op de volgende slide de formule + antwoord noteren.
Oefenen:
De kans dat je 6 gooit is?
Slide 50 - Tekstslide
De kans dat je 6 gooit is?
A
365
B
255=51
C
366=61
Slide 51 - Quizvraag
Je gooit de munt en de dobbelsteen. Hoe groot is de kans op 'kop' ?
A
61
B
62=31
C
63=21
Slide 52 - Quizvraag
Je gooit de munt en de dobbelsteen. Hoeveel mogelijkheden zijn er om op 'kop' en 'even'?
Laat de 3 stappen zien!
(%)
Slide 53 - Open vraag
ANTWOORD
Hoe groot is de kans op 'kop' en 'even'? (in %)
A
25 %
B
50%
C
67,5%
D
75%
Slide 54 - Quizvraag
H1.3 Wat heb je geleerd?
Wat is een kans?
Hoe bereken je een deel van een kans?
Aantal keren voorkomen totaal aantal mogelijkheden
hoeveelheid mogelijkheden
aantal voldoet : totaal aantal
Slide 55 - Tekstslide
Huiswerk uit je boek: 1.3
Controleren uit je boek Deel 1:
H1.2 som 18 t/m 21, 25 en 26
Maak uit je boek Deel 1:
H1.3 som 29, 30, 32 , 33, 35, 36 , 39, 41, 42 en 48
Slide 56 - Tekstslide
H1.4 Diagram tekenen
Wat ga je leren?
Verschillende diagrammen
Wat is een diagram?
Hoe lees je een diagram?
Hoe teken je een diagram?
Wat moet in een diagram staan?
- Titel
- Lijnen (X-as en Y-as)
- assen met een naam,
- legenda
- kleuren etc.
Slide 57 - Tekstslide
Soorten diagrammen
Verschillende diagrammen
Beelddiagram nvt
Cirkeldiagram H1.4
Staafdiagram H1.4
Histogram nvt
Lijndiagram H1.4
Steelbladdiagram H1.5
Boxplot H1.5
Een diagram geeft een verband tussen gegevens overzichtelijk weer.
Slide 58 - Tekstslide
Slide 59 - Tekstslide
Waar let je op bij het LEZEN van een diagram!
Bekijk het hele diagram
Wat staat er bij de assen? Welke getallen?
Kijk naar de legenda en titel
Hoe zit het diagram zit in elkaar
conclusie!
Slide 60 - Tekstslide
Diagram lezen
1. Totaal verkoop fietsen 2013
2. kleur geel = kinderfiets = 15%
3. cirkelverdeling in kleuren en per kleur %
4. Dus 15% van alle fietsen zijn kinderfietsen.
5.
Legenda
In een legenda worden betekenissen uitgelegd van kleuren en plaatjes die bijvoorbeeld zijn gebruikt bijgrafieken,
Voorbeeld:
Titel
Slide 61 - Tekstslide
Waar let je op bij het TEKENEN van een diagram!
Titel
Legenda
een legenda worden betekenissen uitgelegd van kleuren en plaatjes die bijvoorbeeld zijn gebruikt bij grafieken,
assen met naam
Zet op de assen waar het over gaat +
scheurlijn?
een 'gebroken' lijntje in een as v/e grafiek om aan te geven dat de schaalverdeling niet bij 0 begint. +
Assen (basislijnen)
Assen max. 10 cm (passen op A4) +
Assen indelen
Bepaal de indeling v/d getallen op de assen. +
Slide 62 - Tekstslide
1. indeling assen (passend aan je werkblad):
spreiding Y-as : hoogste getal - laagste getal
230 - 87 = 143 143 : *7*= ongeveer 20 cm is 1 cm 2. scheurlijn: niet van toepassing 3. as-horizontaal = soorten drankjes as-verticaal = aantal (1 cm = 20) 4. Titel en legenda toevoegen !
verkoop drankjes
aantal
cola
120
sinas
92
appelsap
87
koffie/wijn
230
Voorbeeld diagram
Slide 63 - Tekstslide
Oefenen: Welke drie onderdelen mist deze diagram?
Slide 64 - Open vraag
Huiswerk: H1.4
HW controleren uit je boek Deel 1:
H1.3 som 29, 30, 32 , 33, 35, 36 , 39, 41, 42 en 48
Maak uit je boek H1.4
som 49, 50, 51, 54, 56 en 57
Slide 65 - Tekstslide
H1.3 Wat heb je geleerd?
