les 1

Module 
economie en maatschappij

Hoofdstuk 1
Markt en macht
Concreet en abstract
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Module 
economie en maatschappij

Hoofdstuk 1
Markt en macht
Concreet en abstract

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 1.1               Vraag en
                                            consumentensurplus
  • is je inkomen van invloed op het koopgedrag?
  • hebben prijzen invloed op het koopgedrag?
  • hoe verandert je welvaart bij een inkomensverandering?
  • hoe verandert je welvaart bij een prijsverandering?

Slide 2 - Tekstslide

Van welke producten zou jij meer kopen als jouw inkomen stijgt?

Slide 3 - Open vraag

van welke producten ga je minder kopen als je meer gaat verdienen?

Slide 4 - Open vraag

PRIMAIRE GOEDEREN
"Noodzakelijk"

  • Eten
  • Drinken
  • Kleding
  • Dak boven je hoofd
  • Medische zorg
SECUNDAIRE GOEDEREN
"Leven aangenamer maken"

  • Uit eten
  • Dure merkkleding
  • Vakantiehuisje
  • Plastische chirurgie
  • Wijn, Bier en Champagne

Slide 5 - Tekstslide

Inferieure producten

Als we minder van een product gaan kopen bij een stijging van het inkomen (negatief verband) dan noemen we het product inferieur.

Bijvoorbeeld: we kopen in plaats van 'gewone' 

fietsen meer elektrische fietsen als het inkomen 

stijgt. De gewone fiets is inferieur. 

(Dat zegt niet altijd iets over de kwaliteit!)

Slide 6 - Tekstslide

Inferieure producten
weinig inkomen

Slide 7 - Tekstslide

Inferieure producten
weinig inkomen                                             veel inkomen

Slide 8 - Tekstslide

Giffenproduct
Producten waarvan de consument bij een (te) lage prijs minder van het product gaat kopen.
De prijs zegt dan iets over de kwaliteit van het product.

de consument heeft er geen vertrouwen in

Slide 9 - Tekstslide

Inkomensvraaglijn: hoeveel koop je van een product als je een bepaald inkomen hebt. 
Bekijk de grafieken, wat valt je op?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de betalingsbereidheid?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het consumentensurplus?

Slide 15 - Open vraag

Vb. Berekenen consumentensurplus

Slide 16 - Tekstslide

In een grafiek

Slide 17 - Tekstslide

Wat geeft een vraaglijn weer?

Slide 18 - Open vraag

Uitrekenen consumentensurplus via de oppervlakte van de driehoek:
Oppervlakte van een driehoek = 1/2 x basis x hoogte.
Consumentensurplus = 1/2 x 800 x (€2,00 - €1,20) = €320,-

Slide 19 - Tekstslide

Je kunt ...(1)... voor een paar sportschoenen bepalen
door ...(2)... te verminderen met
...(3)...
de marktprijs
de betalingsbereidheid
het consumentensurplus
de vraag

Slide 20 - Sleepvraag

Hierboven zijn de vraaglijn en marktprijs van een mobiele telefoon aangegeven.
Welke van de letters A, B of C geeft het consumentensurplus aan?

Slide 21 - Tekstslide

Tekst
Het bedrag dat je maximaal voor een product wilt betalen.
Het verband tussen de prijs van een product en de gevraagde hoeveelheid ervan.
Het verschil tussen de betalingsbereidheid en de werkelijke prijs die je je moet betalen.
Omzet
Oppervlakte driehoek =
1/2 x basis x hoogte
Betalingsbereidheid
Vraaglijn
Consumentesurplus
Verkoopprijs maal 
de verkochte hoeveelheid
Het totale consumentensurplus

Slide 22 - Sleepvraag

Aan de slag
Module Economie en maatschappij
Doornemen paragraaf 1.1 

Opdrachten 1.1 en 1.2 maken

Slide 23 - Tekstslide

Je kunt ...(1)... voor een paar sportschoenen bepalen
door ...(2)... te verminderen met
...(3)...
de marktprijs
de betalingsbereidheid
het consumentensurplus
de vraag

Slide 24 - Sleepvraag

Hierboven zijn de vraaglijn en marktprijs van een mobiele telefoon aangegeven.
Welke van de letters A, B of C geeft het consumentensurplus aan?

Slide 25 - Tekstslide

Tekst
Het bedrag dat je maximaal voor een product wilt betalen.
Het verband tussen de prijs van een product en de gevraagde hoeveelheid ervan.
Het verschil tussen de betalingsbereidheid en de werkelijke prijs die je je moet betalen.
Omzet
Oppervlakte driehoek =
1/2 x basis x hoogte
Betalingsbereidheid
Vraaglijn
Consumentesurplus
Verkoopprijs maal 
de verkochte hoeveelheid
Het totale consumentensurplus

Slide 26 - Sleepvraag

Van welke producten zou jij meer kopen als jouw inkomen stijgt?

Slide 27 - Open vraag

van welke producten ga je minder kopen als je meer gaat verdienen?

Slide 28 - Open vraag

Wat is de betalingsbereidheid?

Slide 29 - Open vraag

Wat is het consumentensurplus?

Slide 30 - Open vraag

Wat geeft een vraaglijn weer?

Slide 31 - Open vraag

Je kunt ...(1)... voor een paar sportschoenen bepalen
door ...(2)... te verminderen met
...(3)...
de marktprijs
de betalingsbereidheid
het consumentensurplus
de vraag

Slide 32 - Sleepvraag

Tekst
Het bedrag dat je maximaal voor een product wilt betalen.
Het verband tussen de prijs van een product en de gevraagde hoeveelheid ervan.
Het verschil tussen de betalingsbereidheid en de werkelijke prijs die je je moet betalen.
Omzet
Oppervlakte driehoek =
1/2 x basis x hoogte
Betalingsbereidheid
Vraaglijn
Consumentesurplus
Verkoopprijs maal 
de verkochte hoeveelheid
Het totale consumentensurplus

Slide 33 - Sleepvraag