Nederland als industriële samenleving

Industrialisatie 
Fabrieken en kolonies 
Nederland in negentiende eeuw
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Industrialisatie 
Fabrieken en kolonies 
Nederland in negentiende eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Begin industrialisatie
  • Industrialisatie begon in Groot Brittannië
  • Door de industrialisatie maakten de Britten veel exportproducten (producten voor andere landen)
  • Vanaf 1850/1870 komt de industrialisatie op gang in Nederland

Slide 2 - Tekstslide

Industrialisatie Nederland
  • Begon in de textielnijverheid
  • handel en landbouw waren in de 19e eeuw nog steeds belangrijker
  • Vooral handel uit de kolonie

  • Waarom later dan Engeland?
  • minder grondstoffen
  • handel deed het goed

Slide 3 - Tekstslide

Gevolgen van de industrialisatie
  • Na 1870 komt in Nederland de industrialisatie op gang
  • Arbeiders (meestal vroeger boeren en landarbeiders) trekken naar de stad: urbanisatie
  • Steden groeien snel: er moeten snel woningen worden gemaakt/gevonden

Slide 4 - Tekstslide

De gevolgen van de industrialisatie in Nederland rond 1900

Vanaf 1870 sterke industrialisatie  van Nederland.

Gevolgen:

  • Bevolkingsgroei
  • economische groei en daardoor meer welvaart
  • verslechtering van leef- en werkomstandigheden van arbeiders
  • -->sociale kwestie
  • Eerste belangrijke sociale wet
  • -->kinderwetje van Van Houten


Slide 5 - Tekstslide

De industrialisatie van Nederland
  • Nederland industrialeseert in de tweede helft van de negentiende eeuw, dus na ca. 1850. Vooral bij steden komen fabrieken. 
  • In de fabrieken werden machines aangedreven door stoomkracht, waardoor er sneller en meer geproduceerd kon worden.
    Een machine kan tenslotte 24 uur per dag 'werken'

  • Door de industrialisatie veranderde Nederland snel.
.

Slide 6 - Tekstslide

Vervoer en techniek
  • Voor industrialisatie  heb je infrastructuur nodig
  • ==> voor vervoer van groendstoffen en eindproducten
  • Willem I investeerd veel in infrastructuur (koning koopman)
  • Liet kanalen graven
  • 1839: eerste trein tussen Amsterdam en Haarlem
  • Vanaf 1900 eerste auto's in Nederland

==> vanaf 1860 komt industrialisatie van Nederland op gang

Slide 7 - Tekstslide

Vervoer en techniek
  • Voor de industrie is een goede infrastructuur belangrijk.
  • Grondstoffen en eindproducten worden dan snel vervoerd.
  • Steenkool was onmisbaar maar niet in Nederland  te vinden.

Slide 8 - Tekstslide

Liberalisme

liber-vrij / liberte-vrijheid

Het liberalisme heeft als uitgangspunt zo veel mogelijk vrijheid van het individu zolang hij de vrijheid van anderen niet beperkt. Ook streeft het liberalisme naar een vrije markt waarin de overheid zich terughoudend opstelt. Ander speerpunt van het liberalisme is de scheiding van kerk en staat. Ook willen liberalen  een grondwet waarin ook de grondrechten van de burger staan.

Slide 9 - Tekstslide

de politieke stromingen
- Liberalen
- Socialisten
- Confessionelen

Slide 10 - Tekstslide

Liberalisme
Economische vrijheid: veel vrije handel, weinig regels

Persoonlijke vrijheid: Iedereen mag zijn eigen levenskeuzes maken

Slide 11 - Tekstslide

Socialisme
  • Het socialisme wil betere arbeidsomstandigheden voor fabrieksarbeiders
  • Iedereen gelijkwaardig
  • Algemeen kiesrecht
  • Regering moest meer doen om de arbeiders te helpen

Slide 12 - Tekstslide

Confessionalisme

latijn: confessie = geloofsbelijdenis


opkomst van de het confessionalisme in de 19e eeuw:

reactie op het liberalisme (tegen Volkssoevereiniteit) en tegen socialisme (tegen klassenstrijd)


gebaseerd op het christelijk geloof

Slide 13 - Tekstslide

Kinderwetje van Van Houten

  • In 1874 wordt het Kinderwetje van Van Houten goedgekeurd. 
  • Alleen in fabrieken kwam er een verbod op kinderarbeid onder de 12 jaar.

