2 havo Woordsoorten

Programma


Theorie telwoorden
In tweetallen opdracht woordsoorten maken
Zelfstandig opdrachten maken


Aan het einde van deze les kan ik:
  • het verschil tussen hoofdtelwoorden en rangtelwoorden benoemen
  • bepaalde en onbepaalde hoofd- en rangtelwoorden in een zin herkennen
  • blw, olw, bn, zn, vz, hww, zww en kww in een zin herkennen.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma


Theorie telwoorden
In tweetallen opdracht woordsoorten maken
Zelfstandig opdrachten maken


Aan het einde van deze les kan ik:
  • het verschil tussen hoofdtelwoorden en rangtelwoorden benoemen
  • bepaalde en onbepaalde hoofd- en rangtelwoorden in een zin herkennen
  • blw, olw, bn, zn, vz, hww, zww en kww in een zin herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoofd-en rangtelwoorden

Hoofdtelwoorden (hoofdtw):

geven een aantal of een hoeveelheid aan


Rangtelwoorden (rangtw):

geven een volgorde aan


Slide 3 - Tekstslide

Telwoorden: bepaald en onbepaald
Bepaald telwoord: geeft een precies aantal, of een precieze plaats in een rij aan.

Onbepaald telwoord: geeft een onduidelijk aantal of een onduidelijke plaats in een rij aan

Slide 4 - Tekstslide

Schema (blz. 120)
Bepaald
Onbepaald
Hoofdtelwoord
zestien, 318, vier, 2021, twee vijfde
veel, enkele, alle, sommige, geen, weinig, verscheidene
Rangtelwoord
vijftiende, 623e, miljoenste
middelste, zoveelste, hoeveelste

Slide 5 - Tekstslide

Karel eindigde als vijfde bij de Nederlandse schaakcompetitie.
Hoe noem je het woord 'vijfde'?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 6 - Quizvraag

Sommige leerlingen hebben voor die toets een voldoende gehaald.
Hoe noem je het woord 'sommige'?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 7 - Quizvraag

Twee derde van mijn klas haalde voor de laatste toets een voldoende.
Hoe noem je 'twee derde'?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
bepaald rangtelwoord
C
onbepaald hoofdtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 8 - Quizvraag

Twee derde van mijn klas haalde voor de laatste toets een voldoende.
Hoe noem je het woord laatste?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
bepaald rangtelwoord
C
onbepaald hoofdtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 9 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Maak nu de opdracht woordsoorten in 2-tallen.
  • Voor deze opdracht heb je 10 minuten tijd.
  • Bespreek bij verschillende uitkomsten, welke uitkomst het beste past.
  • Heb je een vraag? Kijk eerst of jullie er samen uit kunnen komen. Lukt dat niet?  Steek je   vinger op .
  • Klaar? Begin alvast zelfstandig aan opdracht 3 en 4 op blz. 121

Voor de leerlingen thuis: 
  • de opdracht staat in Teams onder bestanden: opdracht woordsoorten
  • maak de opdracht zelfstandig en kijk hem na met behulp van de antwoorden in Teams: antwoorden woordsoorten 



Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden
1. Oorlog (zn), in (vz), inkt (zn)
2. Vanaf (vz), 1943 (bepaald hoofdtelw.), leed (zww), Duitsland (zn), meer (onbepaald hoofdtelwoord), verliezen (zn).
3. De (blw) geallieerden (zn) bedachten (zww) een (olw) plan (zn) .
4. wilden (hww), de (blw), Duiste (bn), legers (zn), verslaan (zww)
5. 4.000.000 (bepaald hoofdtelw.), geallieerde (bn), soldaten (zn), staken over (zww), in (vz), een (olw), paar (onbepaald hoofdtelw.), weken (zn), vanuit (vz), Engeland (zn), het (blw) Kanaal (zn), naar (vz), Frankrijk (zn)
6. de (blw), eerste (bepaald rangtelw.), geallieerden (zn) landen (zww) op (vz) 6 (bepaald hoofdtelw.), juni (zn), in (vz), Normandië (zn)
7. wilden (hww), verscheidene (onbepaald hoofdtelw.), stukken (zn), van (vz), het (blw), bezette (bn) gebied (zn), veroveren (zww)
8. moesten (hww), de (blw), oorlog (zn), voor (vz), Kerstmis (zn), beëindigen (zww).
9. In (vz), één (bepaald hoofdtelw.), keer (zn), wilden (hww), de (blw) geallieerden (zn), alle (onbepaald hoofdtelw.), grote (bn), bruggen (zn), over (vz), de (blw) rivieren (zn) veroveren (zww)

Slide 11 - Tekstslide

  • Hoe ging het samenwerken?
  • Wat weet je nu van woordsoorten?

Huiswerk: maak opdracht 3 en 4 uit NN op blz. 121.

Slide 12 - Tekstslide