perioden

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maken:
  • Cursus 1.4 blz.  26 t/m 31 opdr. 2 t/m 14, 17 (blz. 43, 45)
  • Begrippen en betekenissen


Klaar:

  • Alle blauwe opdr.
  • Verdieping blz. 34, 35
  • Topografie blz. 36, 37

Slide 15 - Tekstslide

Evaluatie lesdoelen
  • Je kunt de 5 perioden benoemen.
  • Je kunt 5 van de 10 tijdvakken benoemen
  • Je kunt een tijdvak herkennen aan het pictogram.
  • Slide 16 - Tekstslide