Slide 14 - Tekstslide

Arbeidswet
In 1889 kwam er een Arbeidswet:
Fabrieken moesten geïnspecteerd worden om te kijken of ze zich aan de wet hielden.
Vrouwen kregen kortere werktijden, ze konden beter voor hun gezin gaan zorgen.

Slide 15 - Tekstslide

Leerplichtwet
In 1901 werd de Leerplichtwet ingevoerd.
Kinderen van 6 tot en met 12 moesten voortaan verplicht naar school.

Slide 16 - Tekstslide

Kiesrecht
1884: 2/3e van de mannen krijgt kiesrecht
1919: algemeen mannenkiesrecht en kiesrecht voor veel vrouwen
1928: volledig algemeen kiesrecht

Slide 17 - Tekstslide

Vrouwenemancipatie
  • Kiesrecht
  • Gelijke rechten mannen en     vrouwen
  • Feministen
  • 1917 algemeen kiesrecht mannen passief kiesrecht vrouwen
  • 1919 vrouwen actief kiesrecht

Slide 18 - Tekstslide

Marshallplan
- Marshallplan beloofde economische en financiële hulp aan alle  Europese landen.
- hulp zou bijdragen aan vrede en rust in Europa
-Afzetmarkt in de Verenigde Staten. Europese landen konden met hun leningen Amrikaanse producten kopen: goed voor economie VS.
-Voorwaarde: Europese samen- 
werking
- VS wilde politieke invloed in Europa om zo het communisme tegen te houden

Slide 19 - Tekstslide

Welvaart in Nederland
  • Marshallhulp: geld dat Europa krijgt na WOII van de Verenigde Staten om hun economie weer op te bouwen (de wederopbouw).
  • Gevolgen: 
  1. Lonen beginnen te stijgen. 
  2.  Waardoor NL een consumptiemaatschappij wordt.
  3. En kan er amerikanisering plaatsvinden. 

Slide 20 - Tekstslide

Gastarbeiders
Gastarbeiders jaren '60 en '70
Arbeidsmigranten (vroeger: gastarbeiders)
komen naar Nederland om hier tijdelijk te werken

In de jaren '60 en '70 van de 20e eeuw: Italianen en Spanjaarden,
Turken en Marokkanen

Slide 21 - Tekstslide

Multiculturele samenleving
  • Vanaf 1950 kwamen voor het eerste grote groepen mensen van buiten Europa naar Nederland.
  • Zo werd Nederland een multiculturele samenleving

Slide 22 - Tekstslide

Begin milieuproblemen
  • Al vóór industrialisatie: slecht omgaan met milieu door manier van landbouw en nijverheid. 
  • Veel slechter ná industrialisatie: lucht- en watervervuiling 
  • Grondstoffen raken op
  • Verstedelijking vervuilt

Slide 23 - Tekstslide

Meer aandacht voor milieuproblemen:
  • Oprichting verschillende milieuorganisaties. 
  • Milieudefensie en greenpeace.
  • Doel: burgers en overheden overtuigen dat goed milieubeleid noodzakelijk is: 'liever minder economische groei dan het slecht gaat met het milieu'.

Slide 24 - Tekstslide

Maar wat vindt de politiek? 
  • Komst milieubeleid (1980): maatregelen om het milieu te beschermen. 
  • Onderdeel daarvan: 'duurzame ontwikkeling'.
  • Energiebeleid: aanmoedigen zorgvuldig omgaan met energie

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video