Verschillende diagrammen
Wat is een diagram?
Hoe lees je een diagram?
Hoe teken je een diagram?
Wat moet in een diagram staan?
Slide 66 - Tekstslide
H1.4 Diagram tekenen
Wat ga je leren?
Verschillende diagrammen
Wat is een diagram?
Hoe lees je een diagram?
Hoe teken je een diagram?
Wat moet in een diagram staan?
- Titel
- Lijnen (X-as en Y-as)
- assen met een naam,
- legenda
- kleuren etc.
Slide 67 - Tekstslide
H1.5 Steel-bladdiagram & boxplot
Wat ga je leren:
Wat is een steel-bladdiagram?
Hoe maak je een steel-bladdiagram
Hoe bepaal je de mediaan. (middelste van alle getallen oplopend)
Wat is een boxplot
Hoe maak je een boxplot.
Slide 68 - Tekstslide
Een steelblad diagram
is een overzichtelijke manier om getallen weer te geven.
Je hebt enkele diagrammen en dubbele diagrammen.
Slide 69 - Tekstslide
leeftijd leraren
1. twee kolommen maken
2. alle cijfer invullen
kolom 1
tiental
2
3
4
5
2 5
5 3
5 2
4 1
2 7
4 3
3 0
3 2
2 5
5 3
5 7
3 5
3 2
3 0
3 0
3 6
2 2
4 4
2 2
2 9
2 9
4 6
4 2
3 4
5 1
kolom 2
eenheden
5 5 7 2 9 9 2
0 2 5 2 0 0 6 4
1 3 4 6 2
3 2 3 7 1
Voorbeeld Steelblad diagram.
zie boek Deel 1 KGT blz 37.
Slide 70 - Tekstslide
Vervolg
leeftijd leraren
3. kolom 2: klein naar groot
zie boek Deel 1 H1.5 blz 37.
kolom 1
tiental
2
3
4
5
2 5
5 3
5 2
4 1
2 7
4 3
3 0
3 2
2 5
5 3
5 7
35
3 0
3 0
36
4 4
2 2
29
5 1
2 9
46
4 2
2 2
kolom 2
eenheden
2 2 5 5 7 9 9
0 0 0 2 2 4 5 6
1 2 3 4 6
1 2 3 3 7
Slide 71 - Tekstslide
Huiswerk maken: H1.5 steel-en bladdiagram
Controleren uit je boek Deel 1:
H1.4 som 49, 50, 51, 54, 56 en 57
Maak uit je boek Deel 1:
H1.5 som 59 , 61 en 64.
Slide 72 - Tekstslide
vervolg H1.5 Boxplot
Wat ga je leren:
Wat is een boxplot?
Deze gegevens kunnen in beeld gebracht worden met een boxplot.
Hoe teken je een boxplot.
De mediaan en de kwartielen verdelen een rij getallen in vier even grote groepen. Deze gegevens kunnen in beeld gebracht worden met een boxplot.
Slide 73 - Tekstslide
Handig om te weten
Wat is kleinste en grootste waarneming?
Wat is een spreidingsbreedte?
Wat is de mediaan (2de kwartiel).
Wat is de 1ste kwartiel (mediaan) en 3de kwartiel (mediaan)?
Wat is kwartielafstand?
OPDRACHT: Maak van de rapportcijfers 1 t/m 5:
8, 3, 2, 6, 4, 7, 9, 5 en 3 (5 minuten)
Slide 74 - Tekstslide
8
3
3
2
6
4
7
9
5
2
3
3
4
5
6
7
8
9
Zet de cijfers van klein naar groot
2. Spreidingsbreedte = 7
(9 - 2)
1. Wat is kleinste en grootste cijfer?
mediaan 1 = middelste van
2 - 5 = 3
1st Kwartiel
mediaan 2 = middelste getal van 2 - 9 = 5
mediaan 3 = middelste getal van 5 - 9 = 7
3de kwartiel
2
3
3
4
5
6
7
8
9
3.
4.
4.
Slide 75 - Tekstslide
Maak nu een boxplot
Je weet nu:
Spreiding = 2 tot 9
mediaan 1 = middelste van
2 - 5 = 3
1st Kwartiel
mediaan 2 = middelste getal van 2 - 9 = 5
mediaan 3 = middelste getal van 5 - 9 = 7
3de kwartiel
2
3
3
4
5
6
7
8
9
Slide 76 - Tekstslide
Hoe ziet een Boxplot eruit?
