*Herhaling woordenschat H5 + H6

Herhaling woordenschat
Uitdrukkingen uit de handel en scheepvaart + 
Oude naamvallen 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling woordenschat
Uitdrukkingen uit de handel en scheepvaart + 
Oude naamvallen 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Herhaling Woordenschat H5 (15 minuten)
Herhaling Woordenschat H6 (15 minuten)
Zelfstandig leren voor de toets 

Slide 2 - Tekstslide

Handel en scheepvaart
Nederland is van oudsher een handelsland. De scheepvaart speelde daarbij een belangrijke rol.

Aan de handel en de scheepvaart hebben we veel spreekwoorden en uitdrukkingen te danken.

Voorbeelden:
- over een andere boeg gooien (het op een andere manier proberen)
- aan de grond zitten (geen geld meer hebben).



Slide 3 - Tekstslide

Welke uitdrukking uit de handel of scheepvaart ken je nog?

Slide 4 - Open vraag

de leiding hebben
failliet gaan
betalen
duur zijn
samenwerken
aan het roer staan
op de fles gaan
over de brug komen
aan de prijs zijn
in zee gaan (met)

Slide 5 - Sleepvraag

bloei, rijkdom
ze zijn het eens
versieren, mooi maken
toestaan
met grote menigte
welvaart
eenstemmig
opdirken
veroorloven
massaal

Slide 6 - Sleepvraag

voorlopig
nu
mogelijkheid
volop
rijken
vooralsnog
momenteel
optie
ruimschoots
kapitaalkrachtigen

Slide 7 - Sleepvraag

Wat betekent deze uitdrukking?

"Bakzeil halen"
A
terugkrabbelen
B
boodschappen doen
C
duur zijn
D
failliet gaan

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent deze uitdrukking?

"Een streep door de rekening"
A
korting krijgen
B
een tegenvaller
C
duur zijn
D
weglopen

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent deze uitdrukking?

"Een brug te ver zijn"
A
populair zijn
B
duur zijn
C
toezicht houden
D
te ver gaan

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent deze uitdrukking?

"Een oogje in het zeil houden"
A
toezicht houden
B
iemand voor de gek houden
C
populair zijn
D
varen

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent deze uitdrukking?

"Tussen wal en schip vallen"
A
geluk hebben
B
nergens bij horen
C
failliet gaan
D
een tegenvaller

Slide 12 - Quizvraag

Vragen over hoofdstuk 5?

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdstuk 6
Oude naamvallen

Slide 14 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een oude naamval die we hebben behandeld.

Slide 15 - Open vraag

Oude naamvallen

In het Nederlands vind je nog sporen van oude naamvallen. Bijvoorbeeld in ’s avonds, een verkorting van de tweede naamval des avonds (= in de avond). 
Andere voorbeelden zijn: ten strengste verboden (= echt niet toegestaan) en ter controle (= om te controleren, onderzoeken)

Slide 16 - Tekstslide

Zo herken je oude naamvallen
Oude naamvallen bestaan vaak uit verbogen vormen van de en te:
– den: aan den lijve;
– der: in naam der wet;
– des: de vader des vaderlands;
– ten: ten val brengen;
– ter: ter plaatse.

Slide 17 - Tekstslide

Welk woord past er op de puntjes? Kies uit: den, der, des, ten en ter.

In het verzorgingstehuis zijn veel oudjes slecht ... been.

Slide 18 - Open vraag

Welk woord past er op de puntjes? Kies uit: den, der, des, ten en ter.

Ben jij op het schoolfeest door die jongen ... dans gevraagd?

Slide 19 - Open vraag

Welk woord past er op de puntjes? Kies uit: den, der, des, ten en ter.

Mijn ouders waren ... duivels toen ik weer te laat thuis was.

Slide 20 - Open vraag

Welk woord past er op de puntjes? Kies uit: den, der, des, ten en ter.

Youri heeft nog nooit iets ... nadele van jou gezegd.

Slide 21 - Open vraag

Welk woord past er op de puntjes? Kies uit: den, der, des, ten en ter.

Het monument heeft de tand ... tijds goed doorstaan.

Slide 22 - Open vraag

Welk woord past er op de puntjes? Kies uit: den, der, des, ten en ter.

Afkijken tijdens een toets is uit ... boze.

Slide 23 - Open vraag

Welk woord past er op de puntjes? Kies uit: den, der, des, ten en ter.

Ik heb een vaas ... waarde van duizenden euro's laten vallen.

Slide 24 - Open vraag

hervatten
hectische
grut
onder de pannen
begonnen weer
zeer drukke
op een veilige plek
kleine kinderen

Slide 25 - Sleepvraag

gemorreld
verrichten
te benijden
trekken aan het korste eind
geprobeerd te veranderen
doen
zijn er het slechtste aan toe
om jaloers op te zijn

Slide 26 - Sleepvraag

bijspijkercursus
zijn vruchten afgeworpen
subsidie
reduceren
extra lessen
succes opgeleverd
verminderen
financiële steun 

Slide 27 - Sleepvraag

Vragen over hoofdstuk 6?

Slide 28 - Tekstslide

Toets donderdag / vrijdag 
  • Woordenschat H5
  • Woordenschat H6
  • Werkwoordspelling (geen Engelse werkwoorden!)

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag 
Je mag nu zelfstandig gaan leren voor de toets.
Heb je vragen? Stel ze dan nu! 

Extra oefenen voor werkwoordspelling doe je hier: 

https://www.cambiumned.nl/oefenen/spelling/werkwoordspelling/  

Slide 30 - Tekstslide