H3 Klimaat §1 Klimaten wereldwijd

H3 Klimaat
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H3 Klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • korte terugblik: plaatsbepaling
  • Leerdoelen 3.1
  • uitleg klimaten op lage breedte

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Plaatsbepaling: waar op aarde ben je?
Dat kun je aangeven m.b.v. coördinaten.

Even een paar vraagjes. Log in.

Slide 3 - Tekstslide

Op de zuidpool ben je op
A
hoge breedte
B
lage breedte
C
westerlengte
D
0 graden

Slide 4 - Quizvraag

De noordpool ligt op
A
hoge breedte
B
lage breedte
C
westerlengte
D
0 graden

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een denkbeeldige lijn van de Noordpool naar de Zuidpool?
A
Lengtecirkel
B
Evenaar
C
Meridiaan
D
Breedtecirkel

Slide 6 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij:
Greenwich (Londen)?
A
Hoge breedte
B
Breedtecirkel
C
Evenaar
D
Nulmeridiaan

Slide 7 - Quizvraag

Een ander woord voor breedtecirkel is...
A
Lengtecirkel
B
Meridiaan
C
Parallel

Slide 8 - Quizvraag

3.1 Klimaten wereldwijd - 1
Leerdoelen
  • Je weet welke klimaten op lage breedte voorkomen
  • Je weet wat de kenmerken zijn van deze klimaten.
  • Je begrijpt welke invloed de breedteligging heeft op klimaten.

Slide 9 - Tekstslide

Verschil weer en klimaat
Weer: temperatuur, wind en neerslag op een bepaalde plek op een bepaalde tijd.

klimaat: het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar, in een groot gebied

Slide 10 - Tekstslide

Klimaten op de aarde
Pak je schrift een een pen / potlood
teken een grote cirkel die je hele blad vult.
De volgende les gaan we met deze tekening verder.

Slide 11 - Tekstslide

3.1 Klimaten wereldwijd - 1
Leerdoelen
  • Je weet welke klimaten op lage breedte voorkomen
  • Je weet wat de kenmerken zijn van deze klimaten.
  • Je begrijpt welke invloed de breedteligging heeft op klimaten.

Slide 12 - Tekstslide

Planning
  • Terugblik vorige les
  • Uitleg klimaten op lage breedte 

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent "hoge breedte"?
A
Dicht bij de evenaar
B
Ver van de evenaar
C
Hoog op een berg

Slide 14 - Quizvraag

Welk klimaat ligt op de laagste breedte?
A
Savanneklimaat
B
woestijnklimaat
C
tropisch regenwoud klimaat
D
steppeklimaat

Slide 15 - Quizvraag

Welk klimaat ligt het verst van de evenaar?
A
Savanneklimaat
B
woestijnklimaat
C
tropisch regenwoud klimaat
D
steppeklimaat

Slide 16 - Quizvraag

Welk klimaat is het droogst?
A
Savanneklimaat
B
woestijnklimaat
C
tropisch regenwoud klimaat
D
steppeklimaat

Slide 17 - Quizvraag

Welk klimaat is het natst?
A
Savanneklimaat
B
woestijnklimaat
C
tropisch regenwoud klimaat
D
steppeklimaat

Slide 18 - Quizvraag

Welk klimaat heeft deze kenmerken: altijd >18 graden C met een droge periode?
A
savanneklimaat
B
woestijnklimaat
C
tropisch regenwoud klimaat
D
steppeklimaat

Slide 19 - Quizvraag

Bij welk ander klimaat is het altijd >18 graden C?
A
savanneklimaat
B
woestijnklimaat
C
tropisch regenwoud klimaat
D
steppeklimaat

Slide 20 - Quizvraag

In welk klimaat valt er 250 - 500 mm neerslag per jaar en groeien er grassen en lage struikjes?
A
savanneklimaat
B
woestijnklimaat
C
tropisch regenwoud klimaat
D
steppeklimaat

Slide 21 - Quizvraag

3.1 Klimaten wereldwijd - 2
Leerdoelen
  • Je weet welke klimaten op hoge breedte voorkomen
  • Je weet wat de kenmerken zijn van deze klimaten.
  • Je kunt uitleggen waarom de begroeiing verschillend is tussen de verschillende klimaten.

Slide 22 - Tekstslide

Toelichting klimaten op hoge breedte
Pak je aantekening van vorige les erbij (de wereldbol met de klimaten op lage breedte).

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

<    : betekent kleiner dan.
>    : betekent groter dan.

Slide 27 - Tekstslide

3.1 Klimaten wereldwijd - 3
Leerdoelen:
  • je weet hoe een klimaatgrafiek is opgebouwd
  • je kunt een klimaatgrafiek aflezen
  • je kunt van een klimaatgrafiek zeggen welk klimaat het is.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Klimaatgrafiek Jakutsk

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Beschrijf het klimaat
  • Schrijf het neerslagverloop op
  • schrijf het temperatuurverloop op
  • Is er een droge periode? 

Slide 35 - Tekstslide

Voorbeeld
Neerslagverloop: Er valt elke maand neerslag, in de winter minder.
ca. 90 mm, dus > 1000 mm/jr
Temperatuur: de koudste maand is gemiddeld 10 gr C, de warmste maand gemiddeld 24 gr C. 
Het is niet heel koud in de winter en niet heet in de zomer.
Dit is een .......... klimaat

Slide 36 - Tekstslide

Voorbeeld 2e grafiek
Neerslagverloop: Er valt elke mnd 
een beetje neerslag, ca. 20 mm, dus ca. 240 mm/jr. Dit is heel weinig.
Temperatuur: de koudste maand is gemiddeld 1 gr C, de warmste maand gemiddeld 16 gr C. 
Omdat er niet veel neerslag valt, maar wel elke maand, is het 
een .......... klimaat

Slide 37 - Tekstslide

3.1 Klimaten wereldwijd - 3
Leerdoelen:
  • je weet hoe een klimaatgrafiek is opgebouwd
  • je kunt een klimaatgrafiek aflezen
  • je kunt van een klimaatgrafiek zeggen welk klimaat het is.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide