In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
oefentoets H4 nask
H4 "warmte"
§4.1 + §4.4 t/m §4.6
Slide 1 - Tekstslide
Voordat je begint met een toets
Geen telefoon anders dan gericht op je scherm;
Lees bij iedere opdracht zorgvuldig wat je moet doen;
Sla geen opdracht over, want je kan niet terug naar een opgave;
Klik bij een open vraag altijd eerst op "bewaren". Ga daarna pas verder naar de volgende vraag;
Vergeet niet om de toets in te leveren als je klaar bent.
Slide 2 - Tekstslide
Klaar om te beginnen?
Deze proeftoets bestaat uit 16 vragen.
Slide 3 - Tekstslide
De nieuwste elektrische auto van Tesla is razend snel. De elektrische energie zorgt voor de volgende omzetting.
A
elektrische energie
B
bewegingsenergie
C
verbranding
D
chemische energie
Slide 4 - Quizvraag
a. Leg uit wat er in de afbeelding gebeurt. b. hoe noem dit type warmte transport?
Slide 5 - Open vraag
Hiernaast zie je een cv-installatie. Wat stelt nummer 3 voor?
A
cv-ketel
B
radiator
C
pomp
D
warmtewisselaar
Slide 6 - Quizvraag
In de ISS worden de maaltijden opgewarmd in de magnetron. Ze koken niet op gas. Ze zijn onder andere bang van een bepaald type gas. Welke zou dat kunnen zijn?
A
Stikstof gas
B
koolstofdioxide gas
C
koolstofmono-oxide gas
D
methaan gas
Slide 7 - Quizvraag
In de ISS hebben ze te maken met extreme temperaturen. Zo is het in het heelal zeer koud, maar kan het in de ISS toch heel warm worden door de zon. Hoe komt dat?
A
Stralingswarmte
B
warmtegeleiding
C
warmte stroming
D
Stralingswarmte en warmtegeleiding
Slide 8 - Quizvraag
Waarom is een groot gedeelte van de ISS wit van kleur?
A
Om de stralingswarmte te absorberen
B
Om de stralingswarmte te weerkaatsen
C
Om de warmtegeleiding te weerkaatsen
D
Om de warmte stroming te bevorderen
Slide 9 - Quizvraag
Welke stoffen zijn warmtebronnen?
A
gasbrander, kooktoestel, handschoenen
B
Oven, voedsel, cv-ketel
C
gasbrander, cv-ketel, strijkijzer
D
Theelichtje, föhn, stopcontact
Slide 10 - Quizvraag
Stelling 1: Donkere voorwerpen kunnen goed infrarood straling absorberen Stelling 2: Donkere voorwerpen kunnen goed warmte uitstralen
A
Alleen stelling 1 is goed
B
Alleen stelling 2 is goed
C
stelling 1 en 2 zijn goed
D
stelling 1 en 2 zijn fout
Slide 11 - Quizvraag
Tijdens een practicum gebruiken we de gasbrander. Tijdens het practicum zetten we gasbrander op de gele vlam. a. Hoe noemen we de gele vlam? b. Waardoor is deze vlam anders dan de blauwe vlammen?
Slide 12 - Open vraag
Bij de gele vlam is er sprake van een onvolledige verbranding. Er komen verschillende stoffen en gassen vandaan. Welk gas is hier gevaarlijk en waarom?
Slide 13 - Open vraag
Je vult een luchtballon met warme lucht. a. Waarom stijgt deze ballon op? b. Hoe heet deze type warmte transport?
Slide 14 - Open vraag
Warmte transport kan ook in het water gebeuren. Hoe heet deze warmte transport?
A
Warmte stroming
B
warmte geleiding
C
warmte straling
D
eb en vloed
Slide 15 - Quizvraag
Hoe heet het warmte transport die door de zon wordt veroorzaakt?
A
Warmte stroming
B
warmte geleiding
C
warmte straling
D
Teletubbie straling
Slide 16 - Quizvraag
Waarom dragen astronauten witte pakken en een speciaal vizier?
Slide 17 - Open vraag
Waarom zijn zonnepanelen zwart van kleur?
Slide 18 - Open vraag
Hoe komt het dat je in de sneeuw terwijl het vriest bruin kan worden?