Les 10: 4 oktober 2022

1T1 Klassieke Talen
4 oktober 2022
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1T1 Klassieke Talen
4 oktober 2022

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Enkelvoud en meervoud van werkwoorden kunnen herkennen, maken en vertalen
  • Enkelvoud en meervoud van zelfstandige naamwoorden kunnen herkennen, maken en vertalen

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  1. Start 
  2. Herhaling ev/mv werkwoord + zelfst.nw.
  3. Verder oefenen met ev/mv
  4. Woordjes les 1
  5. Afronding

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik vorige les
  1. Wat wordt er bedoeld met de indicativus?
  2. Wat wordt er bedoeld met de infinitivus?
  3. Hoe bepaal je de stam van een werkwoord, bijvoorbeeld van narrare en van ridére?
  4. narrare betekent 'vertellen': wat is dan 'hij vertelt' en 'zij vertellen' in het Latijn?
  5. ridére betekent 'lachen': wat is dan 'hij lacht' en 'zij lachen' in het Latijn?
  6. parére betekent 'gehoorzamen': hoe vertaal je dan 'paret'?

Slide 4 - Tekstslide

Enkelvoud en Meervoud werkwoord (blz. 58-59)
maak opdracht 63 + 64 blz. 60

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 66 blz. 61
  1. De slaven schreeuwen. 
  2.  Ze lachen. 
  3. De vrouw lacht. 
  4. De broer drinkt. 
  5. Hij schreeuwt.
  6. De vrouw komt.
  7. De slaaf weigert te drinken.
  8. Zij weigeren te komen.
  1. clamant = 3e ps. mv.
  2. rident = 3e ps. mv.
  3. ridet = 3e ps. ev.
  4. bibit = 3e ps. ev.
  5. clamat = 3e ps. ev.
  6. venit = 3e ps. ev.
  7. bibere = inf./ recusat = 3e ps. ev.
  8. venire = inf. / recusant = 3e ps. mv.

Slide 6 - Tekstslide

hij/zij/het
zij (mv)
hele ww
lacrimare
lacrimat
lacrimant
esse
sunt
est
ridere
ridet
rident
portat

Slide 7 - Sleepvraag

Enkelvoud en Meervoud (blz. 62)










NB: puer en vir gaan ook zoals servus in groep II!!!!

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 67, blz. 63
enkelvoud
betekenis
groep
meervoud?
deus
god
puella
meisje
donum
geschenk
pater
vader
nomen
naam

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 67, blz. 63
enkelvoud
betekenis
groep
meervoud?
deus
god
II
de-i
puella
meisje
I
puell-ae
donum
geschenk
II
don-a
pater
vader
III
patr-es
nomen
naam
III
nomin-a

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 67, blz. 63
enkelvoud
betekenis
groep
meervoud?
puer
jongen
II
puer-i
filius
zoon
II
fili-i
dea
godin
I
de-ae
saxum
rotsblok
II
sax-a

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 67, blz. 63
enkelvoud
betekenis
groep
meervoud?
puer
jongen
filius
zoon
dea
godin
saxum
rotsblok

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het meervoud van:
aqua
A
aqui
B
aquae
C
aques
D
aquas

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
locus
A
loci
B
loces
C
loca
D
locae

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
donum
A
doni
B
donus
C
dones
D
dona

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
error
A
errors
B
errores
C
errori
D
errora

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
nomen
A
nomina
B
nomines
C
nominae
D
nomini

Slide 17 - Quizvraag

Enkelvoud en Meervoud (blz. 62)
maak opdracht 68 t/m 70










NB: puer en vir gaan ook zoals servus in groep II!!!!

