Station Lezen, zakelijke teksten KGT2 perron 2

Lezen, zakelijke teksten, perron 2
De Rooi Pannen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lezen, zakelijke teksten, perron 2
De Rooi Pannen

Slide 1 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
maken: blz. 20
opdr. 1

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Deelhoofdgedachte
Bij het deelonderwerp stel je de vraag:
Waar gaat de alinea over?
Bij de deelhoofdgedachte stel je de vraag:
Wat wordt er gezegd over het deelonderwerp?

De deelhoofdgedachte is altijd een zin. Het is nooit een vraag.

Slide 4 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Een deelhoofdgedacht is altijd een zin.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

opdrachten uit het boek

maken: blz. 20 - 21
opdr. 2 - 3

Slide 6 - Tekstslide

Het verschil tussen objectief en subjectief taalgebruik

Slide 7 - Tekstslide

Objectief is dus alleen met feiten en subjectief is met een mening.

Slide 8 - Tekstslide

Objectief en subjectief
  • Een tekst die als doel informeren heeft, is altijd objectief.
  • Een tekst die als doel amuseren heeft, is altijd subjectief.
  • Een tekst die als doel activeren heeft, is altijd subjectief.
  • Een tekst die als doel overtuigen heeft, is altijd subjectief.
  • Een tekst die als doel instructie geven heeft, is altijd objectief

Slide 9 - Tekstslide

Is deze zin objectief of subjectief?
Het is vandaag heerlijk weer.
A
objectief
B
subjectief

Slide 10 - Quizvraag

opdrachten uit het boek
lezen: blz. 23 uitleg objectief/subjectief

maken: blz. 22 - 23
opdr. 4 -5

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

opdrachten uit het boek
maken: blz. 24
opdr. 6 - 7

Slide 13 - Tekstslide

kenmerken van reclame (blz. 25)

Slide 14 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
maken: blz. 25 - 26
opdr. 8 - 9

Slide 15 - Tekstslide

tekstverbanden
  1. tegenstelling (maar, toch echter)
  2. voorbeeld (zo, zoals, bijvoorbeeld)
  3. opsomming (en, of, ook, verder, ten eerste)
  4. conclusie (dus, kortom)
  5. mening - argument (omdat, daarom, want, immers) 

Slide 16 - Tekstslide



Signaalwoorden van tegenstelling


Signaalwoorden van voorbeeld


Signaalwoorden van opsomming
zo
maar
en
ten eerste
zoals
toch

Slide 17 - Sleepvraag

Signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

maar

  slecht

Slide 18 - Sleepvraag

opdrachten uit het boek
maken: blz. 27 - 28 - 29 
opdr. 10 - 11 - 12 - 13

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

recensie
Als je nog wat meer wil weten of recensies, dan kun je het volgende filmpje zelfstandig kijken.
Doe dan wel je oortjes in, anders hebben anderen er last van.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

opdrachten uit het boek
maken: blz. 30 - 31 - 32 - 33
opdr. 14 - 15- 16 - 17 - 18

Als je klaar bent, pak je een nakijkboekje. Je kijkt de opdrachten na en verbetert de fouten antwoorden met een rode pen. Ben je daarmee klaar, dan leg je het boekje terug en mag je gaan lezen.

Slide 23 - Tekstslide

tekstsoorten
  • nieuwsbericht (blz. 13)
  • reclame (blz. 25) 
  • recensie (blz. 30)

Slide 24 - Tekstslide

Moet je de betekenis van een moeilijk woord altijd opzoeken in een woordenboek?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Wat kun je doen als je een onbekend woord tegenkomt?

Slide 26 - Open vraag

opdrachten uit het boek
maken: blz. 34 - 35
                   opdr. 20 - 21

Slide 27 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
We lezen de tekst op blz. 36 nog een keer samen door.
Daarna maak je de volgende opdrachten:

blz. 35 - 37 - 38
opdr. 22 - 23 - 24 - 25 - 26


Slide 28 - Tekstslide

Controle
Als je klaar bent, controleer je of je alle opdrachten van perron 2 gemaakt hebt. Zo niet, maak de opdrachten die nog niet gemaakt zijn. 

Als je klaar bent, mag je de online test jezelf perron 2 maken.

Slide 29 - Tekstslide