VO - Alles inclusief-OUD

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

Wist je dat iedereen veel sneller verschillen ziet dan overeenkomsten? Gek, want het vinden van overeenkomsten is eigenlijk een veel beter plan! Waarom we snel verschillen zien is niet omdat we daar als detectives naar op zoek zijn, maar heeft te maken met hoe ons brein werkt. Dat heeft ook allerlei gevolgen voor hoe groepen worden gevormd. Hoe dit zit, wat dit betekent én vooral hoe je samen een positief verschil kan maken, gaan we ervaren met de les: Alles Inclusief! Deze les sluit aan bij Paarse Vrijdag. In het kader van groepsvorming en solidariteit, komt Paarse Vrijdag terug in de afronding van de les.

Instructies

De les is als volgt opgebouwd:
  • Introductie
  • Kennisdeling over verschillen en overeenkomsten, groepsvorming
  • Filmpje "All that we share"
  • Verwerkingsopdracht
  • Koppeling naar Paarse Vrijdag
  • Afsluiting en reflectie
  • Evaluatie
  • Optioneel: aanvullend deel over conflicthantering
Aansluitend op de les
Mocht er in de klas iets spelen rond conflicten, of je hebt tijd en ruimte voor verdieping, dan biedt deze les ook een vervolg met conflicthantering. Hiervoor zijn drie slides toegevoegd aan de les. Deze zou je ook op een ander moment kunnen inzetten. 

Benodigdheden
Voor iedere leerling een geprinte hand-out van de werkvorm (zie bijlage).

Doel van de les
Met deze les kun je leerlingen uitleggen waarom wij als mensen eerder naar verschillen kijken dan overeenkomsten zoeken. Daarbij gaan leerlingen zelf actief op zoek naar overeenkomsten die je van de buitenkant niet direct ziet, en wordt een koppeling gemaakt naar Paarse Vrijdag en solidariteit. 

Leerdoelen
De leerling…
  • kan verklaren waarom je eerder geneigd bent om te kijken naar verschillen dan overeenkomsten
  • kan uitleggen hoe groepen worden gevormd op basis van overeenkomsten en verschillen
  • kan onderscheid maken tussen eigenschappen die zichtbaar zijn (aan de buitenkant) en die niet zichtbaar zijn (aan de binnenkant)
  • kan eigenschappen van zichzelf herkennen en benoemen
  • luistert actief naar een ander
  • kan overeenkomsten noemen tussen zichzelf en anderen, die niet altijd zichtbaar zijn
  • kan het begrip solidariteit uitleggen in de context van Paarse Vrijdag
Burgerschapsdomeinen:
Solidariteit
Identiteit
Diversiteit
Denk- en handelswijzen

Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Introductie
Wist je dat iedereen veel sneller verschillen ziet dan overeenkomsten? Gek, want het vinden van overeenkomsten is eigenlijk een veel beter plan! Waarom we snel verschillen zien is niet omdat we daar als detectives naar op zoek zijn, maar heeft te maken met hoe ons brein werkt. Dat heeft ook allerlei gevolgen voor hoe groepen worden gevormd. Hoe dit zit, wat het betekent én vooral hoe je samen een positief verschil kan maken, gaan we ervaren met de les: Alles Inclusief!

Deze les sluit aan bij Paarse Vrijdag. In het kader van groepsvorming en solidariteit, komt Paarse Vrijdag terug in de afronding van de les. 

Slide 2 - Tekstslide

Je brein & verschillen en overeenkomsten
We zijn als mensen best wel gefocust op ‘verschillen’. Waarom eigenlijk? En, hoe komt dat?

Het focussen op verschillen is minder vreemd als je kijkt naar hoe ons brein werkt. Deze is namelijk gebouwd om snel dingen die we herkennen, te verwerken en conclusies te trekken. Alle handelingen die wij dag in dag uit doen, moeten voor je brein namelijk ‘voorspelbaar’ zijn.

Dingen die we minder snel herkennen, of anders zijn, trekken daarom de aandacht. Dat wat afwijkt van wat je verwacht krijgt (volledige) aandacht. Simpelweg omdat je met die informatie nieuwe inschattingen moet maken.

Slide 3 - Tekstslide

Groepen vormen
Op basis van verschillen en overeenkomsten zijn we geneigd om groepen te vormen. Dat doen we al van jongs af aan. Let er maar eens op als je om je heen kijkt. Overal worden groepen gemaakt en verschillen benoemd. 

Je groep definiëren op basis van verschillen zijn we dus ook heel erg gewend. Vaak worden groepen als vanzelf gevormd door zichtbare overeenkomsten, zoals uiterlijke kenmerken of de kennis die je hebt. Denk aan: de grote stoere kerels bij elkaar, de oude dames horen samen, de uniforms, etc.

Dit heeft positieve en negatieve kanten. Bespreek met de klas wat deze kunnen zijn?