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 68, blz. 63
meervoud
betekenis
groep
enkelvoud?
bell-a
oorlogen
II
bell-um
mur-i
vir-i
silv-ae

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 68, blz. 63
meervoud
betekenis
groep
enkelvoud?
bell-a
oorlogen
II
bell-um
mur-i
muren
II
mur-us
vir-i
mannen
II
vir
silv-ae
bossen
I
silv-a

Slide 20 - Tekstslide

Basiswoorden Latijn les 1 blz. 19
  • Leer alleen de vetgedrukte woorden
  • Alleen van Latijn naar Nederlands leren
  • Spreek de woorden voor jezelf uit
  • Maak kaartjes en/of ezelsbruggetjes
  • Leer niet op volgorde, maar leer de woorden door elkaar
  • Deel het op in kleine hoeveelheden
  • Herhaal, herhaal, herhaal!
  • Luister nu naar de uitspraak. 

Slide 21 - Tekstslide

Terugblik op de Lesdoelen
  • Enkelvoud en meervoud van werkwoorden kunnen herkennen, maken en vertalen
  • Enkelvoud en meervoud van zelfstandige naamwoorden kunnen herkennen, maken en vertalen

Huiswerk donderdag 6 oktober, 3e uur
  • leer rijtjes werkwoord en zelfstandig naamwoord blz. 17
  • maak opdracht 68 t/m 70 blz. 64
  • leer basiswoorden les 1 blz. 19

Slide 22 - Tekstslide

Tekst 1: Jupiter en zijn broers (r4-8)
  • Neptunus et Pluto dei sunt.
  • Neptunus en Pluto zijn goden.
  • Fratres Iovis sunt.
  • Ze zijn de broers van Jupiter.
  • Non semper in Olympo sunt.
  • Ze zijn niet altijd op de Olympus. 
  • Neptunus saepe in aqua est.
  • Neptunus is dikwijls in het water.
  • Ibi rex est.
  • Daar is hij koning. 
Uitspraakregels
c = k
g = g als in Engelse good
i = i of j
qu = kw
u = oe
ae = ai
oe = oi

Slide 23 - Tekstslide

Tekst 1: Jupiter en zijn broers (r4-8)
  • Pluto Tartarum custodit.
  • Pluto bewaakt de onderwereld.
  • Tartarus sub terra est.
  • De onderwereld is onder de aarde.
  • Tartarus locus obscurus est.
  • De onderwereld is een donkere plek. 
  • Ibi semper nox est.
  • Daar is het altijd nacht.
  • Umbrae huc veniunt. Hic Pluto rex est.
  • Schimmen komen hierheen. Hier is Pluto koning.
Uitspraakregels
c = k
g = g als in Engelse good
i = i of j
qu = kw
u = oe
ae = ai
oe = oi

Slide 24 - Tekstslide

Antwoord m.b.v. een zin uit de Latijnse tekst: Waar woont Jupiter?
A
In Olympo habitat
B
Rex deorum est.
C
Neptunus saepe in aqua est
D
Pluto Tartarum custodit.

Slide 25 - Quizvraag

Antwoord m.b.v. een zin uit de Latijnse tekst: Waar leeft Pluto?
A
Tartarus sub terra est.
B
Non semper in Olympo sunt.
C
Hic Pluto rex est.
D
Pluto Tartarum custodit.

Slide 26 - Quizvraag

Antwoord m.b.v. een zin uit de Latijnse tekst: Wat zijn Neptunus en Pluto allebei?
A
Neptunus et Pluto dei sunt.
B
Fratres Iovis sunt.
C
Umbrae huc veniunt.
D
Hic Pluto rex est.

Slide 27 - Quizvraag

Antwoord m.b.v. een zin uit de Latijnse tekst: Welke functie heeft Neptunus in de zee?
A
Rex deorum est
B
Ibi semper nox est.
C
Ibi rex est.
D
Hic Pluto rex est.

Slide 28 - Quizvraag

Lees en vertaal de Latijnse tekst blz. 18

Slide 29 - Tekstslide

Wat heb je van deze les geleerd of wat ga je van deze les onthouden?

Slide 30 - Open vraag

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll