11 vragen met uiteindelijk 1 winnaar. Snelheid telt.
En... je hebt uiteraard een rekenmachine nodig.
De winnaar loopt om 13:50u naar buiten
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
De economische vrijdagmiddag quiz
11 vragen met uiteindelijk 1 winnaar. Snelheid telt.
En... je hebt uiteraard een rekenmachine nodig.
De winnaar loopt om 13:50u naar buiten
Slide 1 - Tekstslide
Onthoud
Gebonden hulp
Inkomen per hoofd van de bevolking
Noodhulp
Ontwikkelingslanden
Ontwikkelings-samenwerking
Structurele hulp
Vicieuze cirkel
Ruilvoet
Monocultuur
Infrastructuur
Protectie-maatregelen
Buffervoorraad
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht 1
D
A
B
C
$ 1.608,04
$ 48.973,61
$ 905,84
$ 404,56
Slide 3 - Sleepvraag
Onthoud
Noodhulp: hulp in noodsituaties, zoals het geven van voedsel en medicijnen, met als doel op korte termijn
de mensen te laten overleven.
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht 2
Wat is geen kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
veel analfabetisme door een gebrek aan scholing
B
slechte infrastructuur
C
monocultuur
D
langzame bevolkingsgroei
Slide 5 - Quizvraag
Onthoud
Structurele hulp: hulp aan ontwikkelingslanden om de oorzaken van armoede te bestrijden en de landen
economisch zelfstandig te maken. Deze hulp is gericht op de lange termijn (zoals scholing).
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 3
Stelling: een monocultuur betekent dat een land afhankelijk is van maximaal één exportproduct
Eens
Oneens
Dit antwoord klopt
Slide 7 - Sleepvraag
Opdracht 4
Koffie
Rijst
Katoen
Popcorn
Geef de voorbeelden van een onbewerkt product een groene ster én van een bewerkt product een rode ster.
Koffie:
Rijst:
Katoen:
Popcorn:
Slide 8 - Sleepvraag
Opdracht 5
Stelling: Doordat de prijzen per land verschillen, kun je de koopkracht in verschillende landen moeilijk met elkaar vergelijken.
Eens
Oneens
Dit antwoord klopt
Slide 9 - Sleepvraag
Opdracht 6
Stelling: Bij een ongelijke inkomensverdeling is een klein deel van de bevolking arm en een klein deel van de bevolking rijk.
Eens
Oneens
Dit antwoord klopt
Slide 10 - Sleepvraag
Opdracht 7
Stelling: In ontwikkelingslanden is er veel werkgelegenheid.
Eens
Oneens
Dit antwoord klopt
Slide 11 - Sleepvraag
Opdracht 8
Maak de vicieuze cirkel kloppend.
Lage inkomens
Slechte banen
Kinderen werken
Geen scholing
Slide 12 - Sleepvraag
Opdracht 9
Door aanhoudende droogte in Zimbabwe mislukken de oogsten. Voor zo'n 2,4 miljoen mensen is voedsel nodig. Welke soort hulp biedt hier de beste oplossing?
Slide 13 - Open vraag
Opdracht 10
De Nederlandse overheid stelt een bedrag beschikbaar voor de ontwikkeling van de agrarische sector in Burkina Faso. De afspraak is dat Burkina Faso met een deel van het geld landbouwmachines in Nederland koopt. Er is hier sprake van...
Noodhulp
Structurele hulp
Dit antwoord klopt
Slide 14 - Sleepvraag
Opdracht 11
Het Nederlands budget voor ontwikkelingssamenwerking is in een bepaald jaar
€ 4,7 miljard. Dat is 0,55% van het bruto binnenlands product (bbp). Bereken het BBP van Nederland in dat jaar. Rond af op hele euro's. (vb: € 123.123.123.123)
Slide 15 - Open vraag
Laatste vraag
Slide 16 - Tekstslide
Opdracht 12
Welk begrip stond niet tussen de begrippen die je moest onthouden?