Let op! Houd het positief en voorkom een regen aan negatieve voorbeelden.

Voorbeeld van een positief, samenvattend antwoord:
Wij zijn als mensen gewend om samen te leven in groepen. Je bent onderdeel van je familie, je klas, een sportteam, kortom: allemaal verschillende groepen. In de ene groep pas je heel goed en in andere val je misschien meer op omdat je anders bent of doet, je valt dan op.

Dit opvallen in een groep heeft positieve en negatieve kanten. Doordat je opvalt krijg je meer aandacht, je bent anders en het kan zijn dat mensen je tof vinden omdat je je eigen keuzes duidelijk laat zien. Maar het kan ook andersom voorkomen; mensen vinden je dan misschien een vreemde eend in de bijt, snappen je minder goed. Je lijkt dan minder op de rest. Iedereen maakt dat wel eens mee in het leven.

Slide 4 - Video

Filmpje
Hoewel we dus automatisch meer kijken naar verschillen, is het veel waardevoller om te kijken naar wat ons verbindt!

Dit filmpje is gemaakt voor de Deense televisie en wil laten zien dat wat je met een ander verbindt niet altijd zichtbaar is aan de buitenkant.

LINK: https://www.youtube.com/watch?v=CyKzeBQB_Gw

Bespreek het met de klas na.

Reflectie vragen om te gebruiken:
  • Waar gaat het filmpje over?
  • Wat viel je op aan de verschillende groepen?
  • Wat viel je op aan de soorten vragen?
  • Wat vond je van dit filmpje
  • Welke vraag vond je het meest opvallend (en waarom?)
  • Pas je zelf in verschillende groepen van het filmpje?
  • Zijn de mensen in het filmpje bang om te kiezen (waarom denk je dat?)

Slide 5 - Tekstslide

Buitenkant - Binnenkant
Zoals we hebben gezien zijn er zo veel meer overeenkomsten tussen mensen die je niet meteen kunt zien aan de buitenkant. Eigenschappen aan de binnenkant verbinden veel meer, zijn soms krachtiger en zorgen voor gesprekken.

Dit gaan we in het klein ook proberen in de klas…

Slide 6 - Tekstslide

Overeenkomsten zoeken
We gaan actief op zoek naar overeenkomsten die je niet meteen ziet.
Dit doen we met het werkblad: Inside out. 

Deel de werkbladen Inside out! uit (elke leerling een eigen blad)


Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!

Okay, je klasgenoten kennen je natuurlijk al een tijdje. Maar zijn er ook dingen de ze misschien niet bij je verwachten en wel echt bij je horen?

Slide 8 - Tekstslide

Inside out!

Stap 1
De leerlingen kiezen individueel drie woorden die ze voor zichzelf belangrijk vinden én die ze bij zichzelf vinden passen.

Deze schrijven ze op in het 'Ik-vak'.  

Daag de leerlingen uit om woorden te kiezen waar je je klasgenoten mee verrast, wat weten ze nog niet van jou? Kies natuurlijk wel woorden waar je over wil vertellen.

Slide 9 - Tekstslide

Stap 2 (In duo’s): Inside out!
[ca. 5 min en dan wisselen]

De leerlingen vormen nu een duo. Ze vertellen elkaar waarom ze nu juist deze drie woorden hebben gekozen. 

De luisteraar moet goed luisteren. Dat wat je hoort van je klasgenoot, moet straks worden naverteld!
 
Aantekeningen maak je daarvoor in het 'Jij-vak' op de handout. Ga echt even op onderzoek uit en probeer door te vragen!

Slide 10 - Tekstslide

Stap 3 (in viertallen): Uitwisselen
Ieder duo zoekt een ander duo op.

In de viertallen vertellen de leerlingen over elkaar. Je probeert de drie woorden met zoveel mogelijk detail na te vertellen!
(elkaar helpen mag natuurlijk wel)

Tot slot: Jullie zijn nu een viertal. Kunnen jullie in jullie groep overeenkomsten vinden? Succes!

Slide 11 - Tekstslide

Hoe was het?
Als iedereen aan de beurt is geweest, bespreek je de opdracht klassikaal na.

Vraag elke groep naar de overeenkomsten die ze hebben gevonden.

Reflecteer op dat je verbonden voelen met anderen vanuit wat jíj belangrijk vindt of wat je hebt meegemaakt is juist heel krachtig is! Dat hebben we letterlijk zien gebeuren in het filmpje (en hopenlijk met elkaar ;)

Extra reflectievragen om te gebruiken:
  • Hoe was het om jezelf te presenteren?
  • En hoe was het om je eigen verhaal terug te horen?
  • Wil er iemand klassikaal iets over zichzelf of de medeleerling vertellen?
  • Heeft iemand zich herkend in de ander?

