[4H] Staatsinrichting II - Regering

Staatsinrichting van Nederland -Regering
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Staatsinrichting van Nederland -Regering

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt:
- aangeven hoe de macht van de koning door de ministeriële verantwoordelijkheid is ingeperkt;
- het verschil tussen een minister en een staatssecretaris aangeven;
- uitleggen wat een kabinetsformatie is;
- uitleggen waarom er in Nederland altijd coalitieregeringen zijn;
- uitleggen waarom vertrouwen belangrijk is tussen het kabinet en de Tweede Kamer;
- uitleggen of een regeerakkoord past bij het idee van dualisme.

Slide 2 - Tekstslide

Als er in Nederland verkiezingen zijn, wie kies je dan?
A
De minister-president
B
De regering
C
De Tweede Kamer
D
Alle drie

Slide 3 - Quizvraag

Wat is ook al weer het verschil tussen de regering en het kabinet?
A
De koning zit wel in het kabinet
B
De koning zit niet in het kabinet
C
De koning zit in de regering én het kabinet
D
Er is geen verschil tussen beide

Slide 4 - Quizvraag

Wat is (was) de functie van Mark Rutte?

Slide 5 - Open vraag

Wie is deze minister?
A
Wobke Hoekstra
B
Sander Dekker
C
Wouter Koolmees
D
Arie Slob

Slide 6 - Quizvraag

Wie is deze minister?
A
Wobke Hoekstra
B
Sander Dekker
C
Wouter Koolmees
D
Arie Slob

Slide 7 - Quizvraag

Wie is deze minister?
A
Sigrid Kaag
B
Cora van Nieuwenhuizen
C
Kajsa Ollongren
D
Carola Schouten

Slide 8 - Quizvraag

Wie is deze minister?
A
Sigrid Kaag
B
Cora van Nieuwenhuizen
C
Ollongren
D
Sigrid Kaag

Slide 9 - Quizvraag

Willem Alexander van Oranje-Nassau
Koning der Nederlanden
Lid van de Nederlandse regering
Mark Rutte (VVD)
Minister van Algemene Zaken en minister-president (sinds 2010)
Carola Schouten (CU)
Minister van Landbouw en Visserij en vice-premier
Rob Jetten (D66)
Minister van klimaat
Kajsa Ollongren (D66)
Minister van Binnenlandse Zaken en vice-premier (en moeder van twee oud-leerlingen op het HLZ)
Arie Slob (CU)
Minister van Onderwijs
Wobke Hoekstra (CDA)
Minister van Financiën en lijsttrekker van het CDA.
Christianne van der Wal (VVD)
Micky Adriaanse (VVD)
Minister van Economische Zaken.
Was in het vorige kabinet staatssecretaris van Financiën en verantwoordelijk voor de Belastingdienst. Vanwege de Toeslagenaffaire heeft is opgestapt als minister.
Hugo de Jonge (CDA)
Volkshuisvesting
Robbert Dijkgraaf (D66)
Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD)
Mark Harberts (VVD)
Dennis Wiersma (VVD)
Onderwijs
Ernst Kuipers (D66)
Minister van Volksgezondheid
Hank Bruins Slot (CDA)
Minister van Binnenlandse Zaken

Slide 10 - Tekstslide

Welke macht heeft de regering in Nederland?
A
De uitvoerende macht
B
De wetgevende macht
C
De rechterlijke macht
D
Al deze machten

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Link

Mark Rutte heeft het over het voornemen om een avondklok in te voeren. Waarom?
A
Rutte weet nog niet zeker of een avondklok een goed idee is.
B
Het kabinet beslist niet over de avondklok, dat doet de Tweede Kamer.
C
Rutte houdt erg van goede voornemens en de avondklok is daar één van.
D
Alle leden van het kabinet moeten met de avondklok instemmen en dat is nog niet gebeurd.

Slide 13 - Quizvraag

De regering
De minister-president
De minister-president is het gezicht van de regering. Hierdoor heeft hij meer invloed dan een gewone minister. Strikt genomen is hij niet machtiger. De minister-president is de primes inter pares (de eerste onder zijn gelijken).

