T3 paragraaf 5.3 Nova - volledige en onvolledige verbranding

5.3 Volledige en onvolledige verbranding
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.3 Volledige en onvolledige verbranding

Slide 1 - Tekstslide

28a) Welk verschil is er tussen het blussen met een brandslang en het blussen met een poederblusser als je let op de voorwaarden om een brand te blussen?

Slide 2 - Open vraag

28b) Welk soort brand kan wel met een poederblusser, maar niet met een brandslang worden geblust?

Slide 3 - Open vraag

28c) Bij gebruik van koolzuursneeuwblussers in kleine afgesloten ruimten kan verstikking optreden. Leg uit hoe verstikking kan ontstaan.

Slide 4 - Open vraag

28d) Bij magnesiumbranden mag een koolzuursneeuwblusser niet worden gebruikt. Het reageert namelijk zeer heftig met het koolstofdioxide uit deze blusser. Hoe kan je brandend magnesium wel blussen?

Slide 5 - Open vraag

28e) Geef de verbranding van magnesium in een reactievergelijking weer.

Slide 6 - Open vraag

28f) Bij de heftige reactie tussen magnesium en koolstofdioxide ontstaan roet en magnesiumoxide. Geef de kloppende reactievergelijking.

Slide 7 - Open vraag

28g) Brandend magnesium reageert ook zeer heftig met water. Hierbij ontstaan waterstof en magnesiumoxide. Geef de kloppende reactievergelijking.

Slide 8 - Open vraag

28h) Als je kijkt naar de stoffen die ontstaan bij de reactie van magnesium met water. Waarom is het dan zeer gevaarlijk om een magnesiumbrand te blussen met water?

Slide 9 - Open vraag

Hoe kan het dat een vlam blauw of oranje kan zijn?

Aan het einde van de les weet je:
- het verschil tussen volledige en onvolledige verbranding
- de nadelen / gevaren van onvolledige verbranding 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe verander je de vlamkleur bij een gasbrander (tijdens een practicum)?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Meestal geen blauwe vlam

Volledige verbranding komt niet vaak voor.
Meestal herken je brand aan oranje vlammen niet aan blauwe vlammen
Perfecte menging van brandstof met zuurstof is moeilijk te krijgen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Controle vragen 

Hierna volgen een aantal controle vragen in lessonup

Slide 19 - Tekstslide

Hoe kan het dat een vlam
blauw of oranje kan zijn?

Slide 20 - Open vraag

Wat is kolendamp?
A
koolstofdioxide
B
koolstofmono-oxide
C
waterdamp
D
stikstof

Slide 21 - Quizvraag

Waarom is kolendamp gevaarlijk?
A
Het is giftig en kleurloos en reukloos
B
Het is kankerverwekkend
C
Het is corrosief en reukloos
D
Het is bijtend en kleurloos

Slide 22 - Quizvraag

Nova opgaven:
33 t/m 48

Slide 23 - Tekstslide

Geef zo veel mogelijk kenmerken van een volledige verbranding?

Slide 24 - Woordweb

Wat is het reactieschema van de volledige verbranding van methaan?

Slide 25 - Open vraag

Waar
Niet waar
Bij een verbranding ontstaan oxiden
De oranje vlam is warmer dan de blauwe vlam
Roet is brandbaar
Bij een volledige verbranding is er altijd voldoende brandstof
Methaan is een brandstof
Koolstofdioxide noemen we ook wel kolendamp

Slide 26 - Sleepvraag

Slide 27 - Link

Slide 28 - Video