Arbeidsvaardigheden: samenwerken

Fase 3 introduktie
samenwerken
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Fase 3 introduktie
samenwerken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstellingen van de les

- Ik kan aangeven wanneer ik liever alleen of samen werk.
- ik kan aangeven welke vaardigheden bij samenwerken horen
- Ik kan de voordelen van samenwerken benoemen. 
- Ik kan de voordelen van alleen werken benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

deel 1: wat betekent samenwerken?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerken

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij een goede samenwerking? En welke vaardigheden heb je hierbij nodig?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een goede samenwerking
  • Communiceren en overleggen: praat duidelijk en luister goed. 
  • Verdeel rollen en het werk.
  • Zet elkaars kwaliteiten in.
  • Stel vragen.
  • Werk naar hetzelfde resultaat.
Kwaliteiten
  • Luister goed.
  • Communiceer duidelijk.
  • Geef feedback.
  • Heb respect voor elkaar.
  • Durf te vragen.
  • Wees positief.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De voordelen van samenwerken:
- jullie zijn sneller klaar
- 2 weten meer dan 1
- je kunt elkaar aanmoedigen
- het is gezellig

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is samenwerken handig?
- Als je een grote opdracht hebt die veel tijd kost.
- Als het belangrijk is om de mening van meer mensen te horen.
- Als het een opdracht is die voor meer mensen belangrijk is.
- Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten en daar kun je gebruik       
   van maken

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De voordelen van alleen werken:
- Je kunt zelf beslissen hoe je de opdracht maakt
- Je krijgt met niemand ruzie
- Je kunt in je eigen tempo werken
- Je hoeft niemand iets uit te leggen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is alleen werken handig?
- Als de taak gemakkelijk is
.
- Als een taak goed past bij jouw kwaliteiten of interesse
.
- Als een taak voor anderen niet belangrijk is
.
- Als jij alleen verantwoordelijk bent voor het resultaat.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De cirkel
Opdracht leerlingboek: 
Bedenk wat je leuk vindt aan samenwerken
Zet in elk vak van de cirkel een woord dat te maken heeft met de voordelen van samenwerken. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat ging er niet goed in de samenwerking?
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat ging er wel goed in de samenwerking?
timer
1:00

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een goede samenwerking

Slide 16 - Tekstslide

Op deze dia geef ik een voorbeeld van een goede samenwerking en welke kwaliteiten je daar bij kan inzetten. 
De casus is als volgt: het is sale in de kledingwinkel, en de klanten hebben de afdeling rommelig achter te gelaten. Jij, als werknemer, ziet dat rommeltje. Nu het wat minder druk is, besluit je dat op te gaan ruimen. Het is echter veel werk, dus je vraagt een collega om hulp. (A-gedrag, initiatief nemen.) Jullie kunnen beiden beginnen met vouwen, maar is dat efficiënt? Wat werkt het snelst, maar ook het best? Stem met elkaar af; hoe moet het eruit komen te zien: hoe zien de stapels eruit, hoe hoog zijn de stapels kleding? Doe je kleur bij kleur of doe je het anders? Communiceer met elkaar zodat jullie allebei duidelijk hebben wat het eindresultaat moet zijn. Spreek af wie wat doet: kleren van de grond pakken, kleren sorteren, kleren vouwen, ondertussen klanten helpen. 
Problemen bij samenwerken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen van een goede samenwerking
Bij een goede samenwerking kun je:
  • jouw gedachten verwoorden;
  • luisteren naar elkaar;
  • initiatief nemen; 
  • overleggen;
  • vragen stellen;
  • rustig op elkaar reageren.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

teamrollen (persoonlijkheidstypen)
Iedereen is anders en heeft zijn sterke en minder sterke kanten.  In een team zitten daarom ook verschillende type mensen. 
Sommige teamleden zijn goed in nadenken, anderen in uitvoeren of kunnen weer goed luisteren. 

Om verschillende types aan te geven gebruiken we een kleurenmodel. Elke kleur heeft zijn eigen eigenschappen, kwaliteiten, valkuilen en emoties die tijdens het samenwerken naar voren komen. 


Slide 19 - Tekstslide

In een samenwerking kan niet iedereen dezelfde rol hebben. Een team met alleen maar rode mensen erin werkt dan ook niet. Een samenwerking werkt dus goed als er verschillende type mensen in een team zitten.
In welke kleur herken jij je het meeste?

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Kun jij goed samenwerken?
Kies het antwoord wat bij je past:
Jazeker, ik bereik samen vaak meer dan alleen en het is nog leuker ook.
Best wel, maar het hangt er wel van af met wie. soms doe ik dingen liever alleen.
Niet zo heel goed. Ik begrijp niet zo goed wat anderen bedoelen.
Nee. Ik kan beter alleen werken dan met anderen samen.

