OZL: Geluid Geluid maken en horen LES 1

Geluid
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Geluid

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je bent in staat om verschillende geluidsbronnen te benoemen en de werking hiervan te beschrijven. 
  • Je weet dat geluid een tussenstof/medium nodig heeft om zich te verplaatsen. 
  • Je kan door middel van de geluidsnelheid de afstand tot een geluidsbron berekenen. 
  • Je kunt de opbouw van het menselijk oor beschrijven. 
  • Je kunt de opbouw van het menselijk stemorgaan beschrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Karel slaat een snaar aan, wat kan hij niet doen om een andere toon te krijgen
A
De snaar strakker aanspannen
B
Een dunnere snaar aanslaan
C
Een langere snaar aanslaan
D
De snaar harder aanslaan

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de grootheid die bij de eenheid decibel hoort?
A
Frequentie
B
Hertz
C
Geluidssterkte
D
geluidsbron

Slide 4 - Quizvraag

Welke eenheid hoort bij de grootheid
Frequentie
A
Decibel
B
Hertz
C
Geluidssterkte
D
km/h

Slide 5 - Quizvraag

Medium/Tussenstof

Slide 6 - Tekstslide

Geen Tussenstof/Medium

Slide 7 - Tekstslide

ademhalen en praten gaan 
niet tegelijk

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Van geluidsbron naar oor
- Geluidsbron gaat trillen (b.v. conus van luidspreker)
- Dit brengt de lucht eromheen in beweging
- Zo spreidt geluid zich verder uit (voortplanting)
- Geluidsnelheid: De snelheid waarmee geluid zich voortplant

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoe werkt de echo

Het schip zend een geluid uit.

De bodem kaatst het geluid terug.

het schip vangt het geluid weer op.


D = 1/2 . v(geluid) . t

Leg uit waarom je een 1/2 gebruikt?

geluidsnelheid in zeewater = 

1510 m/s

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

In de bergen hoor je een echo van jezelf.
Het geluid doet er 4 seconde over om te horen.
Hoe groot is de afstand tussen jou en de berg die het geluid terug kaatst?
A
ongeveer 700 meter
B
ongeveer 1400 meter
C
ongeveer 350 meter
D
ongeveer 1000 meter

Slide 20 - Quizvraag

Je ziet een heimachine die een heipaal in de grond slaan. Je ziet het blok op de heipaal vallen en na 2 seconde hoor je de dreun. Bereken de afstand?
A
ongeveer 700 meter
B
ongeveer 500 meter
C
ongeveer 200 meter
D
Dit is niet uit te rekenen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de geluidsnelheid?
A
de snelheid waarmee je het beu bent om naar bepaalde muziek te luisteren
B
de snelheid van geluid door lucht
C
de snelheid van geluid door een tussenstof
D
een auto die net zo snel rijdt als zijn geluid

Slide 22 - Quizvraag

je ziet hier een wekker onder een luchtdichte stolp, als de wekker rinkelt zetten we een luchtpomp aan die de lucht onder de stolp wegpompt.
Wat zal er gebeuren?
Wat hoor je?

Slide 23 - Tekstslide