Slide 77 - Tekstslide
boxplot
Slide 78 - Tekstslide
Wat vind je nog lastig aan dit onderwerp?
Slide 79 - Open vraag
Vermenigvuldigingsregel
De vermenigvuldigingsregel gebruik je bij gecombineerde handelingen
dus bijvoorbeeld een menu in een restaurant,
Je neemt een voorgerecht én een hoofdgerecht én een nagerecht
Slide 80 - Tekstslide
Boxplot
Maak een boxplot bij deze frequentietabel
1
2
4
5
3
6
Slide 81 - Tekstslide
Spreidingsmaten
Q1
Eerste kwartiel: de mediaan van de eerste helft van de serie getallen
Mediaan
Middelste getal (of het gemiddelde van de middelste twee getallen) van een serie getallen die op volgorde van klein naar groot staan
Q3
Derde kwartiel: de mediaan van de tweede helft van de serie getallen
Spreidingsbreedte
grootste getal - kleinste getal
Kwartielafstand
Q3 - Q1
Slide 82 - Tekstslide
Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
mediaan:254+58=56
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q1 = 38
Q3 berekenen (8e getal)
4
Q3 = 62
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:
Slide 83 - Tekstslide
Weet je nog:
gemiddelde bij een frequentietabel
De totale frequentie = 18+14+9+11+6+6=64 dagen
absulute frequentie = hoe vaak komt het echt voor
relatieve frequentie = hoe vaak komt het procentueel voor
gemiddelde = (18x3+14x4+9x5+11x6+6x7+6x8) : 64 (de totale frequentie)
Slide 84 - Tekstslide
Tellen met herhaling
Nummerborden bestaan uit 2 cijfers - 2 letters - 2 letters
de vijf klinkers (aeiou) worden niet gebruikt
(bv: 12 - wr - tq)
alle mogelijke combinaties zijn
10 x 10 x 21 x 21 x 21 x 21 = 19 448 100
dus er zijn 19 448 100 combinaties mogelijk
Slide 85 - Tekstslide
Boxplot
Maak een boxplot bij deze frequentietabel
kleinste getal: 2
1
2
4
5
3
mediaan: totale frequentie 75, mediaan is het 38e getal dus 4
Q1: mediaan eerste deel, het 19e getal dus 3
Q3: mediaan tweede deel, het 57e getal dus 7
grootste getal: 9
6
Slide 86 - Tekstslide
Boomdiagram en Wegendiagram
Als je de keuze hebt tussen 2 voorgerechten, 3 hoofdgerechten en 4 toetjes, kan je dat schematisch op meerdere manieren weergeven.
Met een boomdiagram heb je direct een overzicht van alle mogelijkheden
Bij een wegendiagram zijn de mogelijkheden overzichtelijker weergegeven
Slide 87 - Tekstslide
Boomdiagram en Wegendiagram
Als je de keuze hebt tussen 2 voorgerechten, 3 hoofdgerechten en 4 toetjes, kan je dat schematisch op meerdere manieren weergeven.
BIj een boomdiagram kan je tellen hoeveel mogelijke combinaties er zijn door de laatste kolom te tellen
Bij een wegendiagram kan je de mogelijke combinaties berekenen door het aantal bogen met elkaar te vermenigvuldigen.
Slide 88 - Tekstslide
Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
mediaan:254+58=56
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q1 = 38
Q3 berekenen (8e getal)
4
Q3 = 62
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:
spreidingsbreedte:
70-26=44
Kwartielafstand:
62-38=24
Slide 89 - Tekstslide
Aflezen uit een boxplot
Uit een boxplot kan je een aantal dingen aflezen:
De kleinste waarde (€8 zakgeld is het minst)
De grootste waarde (€42 zakgeld is het meest)
25% krijgt minder dan €14, 75% meer dan €14
50% krijgt minder dan €20 zakgeld en 50% meer dan € 20
75% krijgt minder dan €26, 25% meer dan €26
Slide 90 - Tekstslide
Tellen met en zonder herhaling
Nummerborden bestaan uit 2 cijfers - 2 letters - 2 letters
de vijf klinkers worden niet gebruikt. Als letters en cijfers maar 1 keer gebruikt mogen worden zijn de mogelijke combinaties:
10 x 9 x 21 x 20 x 19 x 18 =12 927 600
dus er zijn 12 927 600 combinaties mogelijk
Slide 91 - Tekstslide
Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q3 berekenen (8e getal)
4
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:
Slide 92 - Tekstslide
In deze les leer je....
