Mijn proefles

Algemene dienstverlening en zorg
   Werken als een huishoudelijke medewerker
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Algemene dienstverlening en zorg
   Werken als een huishoudelijke medewerker

Slide 1 - Tekstslide

Inleiding
Je volgt het profielvak zorg en dienstverlening. Dit is natuurlijk een breed vak waar veel werkzaamheden bij komen kijken. 1 van die werkzaamheden is het werk van een Huishoudelijke medewerker. Vandaag krijgen jullie inhoudelijk les over deze functie. 

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij het woord:
Huishouden

Slide 3 - Woordweb

Op welke plekken denk jij dat een
huishoudelijke medewerker
kan werken?

Slide 4 - Woordweb

Doelen
De student kan aan het eind van de les:
  • Een betere inzicht krijgen over het werk van een huishoudelijke medewerker
  • Demonstreren wat de werkvolgorde is bij het afstoffen
  • De verschillende materialen voor het afstoffen onderscheiden
  • De juiste schoonmaak materialen aanbevelen

Slide 5 - Tekstslide

Planning van de dag
  • Theorie: leefruimte onderhouden
  • Afstoffen (werkvolgorde) + demonstratie
  • Weetjes
  • Quiz
  • Ergonomisch werken
  • Opdracht
  • Evaluatie

Slide 6 - Tekstslide

Leefruimte onderhouden
Een Huishoudelijke medewerker is een breed beroep. De werkplek bepaalt vaak wat je taken zijn als huishoudelijke medewerker. In een zorginstelling is het belangrijk dat de leefruimte goed onderhouden wordt. Dit is een belangrijke taak voor een Huishoudelijke medewerker. Een leefruimte is vaak een huiskamer en slaapkamer in één ruimte. Een cliënt wilt zich hier zo goed  en comfortabel mogelijk voelen. Het is daarom een belangrijke taak om een leefruimte schoon te houden.

Slide 7 - Tekstslide

Werktaken
De meest voorkomende werktaken zijn:
  • Stofzuigen
  • Dweilen
  • Ramen zemen
  • Afstoffen
  • Schoonmaken van toilet
  • Schoonmaken van keuken
  • Schoonmaken van badkamer
  • Afwassen
  • wassen van kleding
  • opvouwen van de was
  • Strijken
  • Verschonen van beddengoed
  • Opruimen

Slide 8 - Tekstslide

Afstoffen
Zoals je hebt gezien heeft een huishoudelijke medewerker veel taken. Eén van de belangrijke taken is afstoffen. Stof afnemen lijkt heel simpel. Maar zo gemakkelijk is het toch niet. Soms staan voorwerpen hoog. Of zijn spullen breekbaar. Je moet onthouden waar iets stond als je het even opzijschuift. Het is belangrijk dat je niets overslaat. Voor sommige mensen is stof afnemen een lastige taak. Afstoffen is belangrijk om een leefruimte verzorgd en gezellig eruit te laten zien.  Mensen voelen zich fijner in een schone omgeving. In een leefruimte vindt je veel verschillende spullen. Deze spullen kunnen waardevol zijn voor de bewoners. Het is fijn als iemand die wél kan afstoffen, zorgvuldig met de spullen omgaat. 

Slide 9 - Tekstslide

Hieronder zie je een lijst van mensen voor wie stof afnemen moeilijk is:
- Mensen die niet goed kunnen staan
- Mensen die slechtziend zijn
- mensen die in de war zijn
- mensen die aan een arm verlamd zijn
- mensen die veel pijn hebben
Vul in met welke mensen jij ervaring hebt.

Slide 10 - Open vraag

Noem 3 voorwerpen in je kamer die belangrijk voor je zijn:

Slide 11 - Open vraag

Demonstratie video

Slide 12 - Tekstslide

Werkvolgorde bij het afstoffen
  1. Leg materialen klaar die je nodig hebt.
  2. Plan voor jezelf een route door de kamer.
  3. Werk altijd van schoon naar vies. Zo worden je schoonmaakspullen minder snel vies
  4. Werk van hoog naar laag. Stof eerst boven op de kasten, dan op tafels en vensterbanken. Zo valt het stof niet op een schone plek.
  5. Pak de spullen 1 voor 1 op en zet ze terug op de juiste plek.

