§8.3 en §8.4

H8 politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
§8.3 en §8.4
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H8 politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
§8.3 en §8.4

Slide 1 - Tekstslide

wat weet je nog van
§8.1 en §8.2?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

democratie: het volk regeert

Slide 4 - Tekstslide

VS districtenstelsel met kiesmannen
Nederland evenredige vertegenwoordiging.
                                  Democratiën verschillen

Slide 5 - Tekstslide

Geef een voor- en een nadeel van het Amerikaanse systeem

Slide 6 - Open vraag

ontwikkelingsvisie



participatie is een doel. mensen kunnen door politiek actief te zijn zichzelf ontwikkelen, ze leren ervan en krijgen meer zelfvertrouwen.

Slide 7 - Tekstslide

instrumentele visie



politieke participatie van burgers niet wenselijk, alleen om de politieke voorkeur van mensen te weten
participatie is een middel om besluiten te kunnen nemen. inwoners stemmen en politici maken afweging.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Leg uit welke visie in het filmpje aan de orde komt en geef aan hoe!

Slide 10 - Open vraag

Socialisme
Liberalisme
confessionalisme
instrumentele visie
daadkrachtig individu
geeft gelijke kansen

Slide 11 - Tekstslide

In het kabinet zitten
d66, vvd, cda en cu. Welke partijen zijn voor
en welke tegen de situatie in de bron?
Leg je antwoord uit.

Slide 12 - Open vraag

politieke instituties
Het volk eiste meer macht. Dat leidde in veel gevallen uiteindelijk tot het vormen van een democratische rechtsstaat. Die bestaat uit twee delen.
Democratie: het volk heeft de macht en stemrecht om die macht uit te oefenen

Rechtsstaat: de grondwet beschermt mensen tegen machtsmisbruik van de overheid, en geeft mensen vrijheden en beschermt gelijkheid

Complex van regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren

Slide 13 - Tekstslide

wat is geen politieke institutie?
A
verkiezingen
B
prinsjesdag
C
het koningshuis
D
de tweede kamer

Slide 14 - Quizvraag

democratisering
Klassieke grondrechten
Gelijkheid, vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, privacy, recht op een eerlijk proces
Sociale grondrechten

Recht op onderwijs, huisvesting, sociale zekerheid
Politieke rechten
Kiesrecht, vrije verkiezingen, het recht om verkozen te worden. Persvrijheid

Het proces van verandering van machts- en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak en medezeggenschap van degene met minder macht

Slide 15 - Tekstslide

wat verstaan we onder democratisering
A
alle mensen hebben wat te zeggen
B
steeds meer mensen krijgen wat te zeggen
C
de overheid houdt verkiezingen
D
censuskiesrecht

Slide 16 - Quizvraag

Het verzet tegen elitevorming zie je in de 18e eeuw groeien maar ook nu zie je het terug bij welke partijen zie je dat terug/ waar in de samenleving zie je dat terug?

Slide 17 - Open vraag