Les 3 Emoties

Praten over emoties
Niveau B1
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Praten over emoties
Niveau B1

Slide 1 - Tekstslide

Welke woorden/zinnen ken je al?

Slide 2 - Woordweb

Wat betekent: zenuwachtig
A
muy feliz
B
irritado
C
nervioso
D
cansado

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent: woedend
A
furioso
B
enamorado
C
triste
D
sorprendido

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent: kwaad
A
enfermo
B
enojado
C
irritado
D
feliz

Slide 5 - Quizvraag

Categorieën
Boosheid/irritatie                                            Medeleven
Excuses/schuldgevoel                                  Teleurstelling
Hekel/afkeer                                                       Opluchting
Angst                                                                      Blijheid/enthousiasme
Verdriet

Slide 6 - Tekstslide

Bij welke emotie past de zin:
"Dit is belachelijk"
A
boosheid/irritatie
B
verdriet
C
excuses/schuldgevoel
D
blijheid/enthousiasme

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Te gek"
A
boosheid/irritatie
B
verdriet
C
excuses/schuldgevoel
D
blijheid/enthousiasme

Slide 8 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Ik ben als de dood voor ratten"
A
boosheid/irritatie
B
angst
C
medeleven
D
blijheid/enthousiasme

Slide 9 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Ik voel me rot"
A
verdriet
B
angst
C
hekel/afkeer
D
blijheid/enthousiasme

Slide 10 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Dat was niet de bedoeling"
A
excuses/schuldgevoel
B
angst
C
hekel/afkeer
D
boosheid/irritatie

Slide 11 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Het zit me tot hier"
A
excuses/schuldgevoel
B
angst
C
hekel/afkeer
D
boosheid/irritatie

Slide 12 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Ik vind drop walgelijk"
A
excuses/schuldgevoel
B
angst
C
hekel/afkeer
D
boosheid/irritatie

Slide 13 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Wat erg voor je"
A
excuses/schuldgevoel
B
boosheid/irritatie
C
medeleven
D
blijheid/enthousiasme

Slide 14 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"verdomme"
A
excuses/schuldgevoel
B
blijheid/enthousiasme
C
opluchting
D
boosheid/irritatie

Slide 15 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Dat is jammer"
A
excuses/schuldgevoel
B
teleurstelling
C
medeleven
D
opluchting

Slide 16 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Dat is de druppel"
A
boosheid/irritatie
B
teleurstelling
C
hekel/afkeer
D
opluchting

Slide 17 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Dat kan ik me (goed) voorstellen"
A
opluchting
B
teleurstelling
C
hekel/afkeer
D
medeleven

Slide 18 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Sorry, maar nu ga je echt te ver"
A
excuses/schuldgevoel
B
blijheid/enthousiasme
C
opluchting
D
boosheid/irritatie

Slide 19 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Dat valt best mee"
A
opluchting
B
teleurstelling
C
hekel/afkeer
D
medeleven

Slide 20 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Ik ben het zat"
A
angst
B
teleurstelling
C
hekel/afkeer
D
boosheid/irritatie

Slide 21 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Dat lucht op"
A
excuses/schuldgevoel
B
blijheid/enthousiasme
C
opluchting
D
boosheid/irritatie

Slide 22 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Ik ben er helemaal klaar mee"
A
excuses/schuldgevoel
B
blijheid/enthousiasme
C
opluchting
D
boosheid/irritatie

Slide 23 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Wil je erover praten?"
A
excuses/schuldgevoel
B
teleurstelling
C
medeleven
D
opluchting

Slide 24 - Quizvraag

Bij welke emotie past de zin:
"Ik ga ervan over mijn nek"
A
excuses/schuldgevoel
B
boosheid/irritatie
C
hekel/afkeer
D
opluchting

Slide 25 - Quizvraag