Hoofdstuk 4 _14 mei

Welkom in de les
maandag en woensdag 


14-5-2025
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2HBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
maandag en woensdag 


14-5-2025

Slide 1 - Tekstslide

vragen
kunnen jullie in juni ook donderdag les hebben? in de week van 16 juni 
is er een herhaler van 0-a1?  niveauverklaring meenemen (1 jaar geldig)

dyslexie of andere fysieke problemen waardoor je de moeite hebt met de toets? stuur mij een app

Slide 2 - Tekstslide

websites toets oefenen (voor mijzelf)


https://www.adappel.nl/oefenexamens

https://nt2taalmenu.nl/nt2-a1-oefeningen-2/#a1-luisteren

https://www.youtube.com/watch?v=aJxF7HPizlw

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

zie word doc toets

Slide 6 - Tekstslide

huiswerk

– Grammatica (er/hier/daar): ('Daar' is met dat, 'hier' is met dit)
Kijk naar de grammatica op bladzijde 125 van het boek
Maak oefening 33


Slide 7 - Tekstslide

luister dialoog 1 en 2 blz 116 met boek, daarna zonder boek, maak vragen 26 (zonder tekst)





Slide 8 - Tekstslide

 de weg vragen buiten van catharina/blz 10 en 11

oef 30 optioneel


Slide 9 - Tekstslide

oefenen met de dialogen zelf gemaakt 
bladzijde 1  en 2, eerst met papier, 
daarna zonder papier

daarna wisselen

Slide 10 - Tekstslide

oefening 22 (optioneel)
herhalen bijvoeglijknaamwoord met of zonder e
Ik heb hier (lekkere druiven)
Ze zijn ( geel en hard)
Het kost ...  per  ... kilo/stuk/..gram

Bijvoeglijk naamwoorden: bijvoorbeeld zuur, zacht, hard, rood, wit, etc

Slide 11 - Tekstslide

oef 24: optioneel

De ... zijn in de aanbieding.
De .... (bv appels) kosten 3 euro per kilo.

Slide 12 - Tekstslide

taalhulp blz 122 en 123 luisteren

eerst met boek en vertalen
daarna nog 1 x luisteren met boek (nazeggen)
daarna zonder boek nazeggen


daarna oef 32: daarna volgende x dialoog oefenen in de winkel

Slide 13 - Tekstslide

ER/HIER/DAAR
Hier=dichtbij:  Ik ben hier.

Daar= verder weg: Hij woont daar. 

Er= algemeen: Ik werk er. Er zijn appels. Er ligt een bril op tafel.  

Slide 14 - Tekstslide

oef 33 is huiswerk, oef 34
deel 1 thuis als huiswerk

deel 2: samen spreken

Slide 15 - Tekstslide

oef 34
deel 2: samen spreken

a)Welke soort winkel is de Aldi?
b) De Aldi is een supermarkt
a)Wat kan je daar kopen?
b) Je kunt er brood, ijs, melk kopen. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

oef 35 en 37 is huiswerk

Slide 18 - Tekstslide

wie ben ik?
schrijf namen van de cursisten op een papier
1 persoon omschrijft de persoon op het papier
bv hij/zij heeft zwart haar,
 hij/zij draagt een witte trui,
 hij/zij draagt een blauwe spijkerbroek,
hij/zij heeft blond haar
hij/zij heeft een bril

Slide 19 - Tekstslide

Wat eet ik? Vraag aan elkaar wat je eet?
ochtend = ontbijt: Wat eet je als ontbijt? Ik eet  ... als ontbijt.
middag = lunch: Wat eet je als lunch? Ik eet ... als lunch. 
avond = avondeten: Wat eet je als avondeten? Ik eet ... als avondeten.
snacks: Wat voor snacks eet jij?
drinken: Wat drink jij? 

Slide 20 - Tekstslide

Wat vind jij lekker? Wat vind jij niet lekker?
samen spreken: eerst 1 cursist voor de klas/met de bal
Ik eet graag ....
Ik houd van ...
Ik vind .... lekker.

Ik vind .... niet lekker. 
Ik houd niet van ....

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

https://www.tekenteam.nl/lesmateriaal/basisonderwijs

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Tekstslide

https://www.tekenteam.nl/lesmateriaal/basisonderwijs/groep-7-8

Slide 26 - Tekstslide