2.4

Deze les;  
- LEERDOELEN 2.4 
- UITLEG 2.4 
- ZELFSTANDIG WERKEN


1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deze les;  
- LEERDOELEN 2.4 
- UITLEG 2.4 
- ZELFSTANDIG WERKEN


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 2.4 
Aan het eind van de les kun je: 

uitleggen wat er wordt bedoeld met: identificatie 

2 zaken noemen die ervoor zorgen dat een groepsgevoel ontstaat 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Groepsgevoel:
Identificatie: 
je herkent bepaalde kenmerken van jezelf in een ander.

Groepsidentificatie:
je voelt je verbonden met een groep mensen omdat je dezelfde kenmerken of gewoonte hebt hebt.

Slide 4 - Tekstslide

Plaats:
De plaats waar je woont of vandaan komt kan zorgen voor een groepsgevoel.

Denk aan die keer dat je Nederlanders tegenkomt in het (verre) buitenland.
Voel je je meteen verbonden?


Slide 5 - Tekstslide

Geloof:
Je voelt je verbonden aan de mensen die hetzelfde geloven en naar dezelfde kerk, moskee, tempel of synagoge gaan.

Slide 6 - Tekstslide

Belangen of problemen:
Als je hetzelfde wilt of het zelfde probleem hebt, dan schept dit een band.

Kun je een ander voorbeeld noemen?

Slide 7 - Tekstslide

Smaak of interesse:
Wanneer je samen dezelfde interesse of hobby hebt schept dit een band.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Ik of wij!?
We worden steeds meer een individu en steeds minder deel van een groep. Dit proces noemen we individualisering. 

Als mensen het gevoel hebben bij elkaar te horen dan noem je dat sociale cohesie, er is dan een sterk wij-gevoel. In een individuele samenleving zijn mensen vrijer, maar is de eenzaamheid ook steeds groter.

Slide 10 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKEN 
 Maken van 2.4 in je werkboek:
opgaven 1 t/m 8 pagina 26



HOE: De afbeeldingen laten het je zien! 
TIJD:  tot 10:00
10:00 = controle 


Slide 11 - Tekstslide