Erfelijkheid les 6 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting 2

Wat gaan we vandaag doen

  • Herhalen stambomen
  • Uitleg paragraaf 6: geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen

  • Herhalen stambomen
  • Uitleg paragraaf 6: geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je na deze les weten/kunnen
Je weet:

  • het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke   voortplanting 
  • wat veredeling is en waarom dit wordt toegepast
  • minimaal 3 manieren van ongeslachtelijke voortplanting te   noemen

Slide 2 - Tekstslide

Stambomen
Een stamboom laat zien van wie iemand afstamt.

Een rondje staat voor een vrouw, een vierkantje staat voor een man.

Verschillende kleuren voor verschil in fenotype (dit gaat om 1 erfelijke eigenschap)

Slide 3 - Tekstslide

________
I
I
I

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting

Slide 6 - Tekstslide

Wat is volgens jou geslachtelijke voortplanting?
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting is het versmelten van twee willekeurige geslachtscellen met elkaar
Doordat geslachtscellen verschillende genotypen hebben, zijn er voor de genotypen van de bevruchte eicel ook heel veel verschillende mogelijkheden

Slide 9 - Tekstslide

Hoe noemen we het proces waarbij we geslachtscellen maken?
A
Gewone celdeling (mitose)
B
Reductiedeling (meiose)
C
Geslachtsceldeling (meiose)
D
Lichaamsceldeling (mitose)

Slide 10 - Quizvraag

Wat is waar over geslachtelijke voortplanting?
A
Organismen die hierbij ontstaan (nakomelingen) hebben telkens hetzelfde genotype
B
Dit moet altijd met hetzelfde geslacht zijn
C
Organismen die hierbij ontstaan (nakomelingen) hebben telkens een ander genotype)
D
Dit komt alleen bij mensen voor

Slide 11 - Quizvraag

In de landbouw en veeteelt willen de telers en fokkers zo veel mogelijk gunstige eigenschappen in één nakomeling krijgen

Daarom passen ze kunstmatige selectie toe
de individuen met de meest gunstige eigenschappen worden met elkaar gekruist

Dit wordt veredeling genoemd

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wiettelers willen het liefst alleen wiet met gunstige eigenschappen. Ze zullen daarom de planten met de meest gunstige eigenschappen met elkaar kruisen.
Wat is géén goed voorbeeld van zo'n eigenschap?
A
Snelle groei van de plant
B
Lange levensduur van de plant
C
De plant is gevoelig voor ziektes of vraat
D
De plant heeft veel zaadtopjes

Slide 14 - Quizvraag

Kunnen planten zich alleen maar geslachtelijk voortplanten?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Na de bevruchting

Slide 16 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
  • Dit is een vorm van voortplanting waarbij het nageslacht uit een deel van de "moeder" bestaat of uit een onbevruchte eicel.
  • vormen van ongeslachtelijke voortplanting zijn:
           - Stekken
           - Weefselkweek
           - Knollen/bollen

Slide 17 - Tekstslide

Bij stekken groeit er uit een stuk van een plant weer een nieuwe plant.
Stekken

Slide 18 - Tekstslide

Knollen

Slide 19 - Tekstslide

Weefselkweek

Slide 20 - Tekstslide

Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn geslachtscellen nodig.
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Hebben nakomelingen van ongeslachtelijke voortplanting hetzelfde genotype als de ouder?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Noem minimaal 2 van de 3 genoemde voorbeelden van ongeslachtelijke voortplanting.
timer
0:45

Slide 23 - Open vraag

  • Ongeslachtelijke voortplanting vind plaats door gewone celdeling.
  • Al het erfelijke materiaal wordt eerst gekopieerd en dan over twee dochtercellen verdeeld.
  • De dochtercellen zijn dus identiek aan de moedercel.
  • De nakomelingen hebben dus allemaal hetzelfde genotype (kloon)
  • De nakomelingen kunnen wel een ander fenotype hebben door verschillende milieuomstandigheden

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat moet je na deze les weten/kunnen
Je weet:

  • het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke   voortplanting 
  • wat veredeling is en waarom dit wordt toegepast
  • minimaal 3 manieren van ongeslachtelijke voortplanting te   noemen

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk: 
opdracht 46 t/m 54

Slide 27 - Tekstslide