6.1 De achtergrond van het conflict.

Hoofdstuk 6: 
Het Israëlisch-Palestijnse conflict


§6.1 De achtergrond van het conflict
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6: 
Het Israëlisch-Palestijnse conflict


§6.1 De achtergrond van het conflict

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

https://nos.nl/artikel/2566916-hamas-wil-israelisch-amerikaanse-gijzelaar-vrijlaten
Planning 
In het nieuws
Terugblik
Uitleg 6.1 deel 2
Aan de slag!
Afsluiten 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom het gebied waar nu Israël ligt, een belangrijk gebied is voor Joden, christenen en moslims.
  • Je kunt de oorzaken en gevolgen noemen van het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk.
  • Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van de verhuizing van joden naar Palestina vóór 1939.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom het gebied waar nu Israël ligt, een belangrijk gebied is voor Joden, christenen en moslims.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorgeschiedenis
Om het Israëlisch-Palestijns conflict goed te kunnen begrijpen moeten we 3000 jaar terug in de tijd.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie geloven

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Joden in het Romeinse Rijk 

  • Leefden in de provincie Judea (huidige Israël)
  • Joods koninkrijk 
  • Romeinen veroveren dit gebied rond het jaar 1
  • Spanningen tussen Romeinen en Joden: Romeinen geloven in meerdere goden (polytheïsme), Joden maar in één god (monotheïsme). 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Joden
  • Een eigen taal, cultuur en godsdienst. 
  • Heilig boek 'Tenach' 
  • Hun God werd vereerd in een grote Tempel in Jeruzalem.  

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Joodse diaspora
  • Na een Joodse opstand tegen de romeinen worden Joodse rituelen verboden en de Joodse Tempel werd verwoest (70 na Chr.)

  • Steeds meer Joden trekken/vluchten weg uit de provincie Judea (latere naam: Syria-Palestina)

  • De verspreiding van het Joodse volk over de hele wereld heet diaspora.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christendom
  • Uit het Joodse geloof was het Christendom ontstaan.  
  • Belangrijk verschil: christenen willen anderen bekeren.
  • Grote delen van Europa en het Midden-Oosten werden hierdoor christelijk. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Islam
  • In de 7e eeuw kwam de islam op.
  • Ook de islam is een monotheïstische godsdienst.
  • In het Midden-Oosten verdrong de islam het christendom bijna helemaal. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overeenkomsten
1. Eén God (monotheïstisch)
2. Eén heilig boek.
3. Jeruzalem is belangrijk.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jeruzalem
  • Voor alle drie de geloven is Jeruzalem een heilige stad met belangrijke heiligdommen. 
  • Daardoor is er heel wat strijd geweest over wie Jeruzalem mag besturen.
  • Ook nu is hier nog ruzie over. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt de oorzaken en gevolgen noemen van het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ottomaanse Rijk (Turkse Rijk)


  • Rond 1450: ontstaan
  • In de 19e eeuw steeds zwakker. Nauwelijks industrie. 
  • Ottomaanse Rijk kon niet op tegen  staten zoals Frankrijk en Groot-Brittannië.
  • Begin 20ste eeuw werd het Midden-Oosten interessanter i.v.m. de ontdekking van olievelden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Tijdens WOI lukte het Westerse landen een groot deel van Ottomaanse Rijk te veroveren.
  • Na 1918 werd het gebied opgeknipt in enkele mandaatgebieden: Gebied dat op verzoek van de Volkenbond (voorloper VN) werd bestuurd door een ander land.
  • De Britten bestuurden Palestina.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arabische nationalisten
Groot-Brittannië beloofde in 1915 aan de Arabieren om van Palestina een onafhankelijke Arabische staat te maken. Dit in ruil voor hun strijd tegen de Ottomanen in de eerste wereldoorlog. 

Groot-Brittannië beloofde ook aan Joden een eigen staat in Palestina. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van de verhuizing van Joden naar Palestina vóór 1939.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antisemitisme
  • Joden waren vaak een minderheid in Europa
  • West Europa vanaf 1800 minder gewelddadig door wetten 
  • Oost Europa leefden Joden afgeschermd. Bij spanningen werden zij slachtoffer van pogroms.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Een pogrom is een gewelddadige uitbarsting van jodenhaat

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zionisme
  • = Joods nationalisme, streven naar een onafhankelijke staat. 
  • In 1917 Britse minister Balfour belooft dat ze een staat mogen stichten in Palestina

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groot-Brittannië doet dus een dubbele belofte: 

  1. 1915: beloofden ze Arabische nationalisten om hen te helpen van Palestina een onafhankelijke Arabische staat te maken
  2. 1917: Arthur Balfour beloofde dat de Joden een 'nationaal tehuis' mochten stichten in Palestina. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Joodse immigratie - Palestijnse problemen
  • Door de Britse toezegging van een Joods nationaal tehuis: veel Joodse immigranten (ongeveer 40.000) naar Palestina 

  • Rijke Joden kopen veel grond van Arabische grootgrondbezitters: Palestijnse Arabieren worden van hun land gezet

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Joodse immigratie – Palestijnse problemen 
  • Grote immigratie en Joodse landaankoop zorgen voor irritatie en angst bij de Palestijnse Arabieren

  • In het gebied ontstaan rellen

  • Joden vinden dat de Britten niet genoeg doen tegen het Arabische geweld en richten daarom hun eigen 'leger' op (Hagana)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opkomst Adolf Hitler 1933
  • Anti-Joodse wetten zorgen voor emigratie uit Europa

  • Veel Joden willen het liefst naar de VS maar dat land heeft strenge immigratiewetten

  • Joden kiezen daarom voor Palestina. Gevolg: 170.000 Joodse migranten in drie jaar tijd

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom het gebied waar nu Israël ligt, een belangrijk gebied is voor Joden, christenen en moslims.
  • Je kunt de oorzaken en gevolgen noemen van het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk.
  • Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van de verhuizing van joden naar Palestina vóór 1939.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00
Veel succes!
AAN DE SLAG!
Wat?
Maken: vraag 10 t/m 14 op blz. 103
+ nakijken (mapjes liggen bij de docent)
Waarom?
Zo begrijp je de leerdoelen beter
Hoe?
Lees de teksten, markeer de belangrijkste stukken, maak de vragen
Zelfstandig, stil werken
Hulp?
Vraag de docent
Klaar?
Maak op blz. 134 het deel over paragraaf 1.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies