Quiz Marketing Module A - ONH258A

Quiz Marketing 
Module A - ONH258A
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Quiz Marketing 
Module A - ONH258A

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de essentie van marketing?
A
C) Inspelen op de wensen en behoeften van de klant
B
D) Zoveel mogelijk reclame maken
C
B) De klant overtuigen om te kopen
D
A) Producten zo goedkoop mogelijk aanbieden

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste verschil tussen marketing en sales?
A
D) Er is geen verschil
B
A) Marketing richt zich op bestaande klanten, sales op nieuwe klanten
C
B) Marketing richt zich op het product, sales op de klant
D
C) Marketing richt zich op klantbehoeften, sales op het verkopen van het aanbod

Slide 3 - Quizvraag

Welke van de onderstaande P’s hoort niet bij de 6 P’s van marketing?
A
B) Product
B
A) Prijs
C
C) Presentatie
D
D) Proces

Slide 4 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de taken van sales?
A
D) Deals sluiten
B
B) Relatiebeheer
C
C) Marketingcampagnes opzetten
D
A) Acquisitie

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een belangrijk kenmerk van sales in een B2B-omgeving?
A
A) De klant koopt direct via een webshop
B
B) Er is geen samenwerking met marketing nodig
C
C) Sales en marketing moeten goed samenwerken
D
D) Alleen sales is verantwoordelijk voor klantcontact

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een geografische indeling?
A
Verkopers per productgroep
B
Verkopers per regio
C
Verkopers per functie
D
Verkopers per klanttype

Slide 7 - Quizvraag

Welke indeling richt zich op het soort klant?
A
Functionele indeling
B
Afnemersgerichte indeling
C
Productgerichte indeling
D
Geografische indeling

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van directe distributie?
A
Het product wordt via meerdere kanalen verkocht
B
De producent verkoopt direct aan de consument
C
De klant koopt via een winkelketen
D
Er is een tussenpersoon betrokken

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van omni-channel distributie?
A
Alle kanalen zijn geïntegreerd en op elkaar afgestemd
B
Verkoop via één kanaal
C
Alleen verkoop via fysieke winkels
D
Verkoop via partners

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een winkelformule in de ambulante handel?
A
Winkelketen
B
Warenhuis
C
Marktkoopman
D
Webshop

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van de primaire sector?
A
D) Transportbedrijf
B
B) Graanboerderij
C
A) Supermarkt
D
C) Meubelfabriek

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent differentiatie in de bedrijfskolom?
A
D) Een bedrijf fuseert met een concurrent
B
B) Een bedrijf splitst zich op
C
C) Een bedrijf verkoopt meerdere producten
D
A) Een bedrijf neemt een schakel over

Slide 13 - Quizvraag

Uit welke factoren bestaat de winkelformule?
A
A) Doelgroep, concurrentie, marketinginstrumenten
B
C) Doelgroep, klanten, inflatie
C
B) Concurrentie, doelgroep, subsidie
D
D) Marketinginstrumenten, doelgroep, logo

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van de bedrijfskolom?
A
C) Cacaoboer, Cacaofabriek, Chocoladefabriek, Supermarkt
B
D) Cacaofabriek, Supermarkt, Cacaoboer, Chocoladefabriek
C
A) Supermarkt, Chocoladefabriek, Cacaoboer, Cacaofabriek
D
B) Chocoladefabriek, Cacaoboer, Supermarkt, Cacaofabriek

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen servicedistributie en prijsdistributie?
A
D) Servicedistributie door fabrieken
B
A) Servicedistributie richt zich op lage prijzen
C
B) Servicedistributie legt nadruk op service
D
C) Servicedistributie is alleen online

Slide 16 - Quizvraag

Welke optie bevat de 6 P’s van de marketingmix?
A
Product – Prijs – Promotie – Plaats – Personeel – Presentatie
B
Product – Prijs – Promotie – Personeel – Plaats – Productie
C
Product – Prijs – Presentatie – Promotie – Proces – Plaats
D
Product – Prijs – Planning – Promotie – Personeel – Pakket

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent balans van de 6 P’s?
A
Alle marketinginstrumenten versterken elkaar.
B
Alle marketinginstrumenten spreken elkaar tegen.
C
Alleen de prijs is belangrijk.
D
De P’s werken onafhankelijk van elkaar.

Slide 18 - Quizvraag

Een bouwmarkt besluit om naast bouwmaterialen ook verlichting te verkopen. Van welke beweging in de bedrijfskolom is hier sprake.
A
Specialisatie
B
Parallelisatie
C
Differentiatie
D
Integratie

Slide 19 - Quizvraag