V4 - T1: IN de les - BS5

Basisstof 5: transport door membranen
V4
Thema 1
Inleiding in de biologie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 5: transport door membranen
V4
Thema 1
Inleiding in de biologie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe een membraan is opgebouwd
  • Je kunt uitleggen dat een membraan semipermeabel is
  • Je kunt uitleggen hoe door middel van diffusie en osmose stoffen door het celmembraan worden getransporteerd
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen dit transport voor cellen kunnen hebben

Slide 2 - Tekstslide

Noteer een overeenkomst tussen diffusie en osmose

Slide 3 - Open vraag

Noteer twee verschillen tussen diffusie en osmose

Slide 4 - Open vraag

Men voegt een hypertone oplossing toe aan rode bloedcellen van runderen.
Uiteindelijk zullen deze cellen...
A
zwellen doordat ze door osmose water opnemen, net zolang totdat ze knappen
B
krimpen doordat ze door osmose water verliezen
C
geen water opnemen of verliezen

Slide 5 - Quizvraag

Als je een zak chips opeet dan...

A
stijgt de osmotische waarde van het bloed
B
blijft de osmotische waarde van het bloed gelijk
C
daalt de osmotische waarde van het bloed

Slide 6 - Quizvraag

Leg uit waardoor de dorst krijgt na het eten van een zak chips

Slide 7 - Open vraag

Het celmembraan bestaat uit een dubbele laag van fosfolipiden. 
Hydrofiele buiten- en binnenkant
hydrofobe tussenlaag
moeilijk doordringbaar voor water

Slide 8 - Tekstslide

aquaporine
eiwitkanaal waardoor water de cel in en uit kan.
gefaciliteerde diffusie
diffusie die makkelijker kan plaatsvinden door een eiwitkanaal voor stoffen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

3

Slide 11 - Video

07:37
Welke stoffen kunnen ongehinderd het celmembraan passeren en hebben geen porie-eiwit of transporteiwit nodig?
A
geladen deeltjes of ionen
B
glucose
C
water
D
koolstofdioxide en zuurstof

Slide 12 - Quizvraag

08:52
Leg uit waarom het transport door een carrier-eiwit (transporteiwit) langer duurt dan door een eiwitkanaal (porie-eiwit).

Slide 13 - Open vraag

09:31
Passief transport van deeltjes (diffusie en gefaciliteerde diffusie) is altijd....
A
met de concentratiegradiënt mee (van hoog naar laag)
B
tegen de concentratiegradiënt in (van laag naar hoog)

Slide 14 - Quizvraag

2

Slide 15 - Video

01:11
Bij de verbranding van glucose ontstaat energie

Deze energie wordt vastgelegd in het molecuul ATP

Deze energie kan in de cel worden gebruikt als ATP wordt gesplitst.

Slide 16 - Tekstslide

01:11
In welk organel van de cel wordt ATP opgebouwd?
A
ribosoom
B
ER
C
Golgi systeem
D
mitochondrium

Slide 17 - Quizvraag

Osmose bij dierlijke cellen
hypotone oplossing BUITEN de cellen

water gaat door osmose de cel in en knapt uiteindelijk 
isotone oplossing BUITEN de cellen

geen osmose want geen concentratieverschil 
hypertone oplossing BUITEN de cellen

water gaat door osmose de cel uit en cellen krimpen

Slide 18 - Tekstslide

Osmose bij plantaardige cellen
hypotone oplossing BUITEN de cellen

water gaat door osmose de cel in 
De cel staat bol en is stevig
TURGOR
isotone oplossing BUITEN de cellen

geen osmose want geen concentratieverschil 
hypertone oplossing BUITEN de cellen

water gaat door osmose de cel uit en cellen krimpen:
PLASMOLYSE

Slide 19 - Tekstslide

De cel links is ....
De cel rechts is ....
A
links = turgide rechts = geplasmolyseerd
B
links = geplasmolyseerd rechts = turgide

Slide 20 - Quizvraag

Aan het linker preparaat is een ... oplossing toegevoegd waardoor de cellen turgide zijn.
A
hypertone
B
isotone
C
hypotone

Slide 21 - Quizvraag

Aan het rechter preparaat is een ... oplossing toegevoegd waardoor de cellen geplasmolyseerd zijn.
A
hypertone
B
isotone
C
hypotone

Slide 22 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe een membraan is opgebouwd
  • Je kunt uitleggen dat een membraan semipermeabel is
  • Je kunt uitleggen hoe door middel van diffusie en osmose stoffen door het celmembraan worden getransporteerd
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen dit transport voor cellen kunnen hebben

Slide 23 - Tekstslide