Slide 14 - Tekstslide

De regering
De regering bestaat uit ministers en staatssecretarissen. Een minister bestuurt samen met één of twee staatssecretarissen een ministerie.

Slide 15 - Tekstslide

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Slide 16 - Tekstslide

De macht en invloed van de koning
De koning is lid van de regering (NIET van het kabinet), maar hij heeft nauwelijks macht. Hoeveel invloed de koning heeft, is onduidelijk. Dat hangt af van de minister-president. Dat noemen we het geheim van paleis Noordeinde.

Slide 17 - Tekstslide


De macht en invloed van de koning

De macht van de koning wordt ingeperkt door artikel 42 in de Nederlandse Grondwet. Hierin staat: 'De koning(in) is onschendbaar; de minister zijn verantwoordelijk.'

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

De macht en invloed van de koning

Dat betekent dat de minister(-president) 
verantwoordelijk is voor alles wat de koning 
doet. Toen Willem Alexander tijdens de 
Coronalockdown naar Griekenland op
vakantie ging, moest Rutte daarvoor 
verantwoording afleggen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Coalitieregering

Slide 22 - Woordweb

Hoeveel zetels heb je nodig in de Tweede Kamer om te regeren?
A
51 zetels
B
76 zetels
C
101 zetels
D
150 zetels

Slide 23 - Quizvraag

Verkiezingen en formatie

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

Welke partijen vormen samen het kabinet Rutte III?

Slide 28 - Open vraag

Vertrouwen
Bij vertrouwen hoort ook dat het kabinet de Tweede Kamer goed informeert over wat ze doet. Als de Kamer daarom vraag, dan MOET een minister alle informatie over een onderwerp doorgeven. Als de Tweede Kamer een minister niet meer vertrouwt, dan kan ze een motie van wantrouwen aannemen.

Slide 29 - Tekstslide

Vertrouwen
Een coalitie is nodig, omdat een kabinet op genoeg steun in de Tweede Kamer moet kunnen rekenen. De Tweede Kamer moet vertrouwen aan het kabinet geven.

Slide 30 - Tekstslide

Hoe laat de Tweede Kamer zien dat ze vertrouwen hebben in het kabinet?
A
Dat hoeft de Tweede Kamer niet te laten weten
B
De voorzitter van de Kamer laat weten dat er vertrouwen is
C
Alle fractievoorzitters spreken hun vertrouwen uit
D
Als minstens 76 Kamerleden het kabinet steunen

Slide 31 - Quizvraag

Bedenk hoe je ervoor kunt zorgen dat coalitiepartijen vier jaar lang samenwerken.

Slide 32 - Open vraag

Regeerakkoord
Tijdens de formatie sluiten de coalitiepartijen een regeerakkoord. Hierin staat precies opgeschreven welke plannen kabinet tijdens zijn regeerperiode gaat uitvoeren. 

Slide 33 - Tekstslide

Voordeel regeerakkoord
Het voordeel van een regeerakkoord is dat het kabinet zeker weet dat ze voor alle plannen de steun krijgt van de meerderheid in de Tweede Kamer.

Slide 34 - Tekstslide

Bedenk twee nadelen van een regeerakkoord. Denk aan compromis en saaiheid

Slide 35 - Open vraag

Leg uit dat een regeerakkoord NIET past bij het dualisme

Slide 36 - Open vraag

Past een regeerakkoord volgens jou bij het dualisme? Leg je antwoord uit.

Slide 37 - Open vraag

Lesdoelen
Je kunt:
- aangeven hoe de macht van de koning door de ministeriële verantwoordelijkheid is ingeperkt;
- het verschil tussen een minister en een staatssecretaris aangeven;
- uitleggen wat een kabinetsformatie is;
- uitleggen waarom er in Nederland altijd coalitieregeringen zijn;
- uitleggen waarom vertrouwen belangrijk is tussen het kabinet en de Tweede Kamer;
- uitleggen of een regeerakkoord past bij het idee van dualisme.

Slide 38 - Tekstslide