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe belangrijk vind jij je eigen mening geven bij het samenwerken?

1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk
-110

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe belangrijk vind jij luisteren naar elkaar bij het samenwerken

1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk
110

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe belangrijk vind jij actief meedoen bij het samenwerken?

1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk
-210

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Deel 2: samenwerken in de praktijk.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingsopdracht 1: Siamese tekening.
  • In tweetallen
  • Houd samen de stift vast
  • Teken het logo na 
  • De stift mag niet van het papier
  • Jullie mogen de stift niet loslaten

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingsopdracht 1 deel 2.
  • In tweetallen
  • Houd samen de stift vast
  • Teken het logo na 
  • De stift mag niet van het papier
  • Jullie mogen de stift niet loslaten
  • Jullie mogen niet praten

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ging dat?
Hoe ging de opdracht?
Wat was lastig?
Wat ging goed? 
Wat vinden jullie van het eindresultaat?
welke vaardigheden hebben jullie gebruikt?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingspdracht 2: tangram
Jullie maken groepjes van vier.
Op de tafel ligt een envelop met een opdracht erin.
Voer deze opdracht uit .

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2: Tangram: Samenwerken 4-tal
Let op: Toon deze pagina NIET aan de leerlingen!
Organisatie: 
- Zet 4 tafeltjes als groepje bij elkaar. De leerlingen zitten op hun stoel aan de tafeltjes.
   De puzzelstukjes zitten in een grote envelop die op tafel ligt. 

Zeg: 'We spelen tangram, een spel waarbij je een figuur maakt. Het spel start NU'.
Dit zie je gebeuren:
1.  Welke leerling pakt de envelop .... - welke leerling wil dat ook ..... - welke leerling vindt het oké dat een ander het doet?
2. Welke leerlingen gaan 'een figuur' maken (is er overleg welk figuur)? 
     Welke leerling kijkt? Wie zegt er wat en hoe en wat wordt er gezegd?
3. Zijn er leerlingen die nog wat verdwaasd rondkijken omdat ze op zoek zijn naar de regels van het spel?

Laat het spel niet langer dan 30 seconden tot 1 minuut duren.




 
Er is 1 set met leenmateriaal (Wld). Als je het precies terugstopt in de enveloppen kan de volgende docent het direct gebruiken! 

Slide 31 - Tekstslide

Laat Tangram stukken (vergroten in juiste verhouding op A3), op dik papier afdrukken en plastificeren. 
Zorg voor voldoende tangram-opdrachten / oplossingen. Als je googelt op “tangram puzzels” vind je talloze voorbeelden. Evt. kleuren gebruiken voor de verschillende groepen.

vragen
- Wie heeft de envelop gepakt?
- Wie heeft de tangram gemaakt?
- Wie heeft gekeken?
- Wie heeft er gezegd hoe de tangram gemaakt moet worden?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingsopdracht 3: puzzel maken
Spreek zometeen af wie de opdracht gaat maken.
Deze leerling zit op de stoel.
De anderen van de groep mogen instructies geven, ze mogen het antwoordkaartje niet laten zien. 
Deze leerlingen staan tegenover de leerling die de opdracht doet. Als de opdracht klaar is, gaat iedereen snel zitten en roept de leerling die de opdracht heeft gemaakt: 'KLAAR'.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen
- Wie heeft gepuzzeld?
- Wie heeft gekeken?
- Wie heeft er aanwijzingen gegeven?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingsopdracht 4: bekertjes stapelen.
Groepen van 4 of 5 leerlingen.
1 elastiekje met daaraan vastgeknoopt 4 of 5 touwtjes van dezelfde lengte.
6 bekertjes

Opdracht: Maak de toren van de bekertjes (zie afbeelding) 

Afspraak: Je mag de bekertjes niet aanraken om ze te stapelen.

Uitvoering:
Leerlingen moeten de touwtjes straktrekken om een bekertje te “vangen” en te stapelen. 


Evaluatie: 
Waarom ging het samenwerken wel of niet goed? Raakte je gefrustreerd en wat deed je toen? 


Slide 35 - Tekstslide

Bespreken: zie samenwerken 2
o.a. 
Hoe gaat het met jou als iets niet lukt?
Hoe gaat het als het samenwerken lastig gaat?
Wat maakt dat los bij jou?
Wat ga je dan doen?
Hoe ga je om met medeleerlingen die op een bepaalde manier reageren (wat vind je lastig / wat denk-voel-doe je dan)?

vragen
- Wie heeft de leiding genomen?
- Wie heeft gedaan wat er gezegd is ?
- Hoe ging het en waarom?