... wat bedoeld wordt met spreiding
... wat spreidingsbreedte is
...wat kwartielafstand is
...werken met boxplots
...telproblemen oplossen
...kansen berekenen
Slide 93 - Tekstslide
Aflezen uit een boxplot
Uit een boxplot kan je een aantal dingen aflezen:
De kleinste waarde (€8 zakgeld is het minst)
De grootste waarde (€42 zakgeld is het meest)
25% krijgt minder dan €14, 75% meer dan €14
50% krijgt minder dan €20 zakgeld en 50% meer dan € 20
75% krijgt minder dan €26, 25% meer dan €26
Slide 94 - Tekstslide
Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q3 berekenen (8e getal)
4
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:
Slide 95 - Tekstslide
Boxplot
Een boxplot is een manier om een overzicht te geven van een serie getallen.
Slide 96 - Tekstslide
Wat heb je in deze les geleerd?
Slide 97 - Open vraag
Vermenigvuldigingsregel
Hoeveel
Hoeveel getallen zijn
in totaal mogelijk?
Hoeveel even getallen zijn mogelijk?
Hoeveel getallen kleiner dat 400 zijn mogelijk?
Bij I 6 getallen, bij II 4 getallen, bij III 3 getallen
6 x 4 x 3= 72
Bij I 6 getallen, bij II 4 getallen, bij III 2 getallen
6 x 4 x 2 =48
Bij I 3 getallen, bij II 4 getallen, bij III 3 getallen
3 x 4 x 3 =36
Slide 98 - Tekstslide
Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
mediaan:254+58=56
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q3 berekenen (8e getal)
4
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:
Slide 99 - Tekstslide
Vermenigvuldigingsregel
Hoeveel
Hoeveel getallen zijn
in totaal mogelijk?
Hoeveel even getallen zijn mogelijk?
Hoeveel getallen kleiner dat 400 zijn mogelijk?
Bij I 6 getallen, bij II 4 getallen, bij III 3 getallen
6 x 4 x 3= 72
Bij I 6 getallen, bij II 4 getallen, bij III 1 getallen
6 x 4 x 2 =48
Bij I 3 getallen, bij II 4 getallen, bij III 3 getallen
Als er een groepje van 8 personen is waarbij iemand gekozen wordt als voorzitter, iemand als secretaris en iemand als penningmeester.
De mogelijke combinaties: 8x7x6 = 336
Dus er zijn 336 combinaties mogelijk
Slide 104 - Tekstslide
Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
mediaan:254+58=56
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q1 = 38
Q3 berekenen (8e getal)
4
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:
Slide 105 - Tekstslide
Weet je nog:
centrummaten
Modus
De waarneming die het vaakst voorkomt
Mediaan
het middelste getal als alle getallen van klein naar groot staan
Gemiddelde
alle getallen bij elkaar opgeteld, gedeeld door het aantal getallen
Slide 106 - Tekstslide
Boxplot
Maak een boxplot bij deze frequentietabel
kleinste getal: 2
1
2
4
5
3
mediaan: totale frequentie 75, mediaan is het 38e getal dus 4
Q1: mediaan eerste deel, het 19e getal dus 3
Q3: mediaan tweede deel, het 57e getal dus 7
grootste getal: 9
6
Slide 107 - Tekstslide
Weet je nog:
modus en mediaan bij een frequentietabel
Modus
de frequentie die het meest voorkomt: 3 (want dat komt 18 keer voor)
Mediaan
er zijn 64 getallen, de mediaan ligt tussen het 32ste en 33ste getal in.
het 32e getal is 4, het 33e getal ook. De mediaan is dus 4
1
- 18
19
- 33
34 -
43
Slide 108 - Tekstslide
Boxplot
Bekijk goed onderstaan filmpje over de boxplot
Slide 109 - Tekstslide
Huiswerk maken: H1.5 box-plot
Controleren uit je boek Deel 1:
H1.5 som 59 , 61 en 64.
Maak uit je boek Deel 1:
Slide 110 - Tekstslide
Slide 111 - Tekstslide
https:
Slide 112 - Link
Slide 113 - Video
Hoeveel knopen heeft de graaf?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 114 - Quizvraag
Hiernaast zie je een vriendengraaf of sociogram. De verbinding tussen Azar en Frits betekent dat zij vrienden zijn. Alle jongens wonen bij elkaar in de straat.
Welke jongen uit de graaf heeft de meeste vrienden?