Slide 13 - Tekstslide

Wist je dat...
  • Meubels vroeger vaak voor een heel leven aangeschaft werden. Oudere mensen zijn daarom erg zuinig op hun spullen.
  • Je een doek alleen moet uitknijpen wanneer het nodig is. het is slecht voor de spieren in je handen als je het te vaak doet.
  • Sommige schoonmaakmiddelen beter niet met elkaar gemixt kunnen worden. Dit kan schadelijke stoffen veroorzaken, zelfs een schadelijke gaswolk.
  • Een stofzuiger voor meer stof kan zorgen. Als een stofzuigerzak vol raakt dan spuit de stof in de zak er weer uit. 

Slide 14 - Tekstslide

Materialen voor het afstoffen
Stofdoek
Plumeau
Stofzuiger
Vochtige werkdoek
Schoonmaken kan je verdelen in 2 categoriën; 'nat schoonmaken en 'droog schoonmaken'. Zo kan je de stofdoek, plumeau en stofzuiger plaatsen bij droog schoonmaken en het vochtige werkdoek bij nat schoonmaken. Sommige voorwerpen mag je alleen droog afstoffen. Denk aan voorwerpen die vocht opnemen of waar vlekken ontstaan. Als er ergens heel veel stof op zit, kun je het beter eerst droog afstoffen.

Slide 15 - Tekstslide

Wat valt er onder droog schoon maken?

A
Stofdoek
B
Stofzuiger
C
Dweil
D
Microvezeldoekje

Slide 16 - Quizvraag

Hoe stof je een houten salontafel af?
A
Nat
B
Droog
C
Nat en droog

Slide 17 - Quizvraag

Hoe stof je een glazen pot af?
A
Nat
B
Droog
C
Nat en droog

Slide 18 - Quizvraag

Wat moet je niet afstoffen?
A
Deuren
B
Kasten
C
Snoeren
D
Ramen

Slide 19 - Quizvraag

Wat stof je wel af?
A
Planten met kleine blaadjes
B
Lichtknopjes
C
Gordijnen
D
Stoffen bekleding

Slide 20 - Quizvraag

Ergonomisch werken
Ergonomisch werken betekent dat je op een manier werkt wat goed voor je lichaam is. Daarvoor zijn er handige tips. Tijdens het schoonmaken beweeg je veel met je lichaam. Bij het afstoffen is het ook erg belangrijk om ergonomisch te werken.

Handige tips:
  • Werk zoveel mogelijk met een rechte rug. Buig niet voorover.
  • Gebruik een trapladder om op de juiste hoogte te komen.
  • Steun met je vrije hand op een meubelstuk in de buurt.
  • Verander regelmatig van houding.

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
Werk in twee of drietallen: 
Duur: 10 min

Op je tafel liggen 5 verschillende materialen/ voorwerpen. De materialen/ voorwerpen liggen netjes op een rijtje. Observeer ze goed en doe dan je ogen dicht. Je groeppartner(s) veranderen de volgorde van de spullen op tafel. Nu is het jou taak om dit weer terug te leggen zoals het hoort.

Waar is deze opdracht goed voor? In een kamer kan je soms veel spullen op een vensterbank vinden. Als jij besluit om dit allemaal even opzij te zetten, dan is het wel de bedoeling dat je de spullen weer op de juiste volgorde terug legt. Mensen vinden het niet fijn als ze zien dat iemand de opstelling verandert.

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerkopdracht
Opdracht 1: 
Je hebt geleerd wat de juiste volgorde van afstoffen is. Laat zien hoe je een vensterbank of meubelstuk afstoft. Maak een korte video waarin je duidelijk laat zien hoe jij je aan de stappen houdt.  

Duur: 10  minutern  |   Waar: Thuis of op stage

Opdracht 2:
Vraag een cliënt of familielid naar een verhaal achter een voorwerp. Bereid je vragen voor. Bijvoorbeeld:
  • Hoe komt u aan dat voorwerp?
  • Wat betekent het voor u?
Maak hier een kort verslag van en voeg foto's toe als je daar toestemming voor krijgt. 
Denk er aan; praat beleefd en luister aandachtig als iemand zijn verhaal vertelt. 

Duur: 10 minutern |    Waar: Thuis of op stage

Slide 23 - Tekstslide

Wat heb jij deze les geleerd?

Slide 24 - Woordweb

Geef met een afbeelding aan wat je van deze les vond!

Slide 25 - Open vraag