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingsopdracht 5. Lijnen trekken  

Er worden drietallen gevormd. 
jullie krijgen een omgekeerd blaadje met de getallen 1 t/m 60 kriskras door elkaar heen erop.  jullie moeten zo snel mogelijk de getallen met elkaar verbinden. Jullie beginnen bij 1. Zet de pen op de 1 en trek een lijn naar de 2, dan naar de 3, de 4, etc. 
Jullie krijgen 2 minuten de tijd hiervoor.


Geen materiaal van. Zelf maken en daarna delen met anderen!

Slide 37 - Tekstslide

Zorg voor voldoende plaatjes.
Kerk, fiets, vliegtuig, toetsenbord, auto, afstandbediening, versierde kerstboom,
trekker, balpen, voet, vliegenmepper, fles, vaas met bloemen (bloem), bril, lamp, broek, 'een dier' (simpel), tennisracket, tent.
Nabespreken hoe het ging. 
Hoe is het om de tekening te maken?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingsopdracht 6 marshmallowchallenge

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marshmallow Challenge
We maken groepen van maximaal 6 personen. 
jullie krijgen: 20 stokjes spaghetti, 1 meter touw, een schaar ,4 Marshmallows.
Jullie krijgen maximaal 17 minuten de tijd.

Slide 40 - Tekstslide

De observators krijgen een observatieformulier waarop richtlijnen staan voor het observeren. 
Let's go! 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen
- Wie heeft de leiding genomen?
- Wie heeft gedaan wat er gezegd is ?
- Hoe ging het en waarom?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingsopdracht 7: stoeptegels
Er liggen vellen op de vloer. alle leerlingen staan of zitten rond de figuur staan .
 “Jullie doel is om van het startpunt (het onderste gekleurde vel) naar het eindpunt (het bovenste gekleurde vel) te komen. Jullie mogen alleen horizontaal (links - rechts) of verticaal (vooruit - achteruit) bewegen; niet diagonaal. Let op: er is maar 1 juiste looproute! Ik ben de enige die die route kent. Eén van jullie begint: als hij een foute stap zet, zeg ik ‘fout’ en is hij af. Dan begint een ander van voren af aan. Net zo lang tot jullie de route gevonden hebben. Duidelijk? Begin maar.”

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen
- Wie heeft de leiding genomen?
- Wie heeft gedaan wat er gezegd is ?
- Hoe ging het en waarom?

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingsopdracht 8. Junglesurvival

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spel deel 1
  • Je hebt 5 min. de tijd om voor jezelf (zonder overleg) jouw eigen lijst te maken wat de klas mee zou moeten nemen uit het vliegtuig

  • Delen of gedeeltes van de voorwerpen meenemen is  niet toegestaan.


Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vul je eigen voorwerpen in

Slide 49 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Spel deel 2
Jullie hebben 15 min de tijd om als groep tot overeenstemming te komen over de lijst met voorwerpen.
Wijs een woordvoerder aan en licht de lijst toe.

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordvoerder vult de 10 voorwerpen in

Slide 51 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vragen
- Hoe verliep het overleg om tot de definitieve lijst te komen?

- Wie nam welke rol in tijdens het overleg?

- Is iedereen tevreden over haar bijdrage aan het overleg, leg uit?

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingsopdracht 9: omschrijf de foto.
In tweetallen: 1 gaat omschrijven, de ander gaat zoeken.


De zoeker krijgt een lijst met 10 foto's. Deze lijst mag de omschrijver niet zien. De zoeker mag niet praten, maar wel vragen om een extra hint.
De omschrijver krijgt een foto en moet vertellen aan de zoeker wat hij/zij op de foto ziet. Je laat de foto niet zien.
Als de zoeker denkt dat hij/zij de juiste heeft; dan zeg je het

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ging dat?
Hadden jullie de juiste foto? Hoe was het jullie gelukt?
Of als je wel de juiste foto had gevonden: hoe had je sneller de juiste foto kunnen vinden?
Lukte het niet; Op welke manier hadden jullie wel de goede foto kunnen vinden? 

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingsopdracht 10: krat verplaatsen.
  • In tweetallen.
  • Doel: samen moet je de krat aan de andere kant van het lokaal krijgen.  
  • Probleem: het krat mag de grond niet raken en je mag het krat niet met je handen aanraken.
  • Overleg en bedenk samen eerst een oplossing. Daarna gaan jullie je oplossing proberen.

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen.
- Hoe ging het bedenken van de oplossing?
- Welke oplossing is het beste en waarom?

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies