KTL2C 20 Woche 23 1. S d

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Eine schönen guten Tag KTL2C!

Heute ist Freitag den 5. Juni!

Ziel (Doel): 

1

 Ik ken de werkwoorden dürfen, können, möchten en mögen een beetje en oefen test hoeveel ik weet.

2 

Ik heb kennis gemaakt met ein/eine en kein/keine en begrijp dit

3

Ik oefen weer met Duits verstaan

4

Ik oefen met de woordenlijst A (2e maal)

Themen:

1]  Dieser LessonUp machen, (=deze LessonUp maken)

2] Hausaufgaben

Ab jetzt, ist Frau Rotteveel im Chat für Fragen!

Werkwoorden nieuw en oud

We hebben bekeken wat de oude regels zijn en hoe de nieuwe werkwoorden daarbij passen.

werkwoorden en de uitgangen die daarbij horen

Schrijf het werkwoord "brennen" op met de juiste uitgangen en het juiste persoonlijke voornaamwoorden, net zoals je geleerd heb in een rijtje!
Dus ik = ... + versteh... etc. alle vormen.

Heb je het werkwoord "brennen" goed vervoegd?

1. ja
2. nee

En?

Had je het werkwoord denken helemaal goed?

dan ga je verder met slide 10.

Was je antwoord nee?

Dan bekijk je de volgende youtube slide met de uitleg helemaal uit!

Nieuwe werkwoorden

Vorige lessen hebben we de werkwoorden

dürfen = mogen/toestemming hebben

können = kunnen/instaat zijn

mögen = houden van/ lusten

möchten = zou graag willen

dürfen / können/ mögen / möchten

Ik mag naar school. -> Ich darf zur Schule.

Ik kan niet weg gaan. -> Ich kann nicht weggehen.

Ik hou niet van Spinazi. -> Ich mag kein Spinat.

Ik zou graag een gebakje willen. -> Ich möchte einen Stück Kuchen.

Een kleine oefening.

ik kan

hij zou graag willen

jullie hebben toestemming

zij lusten

u houdt van

ik mag

het kan

jij bent in staat

jij leert

hij verstaat

zij zwemt

jullie spelen

jij gaat slapen

wij douchen ons (=uns)

M / V / O / Mv

We hebben nu 3x de regels voor m/w/o/mv behandeld.

en we weten dat

der = mannelijk

die = vrouwelijk

das = onzijdig

die = meervoud

We hebben de lidwoorden

                                 m       v         o       mv

de / het             ->  der    die     das   die

een                     ->  ein    eine   ein    eine

geen                  ->  kein  keine kein  keine

Dus wat betekent dat?

de man         =    der Mann            wordt            ein/kein  Mann

de vrouw      =   die Frau               wordt            eine/keine  Frau

het kind        =   das Kind              wordt            ein/kein  Kind

de mensen =  die Menschen    wordt            eine/keine Menschen

                                                                                             een/geen mensen

Hoe gaat dat dan met woorden

en de combinatie ein/kein/der enzo?

even kijken of je het begrepen hebt.

de school =

1. der Schule
2. die (v) Schule
3. das Schule
4. die (mv) Schule

een / geen school
wordt dan

1. ein/kein Schule
2. eine/kein Schule
3. ein/kein Schule
4. eine/keine Schule

het vak =

1. der Fach
2. die (v) Fach
3. das Fach
4. die (mv) Fach

een / geen vak
wordt dan

1. ein/kein Fach
2. eine/keine Fach
3. ein/kein Fach
4. eine/keine Fach

de leraar =

1. der Lehrer
2. die (v) Lehrer
3. das Leher
4. die (mv) Leher

een / geen leraar
wordt dan

1. ein/kein Lehrer
2. eine/keine (v) Leher
3. ein/kein (o) Lehrer
4. eine/keine (mv) Leher

mannelijk

vrouwelijk

onzijdig

der

die

das

ein 

eine

ein

Sleepvraag

ging de sleepvraag goed? -> dan voor de volgende keer leren grammatica 2 op blz. 66

ging de sleepvraag niet goed? -> dan voor de volgende keer leren grammatica 2 op blz. 66

+

https://www.youtube.com/watch?v=htLZ1lEhG7M

Luisteren

We zijn al een tijdje bezig met luisteren.

Eens kijken of we aan een stapje + toe zijn.

Open onderstaande link in een andere browser.

Dan kun je de de vragen beantwoorden terwijl je luistert.

https://www.zdf.de/kinder/logo/logo-am-mittwochabend-104.html

linkje staat ook bij de vergadering

Vanaf wanneer mag je weer bijna door heel Europa reizen?

1. Ab 15. Juni.
2. Ab 1. Juli.
3. Ab 15. Juli.
4. ?

Er wordt gesproken over "Reisehinweise". De politicus zegt daarover dat: Het ...

1. is een uitnodiging om weer te gaan reizen.
2. is geen uitnodiging om weer te gaan reizen.
3. 1

Aan wie gaat de overheid geld verdelen? (2 partijen)

Hoe begint de schooldag voor kinderen in de bergen in Peru?

1. Door boeken te pakken en op het mobieltje te kijken wat de opdrachten zijn.
2. Door met een mobieltje de berg op te klimmen en huiswerk te uploaden i.v.m. wifi.
3. Door op de berg te klimmen en te wachten op de docent.

Hoe eindigt de schooldag voor kinderen in de bergen in Peru?

1. Door alles op te ruimen.
2. Omdat de docent weer weg gaat.
3. Door de berg op te klimmen en het maakwerk te versturen nadat er weer wifi mogelijk is.

Hoe heet de ster die geïnterviewd wordt?

Wanneer was zijn eerste opname van liedjes?

woordjes geleerd? 

Ga naar Quizlet live en laat zien wat je al weet: 

de link  komen in de volgende slide.

Wörterliste A Kapitel 5

 

https:

Hoeveel hoofdletters moeten in de volgende tekst?

gesamtschule
in diese schule gehen hauptschüler, realschüler und gymnasialschüler. alle haben in einem gebäude unterricht, wie in den niederlanden.

Hausaufgaben

Vorbereiten:

Kapitel 5 Grammatik 2

Machen:

10.1/2/4, 11.1/2 und 12.3

Lernen/kennen: 

Wörterliste A (4. Mal)

mögen (1. Mal)

Können (2 Mal)

Heb je het doel,
Ik ken de werkwoorden dürfen, können, möchten en mögen een beetje en oefen test hoeveel ik weet.
behaald?

En tevreden met wat je al van de nieuwe werkwoorden wist?

1. ja, ga zo door met leren
2. nee, hang aan de spiegel in de badkamer het werkwoord en lees dit door als je je tanden poetst

Heb je het doel,
Ik heb kennis gemaakt met ein/eine en kein/keine en begrijp dit
behaald?

Heb je het doel,
Ik oefen weer met Duits verstaan

Deze luisteropdracht was

1. prima te doen
2. moeilijker, maar ging wel
3. veel moeilijker

Heb je het doel,
Ik oefen met de woordenlijst A Kapite 5, behaald?

Danke und bis Freitag!

De link van deze les blijft beschikbaar in de klas bij LessonUp. 

Dan kan je het nog eens terugkijken. 

Heel veel succes met alles en blijf vooral gezond!