les 5. Zoogdieren

Terugblik 
Wat hebben jullie tijdens de vorige les geleerd?
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
plant en dierSpeciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Terugblik 
Wat hebben jullie tijdens de vorige les geleerd?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we leren? 

Wat zijn zoogdieren.
Welke kernmerken hebben zoogdieren.
Verschil tussen zoogdieren en dieren die eieren leggen.


Slide 2 - Tekstslide

Zoogdieren

Slide 3 - Woordweb

                Zoogdieren.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Zoogdieren
Alle zoogdieren hebben zes kenmerken:
Zoogdieren worden levend geboren. ...
Na de geboorte drinken alle zoogdieren melk bij hun moeder. ...
Zoogdieren hebben longen om adem te halen. ...
Alle zoogdieren hebben haren. ...
Zoogdieren hebben een skelet. ...
Zoogdieren hebben zweetklieren, ze kunnen dus zweten.

Slide 6 - Tekstslide

Bouwplan van zoogdieren
Zoogdieren
Alle zoogdieren hebben een skelet. Mensen zijn ook zoogdieren. Je skelet geeft stevigheid en vorm aan je lichaam. 
Skelet
We verdelen het skelet in: 
  • de schedel
  • de wervelkolom 
  • de ribbenboog 
  • de schouders en het bekken 
  • de ledematen

Slide 7 - Tekstslide

Aantal zoogdieren
Paard-Olifant-Neushoorn-Hamster-Konijn-Koe-Cavia-Varken-Hond-Kat-Muis-Rat-Ree-Vos-Wolf-Kangoeroe-Otter-Egel-Leeuw-Zebra-Schaap-Ezel-Aap-Geit-Bruine beer.

Slide 8 - Tekstslide

Zoogdieren die eieren leggen: De Vogelbekdier.

Slide 9 - Tekstslide

Dieren die eieren leggen
vissen
amfibieen
reptielen
zoogdieren
vogels

Slide 10 - Tekstslide

Kikkerdril.

Slide 11 - Tekstslide

Reptielen: Die eieren leggen

Slide 12 - Tekstslide

We gaan aan de slag met onze opdracht.


Wel of geen Zoogdier

Slide 13 - Tekstslide

Soorten zoogdieren die leven in het water.
Walvissen-Bruinvissen-Dolfijnen-Zeekoeien-Ijsberen-Zeeotter-Zeeleeuwen-Walrussen

Slide 14 - Tekstslide

1-  Zeezoogdieren ademen en moeten daarom regelmatig terug naar de oppervlakte, terwijl andere zeedieren meestal zuurstof uit het water onttrekken.

2-  Zeezoogdieren hebben beharing. Sommige soorten hebben een dikke vacht, andere soorten hebben heel weinig of soms zelfs geen haar.

3-  Zeezoogdieren hebben zich aangepast aan hun koude omgeving. Ze hebben, anders dan andere zoogdieren, een lichaamstemperatuur die veel hoger is dan de omgeving. Ze hebben ook een dikke laag blubber om hun lichaam warm te houden. 

Slide 15 - Tekstslide

4- Zeezoogdieren zijn zoogdieren; ze leggen geen eieren. De bevruchting vindt inwendig plaats, jongen verblijven dus in de baarmoeder en worden geboren. De meeste zeezoogdieren krijgen meestal maar één jong tegelijkertijd. Na de geboorte voedt het jong zich met moedermelk dat meer dan 40% vet bevat om de groei van de blubberlaag te stimuleren.

Slide 16 - Tekstslide

Quiz time!
Quiz time!

Slide 17 - Tekstslide

Is dit een zoogdier?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Is dit een zoogdier?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Is dit een zoogdier?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

is dit een zoogdier?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

is dit een zoogdier?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

welke zoogdieren leven op het land?

Slide 23 - Woordweb

Welke zoogdieren leven in het water?

Slide 24 - Woordweb

noem een zoogdier dat kan vliegen.

Slide 25 - Open vraag

Vleermuis

Slide 26 - Tekstslide

Waar of Niet waar?

Slide 27 - Tekstslide

Bijna alle zoogdieren kunnen vliegen
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Zoogdieren ademen door kiewen
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Zoogdieren hebben een geraamte en een gebit
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Bij zoogdieren voedt de moeder de jongen met melk
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Zoogdieren zijn behaard
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Zoogdieren ademen door longen
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Zoogdieren hebben geen tanden
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Bij welk diersoort hoort de:
Walvis
A
Zoogdieren
B
Vissen
C
insecten
D
reptielen

Slide 35 - Quizvraag

Bij welk diersoort hoort de mens.
A
zoogdieren
B
vissen
C
insecten
D
reptielen

Slide 36 - Quizvraag

Bij welk diersoort hoort de aap.
A
reptielen
B
zoogdieren
C
vissen
D
insecten

Slide 37 - Quizvraag

Bij welk diersoort hoort de aap.
A
reptielen
B
zoogdieren
C
vissen
D
insecten

Slide 38 - Quizvraag

Bij welk diersoort hoort de:
Vlieg
A
Zoogdieren
B
Vissen
C
insecten
D
reptielen

Slide 39 - Quizvraag

Bij welk diersoort hoort de:
Slang
A
Zoogdieren
B
Vissen
C
insecten
D
reptielen

Slide 40 - Quizvraag

Bij welk diersoort hoort de:
lieveheersbeestje
A
Zoogdieren
B
Vissen
C
insecten
D
reptielen

Slide 41 - Quizvraag

Bij welk diersoort hoort de:
koe
A
Zoogdieren
B
Vissen
C
insecten
D
reptielen

Slide 42 - Quizvraag

Bij welk diersoort hoort de:
hagedis
A
Zoogdieren
B
Vissen
C
insecten
D
reptielen

Slide 43 - Quizvraag

Bij welk diersoort hoort de:
leguaan

A
Zoogdieren
B
Vissen
C
insecten
D
reptielen

Slide 44 - Quizvraag

Bij welk diersoort hoort de:
walrus
A
Zoogdieren
B
Vissen
C
insecten
D
reptielen

Slide 45 - Quizvraag

Bij welk diersoort hoort de:
eekhoorn

A
Zoogdieren
B
Vissen
C
insecten
D
reptielen

Slide 46 - Quizvraag

Bij welk diersoort hoort de:
snoek

A
Zoogdieren
B
Vissen
C
insecten
D
reptielen

Slide 47 - Quizvraag

Bij welk diersoort hoort de:
dolfijn
A
Zoogdieren
B
Vissen
C
insecten
D
reptielen

Slide 48 - Quizvraag

Vooruitblik

Tijdens de volgende les leren jullie over insecten en spinnen.

Slide 49 - Tekstslide