Slide 12 - Tekstslide

Overeenkomsten en verschillen
Zo zie je maar, we zijn allemaal mensen met verschillende kleuren en smaken! Dat blijft altijd zo en dat is maar goed ook.

Je kunt wel wat vaker verder kijken dan je eigen kleur of smaak… er is nog zo veel te ontdekken wat je op het eerste gezicht misschien niet kan zien.

Slide 13 - Tekstslide

Solidariteit
Ook als je niet altijd bij elke groep hoort, kun je er wel naast gaan staan en laten zien dat je steunt. Je bent dan solidair met een groep.

Solidariteit betekent niet dat je allemaal hetzelfde moet doen of zijn, solidariteit betekent: “Het besef, het gevoel van bij elkaar te horen en elkaar te moeten steunen”.

Daar staat het dragen van de kleur paars voor op Paarse Vrijdag!

Slide 14 - Tekstslide

Paarse vrijdag 
De tweede vrijdag van december is het Paarse Vrijdag. Door de kleur paars te dragen laat je zien dat je het belangrijk vindt dat iedereen zichzelf kan en mag zijn op school, ongeacht sekse, gender of seksuele oriëntatie.

Het letterlijk zichtbaar maken dat een bepaalde groep niet alleen is kan een heel krachtige, positieve en belangrijke boodschap zijn (denk maar aan de mensen in het filmpje).

Dit kun je op Paarse Vrijdag doen door paars te dragen!

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting
Bespreek met de klas hoe deze les was aan de hand van de volgende voorbeeldvragen.

Inhoudelijke reflectie:
  • Wat heb je geleerd over verschillen en overeenkomsten?
  • Hoe zou je het begrip solidariteit uitleggen?
  • Wat betekent Paarse Vrijdag nu voor jou?
Reflectie op het proces:
  • Wat nemen jullie mee uit deze les?
  • Hoe vond je het om over jezelf te vertellen?
  • Heb je iets gehoord van een klasgenoot waarmee je je verbonden voelde?
  • Etc.

Slide 16 - Tekstslide

Evaluatie

Vul deze vragenlijst (9 vragen) zelf in of met je klas!
Wij zijn heel blij met alle reacties, tips en feedback.

Alvast bedankt!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Optioneel! 
Speelt er wat in de klas en zoek je een tool voor conflicthantering? Hiervoor kun je dit aanvullende deel van de les inzetten. 

Overeenkomsten & verschillen
Toch kan het zo zijn dat er ondanks de overeenkomsten dingen zijn die botsen.

Op de een of andere manier komen mensen dan recht tegenover elkaar te staan. Wat kun je dan doen?

Ruzie?!
Het probleem met een ruzie of conflict is vaak dat beide partijen hun eigen kant verdedigen en niet kunnen begrijpen waarom een ander vindt wat die vindt.

Je probeert dan elkaar te overtuigen en als dat niet lukt probeer je medestanders te vinden die in ‘jouw groep’ vinden wat jij vindt.

Dit draagt meestal niet echt bij aan een oplossing.

Slide 19 - Tekstslide

Mening-spiraal
Je kunt zo’n ruzie plaatsen in een mening-spiraal. Links en rechts staan twee meningen die met elkaar botsen.

Je moet begrijpen dat het onmogelijk is dat persoon A, de mening van persoon B overneemt (en andersom). Het is niet realistisch om te denken dat iedereen ‘floep!’ zijn mening bijstelt. Maar een stukje opschuiven… dat is makkelijker. En je bereikt dan al heel veel.

In een mening-spiraal probeer je om in je standpunt een stap te bedenken waarmee je richting de ander beweegt. Beide partijen moeten dus een stukje opschuiven om dichter tot elkaar te komen.

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld
Neem bijvoorbeeld deze twee meningen, aansluitend bij Paarse Vrijdag:

Mening 1: ‘Je valt op een persoon, niet op gender’
Iemand anders is het daar totaal niet mee eens.

Mening 2: ‘Je valt op jongens OF op meisjes!’
Beiden zijn zij overtuigd van hun eigen waarheid. Hoe los je dat nou op?

Let op! Bij dit voorbeeld kunnen er reacties komen uit de klas. Geef hier de ruimte voor, maar probeer te voorkomen dat het een negatieve kant op gaat en er een regen aan voorbeelden en eigen meningen komt.

In de volgende slide behandelen we hoe deze meningen naar elkaar toe kunnen  bewegen.

Slide 21 - Tekstslide

Naar elkaar toe bewegen
Je hoeft elkaar niet altijd te overtuigen! Maar opschuiven en beetje naar elkaar toe bewegen is wel nuttig. 

Je mening komt ergens vandaan. Bij jezelf maar ook bij die ander.  Met elkaar in gesprek gaan over wat je vindt en waarom, ZONDER dat je doel is elkaar te overtuigen,  kan heel nuttig en belangrijk zijn.