3.4 Geslachtschromosomen (X-chromosomale overerving)

Geslachtschromosomen
3.4 - X-chromosomale overerving
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Geslachtschromosomen
3.4 - X-chromosomale overerving

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn fenotype en genotype
ookalweer?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fenotype

  • Alle waarneembare kenmerken bij een individu. 

  • komt tot stand door genotype en milieu
Genotype

  • Alle erfelijke eigenschappen van een individu.

  • komt tot stand tijdens de bevruchting.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een gen en wat is een allel?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gen en allel
gen = stuk dna dat codeert voor een eiwit en dus voor een eigenschap
  • chromosomen komen in paren voor, dus genen ook

allel = één van de verschillende varianten van een gen

2 homologen chromosomen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is homozygoot en heterozygoot?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Homozygoot: allebei de genen zijn hetzelfde  



Heterozygoot:
de genen zijn verschillend

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



dominant allel: dit gen komt tot uiting
  • notatie = hoofdletter A
recessief allel: komt alleen tot uiting wanneer er geen dominant allel aanwezig is
  • notatie = zelfde letter, maar dan klein a

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A = bruin, a = blond
                                               vrouw:          man:
P:                fenotype:            bruin  x   bruin
                   genotype:               Aa    x      Aa
Geslachtscellen:                    A of a       A of a

Kruisingsschema
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 4
Genetica
Monohybride kruisingen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

2

3

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onvolledig dominant
een recessief allel dat bij een heterozygoot individu een beetje tot uiting komt in het fenotype

intermediair fenotype
beide allelen komen in een mengvorm tot uiting in het fenotype

codominantie
beide allelen komen volledig tot uiting in het fenotype
fenotype              notatie
aa
AA
Aa







ARAR : rood
ARAW :roze
AWAW: wit


ARAR : rood
AWAW: wit
AWAR = rood met witte vlekken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleurenblindheid  
1  op de 12 mannen
1 op de 250 vrouwen

Zouden we het verschil tussen mannen en vrouwen bij sommige erfelijke eigenschappen kunnen verklaren?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 3.4
  •  hoe door de overerving van geslachtschromosomen het geslacht van een mens wordt bepaald.
  • kruisingsschema opstellen voor X-chromosomale overerving en de frequentie van bepaalde genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden, of uit een stamboom

Thomas Morgan kruiste in 1910 fruitvliegjes. Hij liet een vrouwtje met rode ogen paren met een mannetje met witte ogen. Alle nakomelingen hadden rode ogen. Toen hij de nakomelingen onderling liet paren, ontdekte hij iets bijzonders: alle vliegjes met witte ogen waren mannetjes en alle vliegjes met rode ogen waren vrouwtjes.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thomas Morgan en fruitvliegjes
Hij liet in 1910 een vrouwtje met rode ogen paren met een mannetje met witte ogen. Alle nakomelingen hadden rode ogen. Toen hij de nakomelingen onderling liet paren, ontdekte hij iets bijzonders: alle vliegjes met witte ogen waren mannetjes en alle vliegjes met rode ogen waren vrouwtjes.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

x chromosomaal

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geslachtschromosomen
Meisjes hebben twee  
X-chromosomen (XX).

Jongens hebben een X en een Y-chromosoom (XY).

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geslachtsbepaling

XY systeem

  • vrouw XX
  • man XY



Het X-O systeem. In bijen, sprinkhanen, termieten, etc.

  • 1 type geslachtscel: de X
    (Het geslacht bepaald door aantal X-en.)


Vrouwtjes XX en mannen X-



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

X-chromosomale overerving: 
  • X-chromosomale eigenschappen bevinden zich alleen op het X-chromosoom en niet op het Y-chromosoom.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

X- chromosomaal
Als een gen op het X-chromosoom ligt, heet het X-chromosomaal

We noteren dit dan bijvoorbeeld als XA of Xa.

LET OP: het Y-chromosoom is leeg!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

X-CHROMOSOMAAL DOMINANT - XA
X-CHROMOSOMAAL RECESSIEF - Xa
Bewijs: dominant X-chromosomaal
Gezonde vader krijgt altijd gezonde dochters! 
Bewijs recessief X-chromosomaal:
Zieke vader krijgt altijd zieke dochters! 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie:
  • Mannen hebben vaker last van X-chromosomale afwijkingen

  1. Hemofilie (bloederziekte)
  2. Ziekte van Duchenne (spierdystrofie)
  3. Ichtyosis (verhoorningsstoornis)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

X-chromosomale overerving
  • Zonen krijgen het x-chromosoom altijd van hun moeder
  • Dochters krijgen altijd een x-chromosoom van hun vader

Kruisingsregel x-chromosomale overerving:
'zieke dochters hebben zieke vaders'

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking fruitvliegjes

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefen met §3.4
- Werkblad stambomen + monohybride kruisingen (nakijken) 
- Opdracht 37 & 38  
(beter om deze op papier uit te werken, want online klopt de opgave niet). 
-Werkblad 'X-chromosomale overerving'

-Klaar? Opdr. 40 t/m 42, 44,
- 46 t/m 52
(bijen 🐝  & kleurenblindheid)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



WAT
* lezen basisstof 3.4
** maken + nakijken opdr. 35-42
*** testjezelf 3.4 / oefenblad X-chromosomale overerving

HOE
individueel
in stilte


HULP NODIG
  1. kijk in de tekst in je basisstof
  2. schrijf je vraag op, vraag na afloop of tijdens een D-les aan je docent
  3. Vinger de lucht in
actie - IN STILTE
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

oefenopgave X-chromosomaal

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

X-chromosomaal
P
F1
F2
?
_____________

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mocht je ooit vastlopen of theorie willen herhalen: 
check biopagina per onderwerp

Hier ook hele goede oefenbladenen toetsen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Algemene oefentoets
0

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies