H2 - Het medialandschap

Het medialandschap
Hoofdstuk 2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het medialandschap
Hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Kranten
                       Er zijn twee verschillende soorten gedrukte media: kranten en tijdschriften. 

Kranten verschijnen elke dag! Er zijn zo'n 60 verschillende landelijke en regionale kranten in NL. 

- Landelijke dagbladen: kan je overal in NL krijgen! hierin staat veel binnen- en buitenlands nieuws over bijvoorbeeld de economie, politiek en maatschappij. Telegraaf, Volkskrant, Trouw

- Regionale dagbladen: zijn alleen te vinden in een bepaalde streek, hierin vertellen zij ook veel plaatselijk nieuws. Noord-Hollands dagblad, Purmerends Nieuwsblad.

Slide 3 - Tekstslide

Kranten
Bij de landelijke dagbladen kan er nog een onderscheid gemaakt worden tussen populaire- en                             kwaliteitskranten. Deze kranten zijn gericht op een bepaalde doelgroep  
                                 (= groep mensen met  dezelfde maatschappelijke kenmerken)

- Populaire kranten: geven veel aandacht aan misdaad, rampen, sport en gebeurtenissen rond BN'ers. Zij richten zich op een breed publiek: het taalgebruik is makkelijk en de teksten kort. Zij gebruiken vaak hele dik geschreven koppen en grote foto's.   Telegraaf, AD

- Kwaliteitskranten: besteden veel aandacht aan politieke, economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Gericht op mensen met een hogere opleiding --> artikelen lang en teksten ingewikkeld. De kwaliteitskrant ziet er vaak veel rustiger uit.     Volkskrant, Trouw, NRC 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Tijdschriften en opiniebladen

Tijdschriften schrijven ieder voor een eigen doelgroep met een speciaal interessegebied

- Verschijnen vaak wekelijks of maandelijks
- verdienen aan de verkoop, abonnementen of advertenties. 

Opiniebladen geven achtergrond informatie bij maatschappelijke of politieke kwesties 

- Lezers moeten een eigen mening (= Opinie) gaan vormen. 
- HP/ De Tijd, Vrij Nederland. 

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag! 
Maak een start aan het huiswerk
Kader: Opdracht 1 t/m 14
(5 t/m 8 nog niet)
Basis: 1 t/m 12 en begrippenlijst en samenvatting)

timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Publieke omroepen
Rond 1920 werden vijf grote publieke omroepen opgericht. Hun zendtijd werd verdeeld onder de belangrijkste, maatschappelijke groepen in Nederland --> "de Zuilen".  Elke zuil kreeg zijn eigen omroep, zo kregen de: 

- Katholieke de KRO
- Christelijke de NCRV
- Protestantse de VPRO
- Socialistische de VARA

De andere omroep: AVRO, sloot zich niet aan bij een zuil. Zij maakte radio voor heel Nederland.


Slide 8 - Tekstslide

Publieke omroepen
In het jaar 1951, het jaar van de eerste televisie uitzending, werd de Nederlandse Omroepstichting (NOS) opgericht. De omroepen maakte afspraken met elkaar over de zendtijd en werkten soms samen bij het maken van programma's! 

De omroepen die er later bij zijn gekomen: 

- De christelijke EO
- Omroep MAX
- TROS
- BNN

Slide 9 - Tekstslide

Publieke omroepen

Publieke omroepen zijn verenigingen met leden. Zonder leden, geen zendtijd. 

Om programma's te kunnen maken ontvangen zij geld van deze leden, de overheid en uit reclameopbrengsten van de STER (stichting Ether Reclame). 

Per jaar zo'n 500 Miljoen vanuit de overheid. 

Een deel van de zendtijd MOET van de overheid besteed worden aan 'culturele en informatieve programma's'. --> Klokhuis en Pauw. 

Slide 10 - Tekstslide

Commerciële zenders
Hoofddoel is het maken van winst, zij willen graag verdienen aan de uitzendingen. 

De eerste commerciële zenders was RTL Veronique, later volgde RTL 7, SBS 6 en Net 5. 
Ook op de radio kwamen commerciële zenders voorbij: Radio 538 en Q-Music. 

Belangrijkste verschillen: 
- Publieke omroepen zenden uit vanuit NL 1,2 of 3 - Commerciële hebben eigen namen (SBS 6)
- Commerciële zenders zijn niet verplicht om bepaalde programma's uit te zenden. 
- Belangrijkste inkomstenbron voor C is reclames, krijgen GEEN geld van de overheid. 
- C zenders niet gebonden aan maatschappelijke groepen, maar wel gericht op een doelgroep. 
(RTL 7 --> Meer voor mannen!)

Slide 11 - Tekstslide

Regionale + Internationale zenders en omroepen

In totaal zijn er zo'n 300 regionale en lokale zenders en omroepen in NL.
Zij verdienen hun geld dankij reclames van adverteerders en door subsidies van de gemeente. 
(Omroep Brabant - RTV LOVE - Radio Hoorn)


Internationale zenders richten zich op meerdere landen. De Amerikaanse CNN maakt ook nieuwsprogramma's voor NL, of bijvoorbeeld Disney Channel dat in elk land te vinden is. 

Slide 12 - Tekstslide

Verder met het huiswerk! 
Maak basis H4, Kader H2
 + Begrippen en samenvatting! 


Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen behaald? 
Wat is het verschil tussen populaire- en kwaliteitskranten?

Wat is het verschil tussen publieke omroepen en commerciele omroepen? 

Waarom hebben tijdschriften een doelgroep? 

Slide 14 - Tekstslide