Communicatie

Communicatie
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Uitleggen wat communicatie betekend
  • Uitleggen wat het verschil is tussen verbale en non-verbale communicatie
  • Verschil noemen tussen zender - boodschap - ontvanger
  • Ruis
  • Miscommunicatie
  • Emotie

Slide 2 - Tekstslide

Communicatie

Slide 3 - Woordweb

Klantbeleving

Slide 4 - Woordweb

Klantbeleving 
Wat heeft communiceren met klantbeleving te maken?

Slide 5 - Tekstslide

Hospitality
Klantgerichtheid en klantvriendelijkheid samen noem je hospitality. Ofwel gastvrijheid.

Je laat het zien door: 
  • Een juiste beroepshouding;
  • Schone opgeruimde ruimtes;
  • Klantgericht uitvoeren van je taken;
  • Klantvriendelijke uitvoeren van je taken.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is communicatie?

Bij communicatie vertel je een boodschap aan een ander persoon.

Dit kan gaan om een gebeurtenis die je wilt vertellen of een vraag die je stelt aan iemand.

De ander reageert hierop naar jou.





Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Zender --> boodschap --> ontvanger 

Slide 9 - Tekstslide

Verbale communicatie 

Slide 10 - Tekstslide

Non-verbale communicatie

Lichaamstaal

Gezichtsuitdrukkingen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Aan welke manier van communicatie kun je zien hoe het met iemand gaat?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 13 - Quizvraag

Welke vorm van communiceren is het wanneer mensen met elkaar praten?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 14 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met een controlevraag?

Slide 15 - Open vraag

Waarom is het belangrijk om tijdens een gesprek door te vragen?

Slide 16 - Open vraag

Actief luisteren betekent dat je moeite doet om het gesprek goed te volgen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kun je actief luisteren? Noem twee manieren.

Slide 18 - Open vraag

Verkeersborden zijn geen
vorm van communicatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Een mail schrijven is een vorm van:
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van passief luisteren?
A
Je knikt als je het begrijpt
B
Je herhaalt wat er wordt gezegd
C
Je zit met je armen over elkaar het gesprek aan te horen
D
Je stelt tussendoor vragen om achter meer informatie te komen

Slide 21 - Quizvraag

Ruis
Storingen in de communicatie wordt Ruis genoemd.


Slide 22 - Tekstslide

Bij ruis komt een boodschap niet goed over bij de ontvanger
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Hoe ontstaat ruis?
Ruis kan vanuit de zender en vanuit de ontvanger ontstaan
Onduidelijk spreken/ de boodschap onduidelijk onder woorden brengen/ slecht luisteren/  verschillende interpretatie van wat gezegd wordt.

Ruis kan ook  van buiten komen
Lawaai op straat/ slechte (wifi) verbinding bij het bellen.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Miscommunicatie
Miscommunicatie ontstaat op het moment dat de ontvanger een boodschap anders ontvangt dan dat de zender deze bedoeld heeft.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Emoties
Een gevoel

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Welke emoties heb je in het filmpje kunnen zien?

Slide 30 - Open vraag

Heb je begrepen waar het filmpje over ging?

Slide 31 - Tekstslide

Welke emotie zie je hier?
timer
1:00

Slide 32 - Open vraag

Welke emotie zie je hier?
timer
1:00

Slide 33 - Open vraag

Welke emotie zie je hier?
timer
1:00

Slide 34 - Open vraag

Welke emotie zie je hier?
timer
1:00

Slide 35 - Open vraag

Welke emotie zie je hier?
timer
1:00

Slide 36 - Open vraag

Welke emotie zie je hier?
timer
1:00

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Een actie geeft een reactie

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Opdracht:  
  • leg in je eigen woorden uit wat communicatie betekend
  • leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen verbale en non-verbale communicatie
  • noem het verschil tussen zender - boodschap - ontvanger
  • Laat via een afbeelding zien wat jij onder 'vette' kleding verstaat
  • Leg in je eigen woorden uit wat wordt bedoeld met een actie geeft een reactie

Slide 43 - Tekstslide

Afsluiting 

Slide 44 - Tekstslide